k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
'''Melaatsheid''' is een eeuwenoude ziekte die vaak in de Bijbel genoemd wordt en nog altijd veel levens teistert. De bekendste vorm van melaatsheid in Bijbelse zin is [[lepra]].
Zie [[Lepra]] voor het hoofdartikel over dit onderwerp
[[Bestand:Lepers, Tahiti (1898).jpg|miniatuur|584x584px|Melaatsen]]'''Woorden.''' In de Griekse grondtaal van het Nieuwe Testament en in de oude Griekse vertaling van het Oude Testament (Septuagint) heet zij in het Grieks ''lepra.'' Van het Griekse ''lepra'' komt het Latijnse woord ''leprosus'' (= melaats), komt het Nederlandse woord ''leproos'', d.i. iem. die aan lepra lijdt, een melaatse. In de middeleeuwen was het woord ‘melaatsheid’ of ‘lazerij’ gebruikelijk<ref name=":4">Daan van Leeuwen, 'Leven buiten de stadsmuren. De wijze van functioneren van het goudse leprooshuis in de late middeleeuwen', in: [https://www.diegoude.nl/wp-content/uploads/2015/08/Tidinge-augustus-2013.pdf Tidinge van die Goude, aug. 2013](pdf).</ref>.
De term ''melaats'' in de Bijbel heeft een ruimere betekenis dan het hedendaagse begrip ''lepra''. Ook andere huidziekten zijn inbegrepen. Bovendien kunnen in het Oude Testament ook voorwerpen 'melaats' zijn, wellicht omdat ze beschimmeld of op een andere wijze uitwendig waren aangetast. In de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) heeft men een nieuw woord ingevoerd voor die melaatsheid in ruimere zin: 'huidvraat' voor een mens, 'vraat' voor zaken als een huid.
In de late middeleeuwen ontstaan leprooshuizen, ook genoemd ‘leprozerieën’ of ‘lazarushuizen’. Lazarus gold in het bijgeloof als de beschermheilige van de leprozen. In de geschiedenis van Lazarus en de rijke man, door Jezus verteld (Luc. 16:19-31), is Lazarus een arme man, wiens huid overdekt is met zweren <blockquote>''Lu 16:20 Nu lag er ook een arme, genaamd Lazarus, aan zijn voorpoort, vol zweren, Lu 16:21 begerig zich te verzadigen met wat van de tafel van de rijke viel; maar zelfs de honden kwamen zijn zweren likken.'' (Telos) </blockquote>[[Bestand:Paucibacillary leprosy (PB).jpg|miniatuur|260x260px|Lichte vlek, hier op de elleboog. Zo kan het eerste verschijnsel van lepra eruit zien. |alt=]]De geschiedenis vertelt niet dat Lazarus melaats was. Toch is hij een symbool voor leprapatiënten geworden. [[Bestand:Leprosy deformities hands.jpg|miniatuur|385x385px|''Lepra in vergevorderd stadium. Verkorte vingers.'' ]]
'''Zinnebeeld'''. Melaatsheid, walgelijk bij door haar veroorzaakte verminkingen, is in de Bijbel een zinnebeeld van (uitbrekende) zonde. De zonde, gelijk melaatsheid, tast aan, verzwakt, verminkt. Melaatsheid kan iemand blind maken, ook de zonde verduistert onze blik. De zondaar, gelijk de melaatste, verkeert in een onreine toestand. ▼
▲'''Zinnebeeld'''. Melaatsheid, walgelijk bij door haar veroorzaakte verminkingen, is in de Bijbel een zinnebeeld van (uitbrekende) zonde. De zonde, gelijk melaatsheid, tast aan, verzwakt, verminkt. Melaatsheid kan iemand blind maken, ook de zonde verduistert onze blik. De zondaar, gelijk de melaatste, verkeert in een onreine toestand.
== God en melaatsheid ==
'''Genezing.''' God is bij machte een melaatse wonderdadig te genezen, zoals we zien in het geval van Naäman de Syriër, en in de genezing van vele melaatsen die de Heer Jezus, de knecht van Jahweh, genas toen hij op aarde was.
Regel 48 ⟶ 20:
[[Bestand:Melaatsen bedelend bij de poorten van Jeruzalem.jpg|miniatuur|585x585px|Melaatsen bedelend bij de poorten van Jeruzalem (ca. 1921)]]
De melaatse moest alleen wonen, buiten de legerplaats, het kampterrein van het volk Israël in de woestijn.
▲De melaatse moest alleen wonen, buiten de legerplaats, het kampterrein van het volk Israël in de woestijn. <blockquote>''Le 13:46 Al de dagen, in welke deze plaag aan hem zal zijn, zal hij onrein zijn; onrein is hij, hij <u>zal alleen wonen</u>; <u>buiten het leger zal zijn woning wezen</u>.'' (SV)</blockquote>
Later, ín dat beloofde land gekomen, mochten melaatsen niet in een ommuurde stad komen.
Regel 70 ⟶ 41:
<blockquote>''2Kon 15:5 En de HEERE trof de koning, zodat hij melaats werd tot de dag van zijn dood. Hij woonde in een apart staand huis. Maar Jotham, de zoon van de koning, [had de leiding] over het huis en gaf leiding aan de bevolking van het land.'' (HSV)</blockquote>
== Jezus en melaatsen ==▼
▲==Jezus en melaatsen==
'''Melaatse genezen.''' Voordat de Heer zijn 'bergrede' (Matth. 5-7) hield, was hij in heel Galilea rondgetrokken, terwijl hij het evangelie van het koninkrijk van God predikte en "elke ziekte en elke kwaal onder het volk genas" (Matth. 4:23). Het gerucht van Hem ging uit tot in heel Syrië en vele menigten volgen hem. Nadat hij zijn bergrede tot zijn leerlingen had gehouden, kwam een melaatse naar hem toe (Matth. 8:1v; Mark. 1:40v; Luk. 5:12v).
Regel 78 ⟶ 48:
[[Bestand:Melaatsen.jpg|alt=|miniatuur|414x414px|Melaatse mannen]]
'''Opdracht aan de twaalf.''' De twaalf discipelen werden door de Heer uitgezonden, met de taak om melaatsen te reinigen. <blockquote>''Mt 10:7 Als u nu heengaat, predikt aldus: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Mt 10:8 Geneest zieken, wekt doden op, <u>reinigt melaatsen</u>, drijft demonen uit; u hebt het voor niets ontvangen, geeft het voor niets.'' (Telos) </blockquote>'''Bericht aan Johannes de Doper.''' In de gevangenis geworpen twijfelde Johannes de Doper. Hij liet aan Jezus vragen: <blockquote>''Mt 11:3 Bent U Degene die zou komen, of moeten wij een ander verwachten? Mt 11:4 En Jezus antwoordde en zei tot hen: Gaat heen en bericht Johannes wat u hoort en ziet: Mt 11:5 blinden kunnen weer zien en kreupelen lopen, <u>melaatsen worden gereinigd</u> en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het evangelie verkondigd; Mt 11:6 en gelukkig is hij die over Mij niet ten val komt!'' (Telos) </blockquote>'''Lazarus.''' In de geschiedenis van Lazarus en de rijke man vertelt Jezus van een man genaamd Lazarus, die vol zweren was en aan de voorpoort van het huis van de rijke lag. <blockquote>''Lu 16:20 Nu lag er ook een arme, genaamd Lazarus, aan zijn voorpoort, vol zweren, Lu 16:21 begerig zich te verzadigen met wat van de tafel van de rijke viel; maar zelfs de honden kwamen zijn zweren likken.'' (Telos) </blockquote>Lazarus kan een melaatse zijn geweest, hoewel het er niet uitdrukkelijk staat.
'''Simon de melaatse.''' In Bethanië woonde een Simon bijgenaamd 'de melaatse'. In zijn huis lag Jezus aan, samen met [[Lazarus van Bethanië|Lazarus]]. Daar werd de Heer gezalfd door Maria (Mark. 14:3; Joh. 12:2). Wellicht was ook die Simon door Jezus genezen van melaatsheid.
Regel 89 ⟶ 59:
==Geschiedenis==
Enkele feiten uit de geschiedenis.
'''15e eeuw v.C.''' Melaatsheid is een ziekte die al in de Bijbelse oudheid bekend was.
'''9e eeuw v.C.''' "''En er waren vele melaatsen in Israel ten tijde van de profeet [[Elisa]], en niemand van hen werd gereinigd, maar wel Naäman de Syrier''," aldus de Heer Jezus (Luk. 4:27)
'''1e eeuw.''' Jezus Christus, de Zoon van God, verkondigt het evangelie van het koninkrijk van God en geneest tal van ziekten, waaronder melaatsen (zie boven).
De Joodse geschiedschrijver [[Flavius Josephus]] (37 — ca. 100 n.C.), die leefde in de tijd vlak na Jezus, schreef: ‘Zij wier lichamen door lepra waren aangetast, werden door Mozes uit de stad verbannen (…) Zij hebben met niemand omgang en onderscheiden zich in niets van doden’ <ref>''Joodse Oudheden'', 3.11.3. Aangehaald in: René van Loon, ''Levend bewijs!'' Rotterdam: Opstandingskerk, 7 jan. 2018. Preek naar aanleiding van Leviticus 13: 45-46 en 14: 1-20 en Mattheüs 7:28 - 8:4 (kerntekst: 8: 4)</ref>
▲'''15e eeuw v.C.''' Melaatsheid is een ziekte die al in de Bijbelse oudheid bekend was. In de wet van Mozes, door God aan het volk Israël gegeven tijdens deszelfs woestijnreis, geeft God regels voor de behandeling van melaatsheid.
'''Middeleeuwen.''' Voornamelijk tussen 1100 en 1600 komt melaatsheid in de Europese samenleving veel voor<ref name=":4" />. In de 2e helft van de 13e is de ziekte op haar hoogtepunt<ref name=":4" />.
Regel 113 ⟶ 85:
'''1856.''' Aan de Noorse kust, vooral rondom de stad Bergen, leven zo'n 2800 melaatsen tussen de overige mensen. Om in hun onderhoud te voorzien gaan zij als marskramer langs de deuren en verspreiden daardoor ongeweten de melaatsheid. De regering besluit in te grijpen en de melaatsen af te zonderen en hen onder te brengen in speciale ziekenhuizen. Met geweld worden zij afgezonderd. De isolatie draagt bij aan het terugdringen van de ziekte. Zie 1930.
'''1930.''' In Noorwegen zijn, voordat er een geneesmiddel tegen lepra bestaat, nog enkele tientallen patiënten, vooral dankzij hun afzondering.
|