Nieuwe maan: verschil tussen versies

706 bytes toegevoegd ,  1 maand geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(6 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
 
 
'''Nieuwe maan''' is het na 'donkere maan' nieuw schijnend maanlicht. De Israëlieten moesten de dag van de nieuwe maan inluiden met trompetgeschal. Op die dag moesten offers worden gebracht.
 
Regel 10 ⟶ 8:
Het Hebreeuwse woord voor ‘nieuwe maan’ is Chodesj - ook ''Chodesh'' gespeld ''-'', dat eigenlijk ‘nieuw, vernieuwing’ betekent. Het woord wordt voor de eerste dag van de maand, die met de nieuw wassende maan begint, en voor de maand zelf gebezigd. ‘Chodesj’ verwees in eerste instantie naar "Nieuwe maan" of "Nieuwmaansdag", maar het woord kreeg ook de ruimere zin van "maand", d.w.z. de periode tussen de ene nieuwe maan en de volgende. In 1 Sam. 20:5 (“Morgen is het de Nieuwe Maan (Chodesj)" en Ezech. 46:1 bijvoorbeeld verwijst Chodesj naar de Nieuwemaansdag, doch in de Hebreeuwse staat het woord meestal voor ‘maand’.
 
== Nieuwe maand ==
De nieuwe maan, in de eigenlijke en oorspronkelijke betekenis van het woord, was voor de Israëlieten het begin van de nieuwe maand. Zij hadden een maankalender. De Chinese en de islamitische kalender zijn eveneens maankalenders. Op eerste dag van de maand, op nieuwemaansdag, moest bij Gods volk op de trompet worden geblazen.<blockquote>''Nu 10:10 En op de dag van uw blijdschap, op uw feestdagen en aan het begin van uw maanden moet u ook op de trompetten blazen, bij uw brandoffers en bij uw dankoffers. Ze dienen u tot gedachtenis voor het aangezicht van uw God. Ik ben de HEERE, uw God.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Ps 81:3 (81:4) Stoot op een ramshoorn bij níeuwe máan, —en bij vólle maan: op de dág van ons féest!'' (NaB)</blockquote>De nieuwe maan was onder de Israëlieten reden tot een feestelijke viering. Men zag op de heuvels uit naar het eerste licht van de nieuwe maan en zodra dat aan de hemel gezien werd, werd de Nieuwemaansdag ingeluid door trompetgeschal (Nu 10:10; 1 Kron. 23:31; Ps 81:3; Eze 45:17; Col 2:16, vgl. 1 Sa 20:5,18,24).
De nieuwe maan, in de eigenlijke en oorspronkelijke betekenis van het woord, was voor de Israëlieten het begin van de nieuwe maand. Zij hadden een maankalender. De Chinese en de islamitische kalender zijn eveneens maankalenders.
 
== Nieuwemaansdag ==
Ook moesten op nieuwemaansdag '''offers''' worden gebracht. Welke offers op dag van de nieuwe maan gebracht werden, lezen wij in Num. 28:11-15.<blockquote>''Nu 28:11 Ook aan het begin van elke maand moet u de HEERE een brandoffer aanbieden: twee jonge stieren-de jongen van een rund-één ram en zeven lammeren van een jaar oud, zonder enig gebrek. Nu 28:12 Verder drie tiende [efa] meelbloem per jonge stier als graanoffer, met olie gemengd, en twee tiende [efa] meelbloem als graanoffer, met olie gemengd, per ram, Nu 28:13 en een tiende [efa] meelbloem per lam als graanoffer, met olie gemengd. Het is een brandoffer, een aangename geur, een vuuroffer voor de HEERE. Nu 28:14 En de bijbehorende plengoffers moeten zijn: een halve hin wijn bij de jonge stier, een derde hin bij de ram, en een kwart hinbij het lam. Dit is het maandelijkse brandoffer, voor elke maand van het jaar. Nu 28:15 En één geitenbok moet als zondoffer voor de HEERE worden bereid, naast het voortdurende brandoffer met het bijbehorende plengoffer.'' (HSV)</blockquote>De nieuwemaansdagen worden door een bijzonder brand- en zondoffer naast het dagelijkse aangeduid: het brandoffer, bestaande uit twee stieren, een bok en zeven jarige lammeren , met hun spijs- en drankoffer; het zondoffer, uit een geitenbok (Num. 28: 11-15, vgl. 1 Kron. 23: 31; 2 Kron. 2: 4; 8: 13; 31: 3; Ezra 3: 5; Neh. 10 : 33).
'''Bazuingeschal.''' De nieuwe maan was onder de Israëlieten reden tot een feestelijke viering. Men zag op de heuvels uit naar het eerste licht van de nieuwe maan en zodra dat aan de hemel gezien werd, werd de Nieuwemaansdag ingeluid door trompetgeschal (Nu 10:10; 1 Kron. 23:31; Ps 81:3; Eze 45:17; Col 2:16, vgl. 1 Sa 20:5,18,24). Op eerste dag van de maand, op nieuwemaansdag, moest bij Gods volk op de trompet worden geblazen.
 
<blockquote>''Nu 10:10 En op de dag van uw blijdschap, op uw feestdagen en aan het begin van uw maanden moet u ook op de trompetten blazen, bij uw brandoffers en bij uw dankoffers. Ze dienen u tot gedachtenis voor het aangezicht van uw God. Ik ben de HEERE, uw God.'' (HSV)</blockquote>
Het nieuw schijnend maanlicht is voor de mens iets bemoedigends. De in afgoderij verzonken mens, die de maan als geluksgodin aanbidt, houdt het wederverschijnen van de maan voor een zegepraal van de vriendelijke over de vijandige macht. Daarom moest de nieuwe maan bij Grieken, Romeinen, oude Germanen enz. in feestvreugde worden gevierd. God verbood zijn volk echter niet de feestelijke viering, maar wel de aanbidding van de maan:<blockquote>''De 4:19 [Pas er ook voor op] dat u uw ogen niet opslaat naar de hemel, en de zon, de maan en de sterren ziet, heel het leger aan de hemel, en u laat verleiden om u voor hen neer te buigen en hen te dienen. De HEERE, uw God, heeft hen aan al de volken onder de hele hemel toebedeeld,'' (HSV)</blockquote>De Heer alleen ontvange de eer, als degene die tijd en uren verandert (Dan. 2: 21).
 
<blockquote>''Ps 81:3 (81:4) Stoot op een ramshoorn bij níeuwe máan, —en bij vólle maan: op de dág van ons féest!'' (NaB)</blockquote>
Wij vinden de feestelijke viering van de nieuwe-maandagen wel niet uitdrukkelijk verordend; maar zij worden, naar het schijnt, als vóórmozaisch verondersteld en slechts de openbare godsdienstige zijde van hun viering wordt geregeld.
 
'''Offeranden.''' Ook moesten op nieuwemaansdag '''offers''' worden gebracht. Welke offers op dag van de nieuwe maan gebracht werden, lezen wij in Num. 28:11-15.<blockquote>''Nu 28:11 Ook aan het begin van elke maand moet u de HEERE een brandoffer aanbieden: twee jonge stieren-de jongen van een rund-één ram en zeven lammeren van een jaar oud, zonder enig gebrek. Nu 28:12 Verder drie tiende [efa] meelbloem per jonge stier als graanoffer, met olie gemengd, en twee tiende [efa] meelbloem als graanoffer, met olie gemengd, per ram, Nu 28:13 en een tiende [efa] meelbloem per lam als graanoffer, met olie gemengd. Het is een brandoffer, een aangename geur, een vuuroffer voor de HEERE. Nu 28:14 En de bijbehorende plengoffers moeten zijn: een halve hin wijn bij de jonge stier, een derde hin bij de ram, en een kwart hinbij het lam. Dit is het maandelijkse brandoffer, voor elke maand van het jaar. Nu 28:15 En één geitenbok moet als zondoffer voor de HEERE worden bereid, naast het voortdurende brandoffer met het bijbehorende plengoffer.'' (HSV)</blockquote>De nieuwemaansdagen worden door een bijzonder brand- en zondoffer naast het dagelijkse aangeduid: het brandoffer, bestaande uit twee stieren, een bok en zeven jarige lammeren , met hun spijs- en drankoffer; het zondoffer, uit een geitenbok (Num. 28: 11-15, vgl. 1 Kron. 23: 31; 2 Kron. 2: 4; 8: 13; 31: 3; Ezra 3: 5; Neh. 10 : 33).
De nieuwe-maandagen verkrijgen een verdere betekenis als vaste tijdpunten, binnen welke zich de gehele feestkring van het jaar bewoog.
 
=== Feestelijke viering ===
In latere tijd was het door de Joden aldus bepaald, dat een ieder , die de maansikkel 't eerst zag, het de hooge raad, die op elke dertigste dag der maand van het morgen- tot het avondoffer vergaderd bleef , moest te kennen even. Reizen op de sabbat voor dit doel veroorloofden de Rabbijnen. Na de verschillende getuigen gehoord te hebben, sprak de hoge raad: geheiligd! en de aankondiging der viering werd terstond in het gehele land verbreid door vuursignalen, naderhand, toen de Samaritanen de Joden door zulke vuursignalen zochten op een dwaalspoor te brengen, door renboden.
 
Eigenlijke feestdagen met sabbatsrust waren deze eerste dagen van elke maand of dagen van de nieuwe maan niet; toch werd in vervolg van tijd de nieuwe maan langzamerhand een feestdag, waarop alle handel en bezigheid rustte, de vromen in Israël bij de profeten opbouwing zochten. Deze dag werd door de profeten dikwijls als een feest naast de Sabbat genoemd.<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901).  Enige tekst van het commentaar op Num. 28:15 is onder wijziging verwerkt op 23 maart 2024. </ref>
 
'''Vaststelling en aankondiging.''' In latere tijd was het door de Joden aldus bepaald, dat een ieder , die de maansikkel 't eerst zag, het de hoogeHoge raadRaad, die op elke dertigste dag der maand van het morgen- tot het avondoffer vergaderd bleef , moest te kennen evengeven. Reizen op de sabbat voor dit doel veroorloofden de Rabbijnen. Na de verschillende getuigen gehoord te hebben, sprak de hogeHoge raadRaad: geheiligd! en de aankondiging der viering werd terstond in het gehele land verbreid door vuursignalen, naderhand, toen de Samaritanen de Joden door zulke vuursignalen zochten op een dwaalspoor te brengen, door renboden.
 
Kon men wegens een donkere hemel de maansikkel niet zien, dan werd zonder verdere aankondiging de dag, die op de dertigsten volgde, als de dag der nieuwe maan gevierd.
 
AndersHet werden de nieuwe-maan-dagen wel alswaren vreugdedagen (Hos. 2 : 11), gevierd door familie-feestmaaltijden (1 Sam. 20:5, 24 , 27 , 34), die doorgaans met de door enkele personen op deze dag gebrachte dankoffers (Num. 10: 10) verbonden en dikwijls , bij de latere Joden in de regel, twee dagen na elkaar gehouden werden (vasten paste niet voor deze dagen, Judith 8 : 6); verder door godsdienstige bijeenkomsten (Jes. 1: 13 v.; Ezech. 46:1; 2 Kron. 24: 23; in het rijk der tien stammen , in de woonplaatsen van de profeten als de verzamelplaats van de gelovig geblevenen). Ook onthield men zich van openbare werkzaamheden, van handel en reizen (Amos 8: 5. Neh. 10:32). Zij schijnen echter niet zo gestreng als de sabbat, door onthouding van alle arbeid gevierd te zijn geworden.
 
Ook onthield men zich van openbare werkzaamheden, van handel en reizen (Amos 8: 5. Neh. 10:32). Zij schijnen echter niet zo gestreng als de sabbat, door onthouding van alle arbeid gevierd te zijn geworden.
 
Het nieuwe-maanfeest van de zevende maand werd het luisterrijkst gevierd.
 
De nieuwe-maandagen verkrijgen een verdere betekenis als vaste tijdpunten, binnen welke zich de gehele feestkring van het jaar bewoog.
 
== Heidendom ==
Het nieuw schijnend maanlicht is voor de mens iets bemoedigends. De in afgoderij verzonken mens, die de maan als geluksgodin aanbidt, houdt het wederverschijnen van de maan voor een zegepraal van de vriendelijke over de vijandige macht. Daarom moest de nieuwe maan bij Grieken, Romeinen, oude Germanen enz. in feestvreugde worden gevierd. God verbood zijn volk echter niet de feestelijke viering, maar wel de aanbidding van de maan:<blockquote>''De 4:19 [Pas er ook voor op] dat u uw ogen niet opslaat naar de hemel, en de zon, de maan en de sterren ziet, heel het leger aan de hemel, en u laat verleiden om u voor hen neer te buigen en hen te dienen. De HEERE, uw God, heeft hen aan al de volken onder de hele hemel toebedeeld,'' (HSV)</blockquote>De Heer alleen ontvange de eer, als degene die tijd en uren verandert (Dan. 2: 21).
 
== Huidige bedeling ==