Onderdanigheid: verschil tussen versies

454 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 83:
5. Van de onderdanige verhouding van de slaven tot hun meesters spreekt Tit. 2: 9; Ef. 6 : 5; 1 Petr. 2:18; Tit. 6: 1).<blockquote>''Tit 2:9 Vermaan de slaven aan hun eigen meesters <u>onderdanig</u> te zijn, in alles welbehaaglijk te zijn, niet tegen te spreken, (TELOS)'' </blockquote>6. Van de onderdanigheid aan voorgangers onder de gelovig spreekt Hebr. 13:7 <blockquote>''Heb 13:17 Weest aan uw voorgangers gehoorzaam en weest hun <u>onderdanig</u>, want zij waken over uw zielen als degenen die rekenschap zullen afleggen, opdat zij dit met vreugde en niet zuchtend doen, want dat is voor u niet nuttig. (TELOS)''</blockquote>7. Van de wederkerige onderdanigheid van de gelovigen onder elkaar spreekt Ef. 5: 21 en  1 Petr. 5. 5). De een kome de ander voor met eerbiediging, en doe hem graag de liefdediensten die hij behoeft, Rom. 12: 10.
 
Onderdanigheid aan elkaar houdt in dat we rekening houden met de ander en zijn dienst, hem niet in de weg zitten, maar inschikkelijk zijn en meewerken. <blockquote>''1Co 16:15  En ik vermaan u, broeders (u kent het huis van Stefanas, dat het de eersteling van Achaje is en dat zij zich ten dienste van de heiligen hebben gesteld), 1Co 16:16  weest ook u <u>aan zulke personen onderdanig</u>, en aan ieder die meewerkt en arbeidt.'' (Telos)</blockquote>8. De demonen betoonden zich onderdanig aan de zeventig leerlingen die de Heer Jezus had uitgezonden om het Koninkrijk van God te verkondigen.<blockquote>''Lu 10:17  De twee en zeventig nu keerden terug met blijdschap en zeiden: Heer, zelfs <u>de demonen zijn ons onderdanig in uw naam</u>.  Lu 10:18  Hij nu zei tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.  Lu 10:18  Hij nu zei tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.  Lu 10:19  Zie, Ik heb u de macht gegeven op slangen en schorpioenen te treden en over alle kracht van de vijand, en niets zal u enige schade toebrengen. Lu 10:20  Evenwel, verblijdt u niet hierover <u>dat de geesten u onderdanig zijn</u>, maar verblijdt u dat uw namen staan ingeschreven in de hemelen.'' (Telos)</blockquote>9. Van de onderwerping of onderdanigheid van de redeloze schepping aan de mens, die bestemd is om over haar te heersen, spreekt Gen. 1: 18.
 
10. Aan Jezus werden na zijn verhoging de engelen en de geweldigen en de krachten onderworpen, 1 Petr. 3: 22. Alles werd hem onder zijn voeten onderworpen, Hebr. 2: 8; Fil. 3 : 21. Eens echter, wanneer Hem alles onderworpen zal zijn, als Hij zijn middelaarswerk zal hebben voleindigd, zal ook de Zoon zelf onderworpen worden aan Hem, die hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles en in allen, 1 Kor. 15 : 28. Dan zal niet alleen de Vader maar God (Vader, Zoon en Heilige Geest) alles in allen zijn, of alle schepselen zo vervullen, dat er een eeuwige rust zal aanwezig zijn