Merkteken van het Beest: verschil tussen versies

10 bytes verwijderd ,  2 jaar geleden
k
Regel 14:
 
=== Joden ===
Joden in de Rabbijnse traditie binden gebedsriemen of gedenkcedels<ref>Over de gedenkcedels of gebedsriemen, zie https://www.ensie.nl/christelijke-encyclopedie/gedenkcedels</ref> op hun armen en voorhoofden, om hun de verlossing uit Egypte (Ex. 13: 9,16), de wet van God en de gehoorzaamheid daaraan (Deut. 6: 6,9; 11:18) in gedachten te brengen. <blockquote>''Ex 13:9  En het moet voor u als een teken op uw hand zijn, en als een herinnering tussen uw ogen, opdat de wet van de HEERE op uw lippen is, want de HEERE heeft u met sterke hand uit Egypte geleid. Ex 13:10  Daarom moet u deze verordening in acht nemen op de daarvoor vastgestelde tijd, van jaar tot jaar. (HSV)'' </blockquote><blockquote>''Ex 13:16  Dit zal tot een teken zijn op uw hand en tot een band tussen uw ogen, want de HEERE heeft ons met sterke hand uit Egypte geleid.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''De 6:6  Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn. De 6:7  U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat. De 6:8  U moet ze als een teken op uw hand binden en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. De 6:9  U moet ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten schrijven.'' (HSV)[[Bestand:IDF soldier put on tefillin.jpg|miniatuur|Israëlische soldaat met [[Tefilin|gebedsriemen]] ('tefilin'). De zwarte lederen doosjes bevatten woorden uit de Bijbel. ]]</blockquote><blockquote>''De 11:18 Daarom moet u deze woorden van mij in uw hart en in uw ziel prenten. Bind ze als een teken op uw hand, en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. De 11:19  En leer ze aan uw kinderen door erover te spreken als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat; De 11:20  en schrijf ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten, De 11:21  opdat uw dagen en de dagen van uw kinderen in het land waarvan de HEERE uw vaderen gezworen heeft het hun te geven, [zo] talrijk worden als de dagen dat de hemel boven de aarde staat.'' (HSV)</blockquote>Aan deze Schriftplaatsen heeft een gewoonte van de Rabbanitische (Rabbijnse) Joden haar oorsprong te danken. Deze, die behalve de Schrift ook de overlevering gezag toekennen, schrijven sommige wetsvoorschriften op strookjes perkament en hangen die tussen de ogen, of binden ze aan de handen, zo vaak zij bidden. De Karaïtische Joden, die alleen aan de Heilige Schrift vasthouden, vatten daarentegen deze woorden als beeldspraak op. Hiervoor pleit dat in (Ex 13.16) de gehele feestviering om de verlossing uit Egypte "een teken op de hand" genoemd wordt. Op gelijke wijze wordt ook in Spr. 3:3 gezegd:<blockquote>''Spr 3:3  Mogen goedertierenheid en trouw jou niet verlaten. Bind ze om je hals, schrijf ze op de tafel van je hart,'' (HSV)</blockquote>Ook kerkhervormer Johannes Calvijn (1509-1564) vatte Ex. 13:9 e.d. dat als beeldspraak op. De verlossing in het [[Pasen (Bijbel)|Pascha]] moest de Joden niet minder voor hun ogen moest staan als de ring, die aan de vinger werd gedragen, en herhaaldelijk werd beschouwd, of het versiersel, dat aan het voorhoofd werd gebonden. De hoofdsom is, aldus Calvijn, in het Pascha een bewijsstuk voor te stellen van de gunst van God, opdat het nooit in de vergetelheid zou geraken, zoals de versierselen, die aan het voorhoofd en aan de vinger prijken, de gedachten steeds tot beschouwing hiervan aanzetten.<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ex. 13:9. </ref> Ook de hervormde predikant en schrijver Philippus Samuël van Ronkel (1829-1890), een Jood, duidt het binden op de hand enz. als beeldspraak: "De verlossing van Israël door God gemaakt moest de drijfveer zijn van hun daden ('hand'), het onderwerp van hun overpeinzing ('tussen de ogen') en de inhoud van hun gesprekken (hun 'mond')."<ref name=":1">Aangehaald in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ex. 13:9. </ref> En de Hervormde predikant en schrijver Hendrik van Griethuijsen (1851 - 1907) legt uit: "Hiermee wil dus de Heere zeggen, dat de wonderdaden van de Heere betoond in de verlossing van Zijn volk, zo geheel en al hart en gedachten moesten vervullen, dat bij hen de mond uit de overvloed van het hart sprak. Israël moest het heilsfeit van de verlossing innerlijk in zich opnemen, en dit dan naar buiten openbaren."<ref name=":1" />
 
=== Heidenen ===