Mozes: verschil tussen versies

192 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
 
'''Naam.''' De naam 'Mozes' ontving hij van Farao's dochter en betekent 'uitgetrokken', indien ontleend aan het Hebreeuwse werkwoord 'mashah' (= uittrekken), of de naam betekent 'uit het water gered', indien ontleend aan de Egyptische woorden 'mo' (= water) en 'yses' (= gered, behouden), 'uit het water gered'.<blockquote>''Ex 2:10 En toen het jongetje groot geworden was, bracht zij hem bij de dochter van de farao, en hij werd haar tot zoon. Zij gaf hem de naam Mozes. Want, zei ze, ik heb hem uit het water getrokken.'' (HSV)</blockquote>'''Vlucht.''' Op 40-jarige leeftijd zien we bij hem een vermenging van geloof en vleselijke ijver, Ex. 2 :10, Hand. 7 :23, Hebr. 11 :24-26. Want hij wil het volk helpen, maar doodt een Egyptenaar die een Israeliet mishandelt en vlucht, bevreesd om opgepakt te worden, naar het buitenland, naar Midian.
[[Bestand:Bible primer, Old Testament, for use in the primary department of Sunday schools (1919) (14781723742).jpg|links|miniatuur|502x502px|Roeping van Mozes bij een brandende braamstruik]]
 
'''In Midian.''' In Midian, gelegen bij het schiereiland Sinaï, woonden de [[Midianieten]], de nakomelingen van [[Abraham]] en Ketura, Gen. 25 :2. Dit oord wordt voor Mozes de school van voorbereiding en geloofsoefening. Hij werkt er als schaapherder. Hij huwt met Zippora (='vogeltje'), de dochter van de priester [[Jethro]] (Rehuël). Bij Zippora krijgt Mozes twee zonen: [[Gersom]] (= 'verdrijving'; Mozes was vreemdeling geworden in een vreemd land) en [[Eliëzer]] (= 'mijn God is helper'; Mozes was door God van Farao’s hand gered). Hij verzuimt de besnijdenis van zijn zonen.
 
'''Roeping.''' Terwijl Mozes in Midian woont, wordt in Egypte de druk op het volk Israël verzwaard. Vlak voor de verlossing roept Israël tot de Heere; God hoort, Hij gedenkt aan Zijn Verbond met Abraham, Izaäk en Jakob.
 
Op zijn 80e jaar wordt Mozes geroepen om Israël uit te leiden. God zentzendt hem naar farao, de koning van Egypte. Zijn broer Aaron vergezelt hem. Mozes neemt zijn vrouw en twee zonen mee naar Egypte. Het schijnt dat zij later zijn teruggekeerd naar Jethro, die ze terugbrengt bij Mozes als het volk uit Egypte is verlost en door de woestijn trekt.
 
'''Plagen, uittocht, woestijnreis.''' Mozes kondigt als profeet de plagen over Egypteland aan. Hij leidt, onder Gods hogere leiding, het menigmaal morrende volk Israël door de woestijn en brengt hen tot aan het Beloofde Land. Vanaf de berg Nebo overziet hij het land kort voor zijn dood.