Melaatsheid: verschil tussen versies

400 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 91:
Door de terugkomst van de kruisvaders, de hernieuwde handelscontacten met het Nabij Oosten en de verstedelijking (bevolkingsgroei in de steden) groeit lepra snel uit tot een epidemie. De stadsbesturen zien zich genoodzaakt iets te doen tegen het toenemend aantal melaatsen in de stad. De besturen maken vooral gebruik van de bestaande regels die gericht zijn op de isolatie van leprozen en gebaseerd zijn op de wetten van Mozes uit Leviticus 13.
 
Na de grote pestplaag ontstaan halverwege de 14 eeuw in Holland de eerste huizen bestemd voor de opvang van melaatsen. Deze 'leprooshuizen' worden ook wel ‘leprozerieën’ of ‘lazarushuizen’ genoemd. De stadsbesturen geven de leprozen een eigen plaats buiten de stadsmuren, maar binnen het rechtsgebied van hun stad, om greep te houden op de leprozen. Buitensluiting wordt meer maatschappelijk gewenst en aanvaard. Er ontstaan ook onderkomens voor leprozen zonder georganiseerde zorg. De meeste Hollandse leprooshuizen ontstaan aan het einde van de 14e eeuw en het begin van de 15e eeuw. Groepsvorming en vervreemding zijn onvermijdelijk het gevolg. Volstrekte afzondering blijkt echter ondoenlijk. De melaatsen blijven mensen aanspreken om aalmoezen te vergaren. Leprozen moeten zich houden aan strenge kledingvoorschriften. Ze moeten een klepper gebruiken om aan te geven dat ze melaats zijn. Een 'Lazarusklepper' bestaat uit drie plankjes die op elkaar slaan en een hard geluid geven.<ref name=":4" />
[[Bestand:Leprosorium.jpg|geen|miniatuur|1000x1000px|Twee melaatsen worden belet de stad binnen te komen. De voorste hanteert een klepper om zijn komst aan te kondigen.]]
 
In het middeleeuwse Holland hebben naar schatting zo'n twaalf leprozenhuizen onder stedelijk bestuur bestaan, onder meer bij Leiden, Schiedam en Haarlem. Eén zo'n huis heeft bij de stad Gouda gestaan. In 1394 stelt ene Aernd Pic Dyrcxz te Gouda aan het Goudse stadsbestuur een huis met erf ter beschikking voor de opvang van de zieken ‘die beziect sijn mitter lazarijen’. Het huis, dat op een steenworp van de stadsmuur ligt, wordt bestemd tot leprooshuis. De leprozenmeesters, afgevaardigden van het Goudse stadsbestuur, vingen deze zieken daar op, gaven hen een bestaan en organiseerden de leprozenzorg. De zweren en wonden van de melaatsen worden verbonden en verzorgd, hun lichaam wordt schoongehouden, en ze krijgen voedsel en drinken aangeboden. Het leprozenhuis wordt beheerd het college van Heilige Geestmeesters, behorend tot de parochie, dat zich toelegt op de zorg aan armen. In 1408 gaat het beheer over op leproosmeesters, die verantwoording verschuldigd zijn aan het stadsbestuur. De leprozen moeten deelnemen aan het huishouden en agrarische werkzaamheden op het erf verrichten, driemaal daags het Ave Maria opzeggen, elke week deelnemen aan de mis en zich onthouden van geslachtelijke omgang. Ze eten gezamenlijk eenvoudige maaltijden aan een lange tafel bij het haardvuur. Na het slaan van de avondklok moeten ze hun gebeden doen en naar bed gaan. Eén keer per jaar mochten ze op een dag, veertig dagen voor Pasen, binnen de stadsmuren om aalmoezen vragen. Ze hielden dan een bedeloptocht met trommelslag. In 1423 verhuizen de Goudse melaatsen naar een nieuw gebouw bij de Sint Jobskapel buiten de Potterspoort, langs de Kromme Gouwe<ref name=":4" />.
 
Regel 103:
'''1856.''' Aan de Noorse kust, vooral rondom de stad Bergen, leven zo'n 2800 melaatsen tussen de overige mensen. Om in hun onderhoud te voorzien gaan zij als marskramer langs de deuren en verspreiden daardoor ongeweten de melaatsheid. De regering besluit in te grijpen en de melaatsen af te zonderen en hen onder te brengen in speciale ziekenhuizen. Met geweld worden zij afgezonderd. De isolatie draagt bij aan het terugdringen van de ziekte. Zie 1930.
 
'''1873.''' De Noorse arts Armauer Hansen ontdekt de leprabacterie ''Mycobacterium leprae''. Naar hem wordt lepra ook wel genoemd 'de ziekte van Hansen',.
 
1891.
[[Bestand:Distribution of leprosy around the world Wellcome L0032805.jpg|geen|miniatuur|1178x1178px|Verspreiding van melaatsheid in de wereld in het jaar 1891. In West-Europa komt melaatsheid vooral in Noorwegen voor.]]
 
'''1930.''' In Noorwegen zijn, voordat er een geneesmiddel tegen lepra bestaat, nog enkele tientallen patiënten, vooral dankzij hun afzondering.