Openbaring 16: verschil tussen versies

1.788 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
Regel 43:
Opb 16:7 En ik hoorde het altaar zeggen: Ja Heer, God de Almachtige, waarachtig en rechtvaardig zijn uw oordelen. (TELOS)
'''Het altaar zeggen'''. Onder het altaar zijn de zielen van martelaren. Ze hebben gewacht op Gods oordelen, Gods wraak over hun vijanden. <blockquote>''Opb 6:9 En toen het Lam het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis dat zij hadden. Opb 6:10 En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen? Opb 6:11 En aan ieder van hen werd een lang wit kleed gegeven; en hun werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook hun medeslaven en hun broeders die gedood zouden worden evenals zij, voltallig zouden zijn.'' (TELOS)</blockquote>
 
== Opb. 16:9 ==
Opb 16:9 en de mensen werden verbrand door grote hitte en lasterden de naam van God, die de macht over deze plagen had, en zij bekeerden zich niet om Hem heerlijkheid te geven. (TELOS)
'''Lasterden de naam van God'''. Zij schonden de eer en goede naam van God. Voor lasteren, zie [[Lasteren]].
 
'''Zij bekeerden zich niet'''. Hun verharding is helaas te groot geworden.
 
== Opb. 6:10. Vijfde schaal: verduistering, pijn. ==
Regel 81 ⟶ 87:
Opb 16:15 Zie, Ik kom als een dief. Gelukkig hij die waakt en zijn kleren bewaart, opdat hij niet naakt wandelt en men zijn schaamte niet ziet.
Het is niet duidelijk waarom deze tekst hier staat.
 
'''Als een dief'''. De komst van de Heer is onverwachts, als een roofoverval, waarbij hij mensen uit de wereld "steelt": heiligen, die Hem toebehoren en niet van de wereld zijn, uit de wereld wegrukt.
 
''Opb 3:3 Bedenk dan hoe u het ontvangen en gehoord hebt en bekeer u. Als u dan niet waakt, zal Ik komen <u>als een dief</u>, en u zult geenszins weten op wat voor uur Ik tot u zal komen. Opb 3:4 Maar u hebt enkele namen in Sardis die hun kleren niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen in <u>witte kleren</u>, omdat zij het waard zijn. Opb 3:5 Wie overwint, die zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek van het leven, en Ik zal zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen. (TELOS)''
 
''Opb 3:17 Omdat u zegt: Ik ben rijk en verrijkt en heb aan niets gebrek, en u weet niet dat u de ellendige, jammerlijke, arme, blinde en <u>naakte</u> bent, Opb 3:18 raad Ik u aan goud van Mij te kopen, gelouterd door vuur, opdat u rijk wordt; en <u>witte kleren</u>, opdat u <u>bekleed</u> wordt en de <u>schande van uw naaktheid</u> niet openbaar wordt; en ogenzalf om uw ogen te zalven, opdat u kunt kijken. (TELOS)''
 
Zie [[Opname van de gemeente]].
 
'''Waakt'''. Het tegendeel is slapen. Wie slaap, merkt de gebeurtenissen in de wereld niet op en ziet de dingen niet aankomen.
Regel 118 ⟶ 132:
'''De grote stad'''. Is Jeruzalem:
 
''Opb 11:8 En hun lijk zal liggen op de straat van de <u>grote stad</u>, die geestelijk genoemd wordt Sodom en Egypte, waar ook hun Heer gekruisigd is. (TELOS)''
 
In 17:18 is de grote stad: Babylon.
 
''Opb 17:18 En de vrouw die u hebt gezien, is de <u>grote stad</u> die het koningschap heeft over de koningen van de aarde. (TELOS)''
 
'''Het grote Babylon'''. Wordt in hoofdstuk 18 de Grote Hoer genoemd.