Ootmoed, ootmoedig: verschil tussen versies

971 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 15:
Terwijl deemoedig en ootmoedig op de toestand van het ''gemoed'' zien, ziet nederig op de ''uiterlijke'' blijken van die toestand, behalve in "nederig van hart".
 
'''Nieuwe Testament'''. Het Griekse woord in het [[Nieuwe Testament]] betekent de nederige gezindheid, het klein zijn in eigen oogenogen, het zich houden bij de nederigen (Rom. 12: 16), zichzelf onderaan plaatsen, alle anderen hoger achten dan zich zelf (Phil. 2: 3) en bij iedere mogelijke rang of rijkdom, matig van zichzelf houden (Rom. 12: 3).<blockquote>''Hnd 20:19 Dienende den Heere met alle <u>ootmoedigheid</u>, en vele tranen, en verzoekingen, die mij overkomen zijn door de lagen der Joden; (SV)''</blockquote><blockquote>''Ro 12:3 Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik aan ieder die onder u is, dat hij van zichzelf niet hoger moet denken dan het behoort, maar dat hij bescheiden moet denken, zoals God aan ieder een maat van geloof heeft toebedeeld. (TELOS)''</blockquote>'''Oorzaak tot ootmoedigheid'''. Oorzaak tot ootmoedigheid heeft de mens als wezen van stof en as (Gen. 18: 27), als een gering schepsel (Gen. 32: 10), als onwaardig zondaar (Luk. 5: 8), die zijn ogen zelfs niet naar de hemel durft opheffen (Luk. 18: 13).
 
'''Paulus' ootmoed.''' De apostel Paulus plaatst zich als de voornaamste van de zondaren (1 Tim. 1: 15), als de geringsten van de apostelen onderaan (1 Kor. 15: 9), ofschoon hij anders zeer goed weet en tegenover zijn medestanders en lasteraars mag laten gelden, welk een uitverkoren werktuig hij is en dat hij meer gearbeid heeft dan zij allen (1 Kor. 15 : 10; 2 Kor. 11: 23). Terwijl hij echter dit niet aan zichzelf, maar aan de hem inwonende genade toeschrijft, openbaart hij juist de rechte ootmoed, die zich niet verheft, in het besef niets het zijne te mogen noemen, maar alles ontvangen te hebben, en zichzelf niet wegwerpt, in het bewustzijn van hetgeen de genade van God aan hem en door hem gedaan heeft.
Regel 23:
'''Zichzelf ootmoedig vinden.''' Wie zichzelf voor ootmoedig houdt of verklaart, is wellicht al op de weg van de hoogmoed. Vandaar het woord: „wees ootmoedig, maar zeg het niemand" ook uzelf niet, dat u het bent!
 
'''Ootmoed vereist geen middelaar.''' Roomskatholieken kunnen zeggen, dat de ootmoed en eerbied voor Christus het de zondige mens niet veroorlooft, om zonder tussenpersonen iets van Hem te bidden. Deze gedachte moet worden afgewezen. In Kolosse schijnen gelovigen met zelfgekozen geestelijkheid en overdreven godsdienstigheid de engelen als middelaren van het geloof tussen de mens en God vereerd te hebben (Kol. 2: 18, 23), wat verkeerd is. De mens kan ootmoedig rechtstreeks tot Christus komen. <blockquote>''Mt 11:28 <u>Komt tot Mij</u>, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.'' ''Mt 11:29 Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en u zult rust vinden voor uw zielen; Mt 11:30 want mijn juk is zacht en mijn last is licht.'' ''(TELOS)''</blockquote>'''Ootmoed jegens mensen.''' De ootmoed jegens mensen moet zich als een echte parel hierdoor bewijzen, dat hij zonder ophef, met zachtmoedigheid, geduld, verdraagzaamlieid, vredelievendheid, innige barmhartigheid, vriendelijkheid en liefde in het een ware parelsnoer van christelijke deugden zich laat opnemen (Ef. 4: 2; Kol. 3: 12).<blockquote>''Efe 4:2 Met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, verdragende elkander in liefde; (SV)''</blockquote><blockquote>''Flp 2:3 [Doet] geen ding door twisting of ijdele eer, maar door <u>ootmoedigheid</u> achte de een den ander uitnemender dan zichzelven. (SV)''</blockquote><blockquote>''Col 3:12 Zo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en beminden, de innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, <u>ootmoedigheid</u>, zachtmoedigheid, lankmoedigheid; (SV)''</blockquote><blockquote>''1Pe 5:5 Desgelijks gij jongen, zijt den ouden onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig; zijt met de <u>ootmoedigheid</u> bekleed; want God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade. (SV)''</blockquote>
 
== Varia ==
Regel 39:
 
6. Graag en gewillig gehoorzaam zijn, niet alleen aan de groten, maar ook aan de meest geringen.
 
== Zie ook ==
[[Nederig]]
 
== Bron ==