Openbaring 19: verschil tussen versies

1.037 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
k (Kees Langeveld heeft de pagina Openbaring van Johannes/Hoofdstuk 19 hernoemd naar Openbaring 19 zonder een doorverwijzing achter te laten)
Regel 2:
Johannes hoort de stem van een grote menigte in de hemel: Lof om het oordeel over de Grote Hoer. Johannes hoort een stem van een grote menigte. Blijdschap dat God zijn koningschap aanvaardt heeft. Blijdschap in de hemel over de aanstaande bruiloft van het lam. Johannes ziet de hemel geopend (19:11v). Jezus komt met zijn hemelse legers. Hij oordeelt. Johannes ziet een engel staan in de zon. Deze nodigt tot de grote maaltijd van God. Het beest en de koningen van de aarde en hun legeres verzameld ten oorlog tegen de Heer Jezus en zijn leger. De beide beesten levend ter helle geworpen. De overigen werden gedood door het woord van de Heer Jezus. 
 
== Opb. 19:1. Eerste halleluja ==
Opb 19:1 Hierna hoorde ik als een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja! De behoudenis en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God! (TELOS)
'''Grote menigte'''. De menigte der verlosten en/of engelen. Vergelijk vers 6:
Regel 18:
''Opb 11:15 En de zevende engel bazuinde, en er kwamen luide stemmen in de hemel die zeiden: Het koninkrijk van de wereld van onze Heer en van zijn Christus is gekomen, en Hij zal regeren tot in alle eeuwigheid. Opb 11:16 En de vierentwintig oudsten die voor God zitten op hun tronen, vielen op hun gezichten en aanbaden God Opb 11:17 en zeiden: Wij danken U, Heer, God de Almachtige, die is en die was, dat U uw <u>grote kracht</u> hebt aangenomen en uw koningschap hebt aanvaard. (TELOS)''
 
== 2 ==
== Opb. 19:2. Om zijn oordeel over de hoer ==
Opb 19:2 Want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde heeft verdorven met haar hoererij, en Hij heeft het bloed van zijn slaven van haar hand gewroken.
'''Waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen'''. Ook het altaar, dat is de zielen onder het altaar, beleden:
Regel 42:
''Opb 18:24 En in haar werd gevonden <u>het bloed van profeten en heiligen en van allen die op de aarde geslacht zijn</u>. (TELOS)''
 
== Opb. 19:3. Tweede halleluja ==
Opb 19:3 En voor de tweede maal zeiden zij: Halleluja! En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheid. (TELOS)
'''Tweede maal'''. De eerste maal in 19:1.
Regel 52:
'''Tot in alle eeuwigheid'''. Haar oordeel zal tot in alle eeuwigheid gezien worden.
 
== 4 ==
== Opb. 19:4. Aanbidding van God ==
Opb 19:4 En de vierentwintig oudsten en de vier levende wezens vielen neer en aanbaden God die op de troon zat en zeiden: Amen, halleluja! (TELOS)
'''Vierentwintig oudsten'''. Zie [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen]].
 
== 5 ==
== Opb. 19:5. Opwekking om God te prijzen ==
Opb 19:5 En van de troon ging een stem uit die zei: Prijst onze God, al zijn slaven, en u die Hem vreest, kleinen en groten! (TELOS)
'''Een stem'''. Waarschijnlijk de stem van de Zoon van God, onze Heer en Heiland Jezus Christus. Zie ook [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Stem]].
Regel 66:
'''Kleinen en groten'''. Zie [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen]]
 
== Opb. 19:6. Derde halleluja ==
Opb 19:6 En ik hoorde als een stem van een grote menigte en als een stem van vele wateren en als een stem van zware donderslagen, die zeiden: Halleluja! Want de Heer, onze God, de Almachtige, heeft zijn koningschap aanvaard. (TELOS)
'''Grote menigte'''. Vergelijk:
Regel 112:
De aarde beweegt tijdens de grootste aardbeving ooit, wanneer de zevende en laatste schaal is uitgegoten.
 
== Opb. 19:7 ==
Opb 19:7 Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; (TELOS)
'''Wij'''. Deze 'wij' sluiten de gemeente, de vrouw van het Lam niet in. Want zij verwijzen naar 'zijn vrouw'. De 'wij' duidt waarschijnlijk op de engelen en misschien ook op de oudtestamentische heiligen inclusief Johannes de Doper, de vriend van de bruidegom.
Regel 134:
'''Zich gereedgemaakt'''. Zij heeft haar bruidskleding aangetrokken.
 
== Opb. 19:8. Haar kleding ==
Opb 19:8 en haar is gegeven bekleed te zijn met blinkend, rein, fijn linnen, want het fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen. (TELOS)
'''Haar is gegeven'''. Het is haar vergund om bekleed te zijn met de gerechtigheden van de heiligen. Die gerechtigheden zijn hun mooie sieraad! Ze mogen gezien worden. Die gerechtigheden zijn uit genade gedaan. Gods genade stelt ons in staat goede werken te doen. God èn mens werken samen:
Regel 156:
Die gerechtigheden zijn goede vruchten. God heeft van deze gerechtigheden genoten als van smakelijke vruchten.
 
== 9 ==
== Opb. 19:9. De geroepenen tot het bruiloftsmaal ==
Opb 19:9 En hij zei tot mij: Schrijf: gelukkig zij die geroepen zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam. En hij zei tot mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God. (TELOS)
'''Hij'''. In het volgende vers blijkt dit een engel te zijn.
Regel 168:
Dat de woorden uit Opb. 22:6 van een engel zijn, blijkt uit het verband: Opb. 22:1 en 8.
 
== 10 ==
== Opb. 19:10. Johannes wil de engel aanbidden ==
Opb 19:10 En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden; en hij zei tot mij: Zie toe, doe dit niet; ik ben een medeslaaf van u en van uw broeders die het getuigenis van Jezus hebben; aanbid God! Want het getuigenis van Jezus is de geest van de profetie. (TELOS)
'''Zie toe, doe dit niet; ik ben een medeslaaf ... aanbid God!''' De engel zegt dat later weer, vergelijk:
Regel 184:
''Joh 16:14 Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal uit het mijne nemen en het u verkondigen. Joh 16:15 Alles wat de Vader heeft, is het mijne; daarom heb Ik gezegd dat Hij uit het mijne neemt en het u zal verkondigen. (TELOS)''
 
== 11 ==
== Opb. 19:11. Hemel geopend: Christus komt ==
Opb 19:11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij die daarop zit, heet Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. (TELOS)
'''De hemel geopend'''. In het begin zal Johannes de deur geopend in de hemel. Daar deze deur kwam hij uit de wereld in de hemel.
Regel 238:
''Ps 24:7  Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga! Ps 24:8  Wie is de Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, <u>geweldig in den strijd</u>.  Ps 24:9  Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga!  Ps 24:10  Wie is Hij, deze Koning der ere? De HEERE der heirscharen, Die is de Koning der ere. Sela. (SV)''
 
== Opb. 19:12. Zijn uiterlijk ==
Opb 19:12 En zijn ogen zijn als een vuurvlam en op zijn hoofd zijn vele diademen en Hij heeft een geschreven naam, die niemand kent dan Hijzelf. (TELOS)
'''Zijn ogen zijn als een vuurvlam'''. Die ogen had Johannes in het begin gezien.
Regel 270:
''Opb 3:12 Wie overwint, die zal Ik maken tot een pilaar in de tempel van mijn God en hij zal geenszins meer daaruit weggaan; en Ik zal op hem schrijven de naam van de stad van mijn God, het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt van mijn God, en mijn nieuwe naam. (TELOS)''
 
== Opb. 19:13. Zijn kleed en naam ==
Opb 19:13 En Hij is bekleed met een in bloed gedoopt kleed, en zijn naam wordt genoemd: het Woord van God. (TELOS)
'''Een in bloed gedoopt kleed'''. Het in bloed gedoopte spreekt van het wraakgericht dat de Heer uitvoert. Vergelijk:
Regel 290:
''Joh 1:1 In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God. (TELOS)''
 
== Opb. 19:14. Zijn gevolg ==
Opb 19:14 En de legers die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, bekleed met wit, rein, fijn linnen. (TELOS)
'''De legers die in de hemel zijn'''. Van die zijn die legers? Het is het leger van de Heer Jezus:
Regel 324:
''Heb 1:14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die tot dienst uitgezonden worden ter wille van hen die de behoudenis zullen beerven? (TELOS)''
 
== 15 ==
== Opb. 19:15. Zijn zwaard en staf en optreden ==
Opb 19:15 En uit zijn mond komt een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmigheid van de toorn van God de Almachtige. (TELOS)
'''Uit zijn mond een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat'''. Dat spreekt van een vonnis en de uitvoering ervan.
 
''Ps 2:1 Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? Ps 2:2 De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, [zeggende]: Ps 2:3 Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. Ps 2:4 Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten. Ps 2:5 Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken. Ps 2:6 Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid. Ps 2:7 Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. Ps 2:8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde [tot] Uw bezitting. Ps 2:9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. Ps 2:10 Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde! Ps 2:11 Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving. Ps 2:12 Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij [op] den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen.'' (SV)
''Heb 4:12 Want het woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot verdeling van ziel en geest, zowel van gewrichten als van merg, en oordeelt de gedachten en overleggingen van het hart. (TELOS)''
 
Het woord van God is scherper dan enig tweesnijdend zwaard.
 
''Heb 4:12 Want het woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot verdeling van ziel en geest, zowel van gewrichten als van merg, en oordeelt de gedachten en overleggingen van het hart. (TELOS)''
 
'''Hoeden met een ijzeren staf'''. Gestrengheid jegens het kwaad en de bozen.
 
''Opb 12:5  En zij baarde een zoon, een mannelijk kind, die alle naties zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd weggerukt naar God en naar zijn troon.'' (Telos)
 
Samen met de Heer Jezus, die voornaamste Hoeder, zullen ook heiligen hoeden met een ijzeren staf.
 
''Opb 2:27 en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf; als pottenbakkersvaten worden zij verbrijzeld, zoals ook Ik die macht van mijn Vader heb ontvangen;'' (Telos)
 
'''Hij treedt de wijnpersbak enz'''. Hij voert het wraakgericht uit.
Regel 336 ⟶ 346:
''Opb 19:13 En Hij is bekleed met een in bloed gedoopt kleed, en zijn naam wordt genoemd: het Woord van God. (TELOS)''
 
== Opb. 19:16. Zijn geschreven naam ==
Opb 19:16 En Hij heeft op zijn kleed en op zijn heup een geschreven naam: Koning van de koningen en Heer van de heren. (TELOS)
'''Zijn kleed'''. Dat in bloed gedoopt is (19:13).
Regel 344 ⟶ 354:
''Opb 1:5 en van Jezus Christus, de trouwe getuige, de eerstgeborene van de doden en de overste van de koningen van de aarde. Hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft verlost door zijn bloed, (TELOS)''
 
== 17 ==
== Opb. 19:17. De vogels geroepen tot de maaltijd van vlees ==
Opb 19:17 En ik zag een engel staan in de zon, en hij riep met luider stem en zei tot alle vogels die in het midden van de hemel vlogen: Komt, verzamelt u tot de grote maaltijd van God; (TELOS)
'''Alle vogels'''. Een enorme zwerm vogels zal het vlees van de talrijke verslagenen eten.
Regel 364 ⟶ 374:
''Eze 39:4 Op de bergen Israëls zult gij vallen, gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb u aan de <u>roofvogelen</u>, aan het <u>gevogelte</u> van allen vleugel, en aan het gedierte des velds ter spijze gegeven. (SV)''
 
== Opb. 19:18. De gevallenen ==
Opb 19:18 opdat u vlees eet van koningen, vlees van oversten over duizend, vlees van sterken, vlees van paarden, en van hen die daarop zitten en vlees van allen, zowel van vrijen als van slaven, van kleinen als van groten. (TELOS)
'''Vlees.''' De grote maaltijd bestaat uit vlees van omgekomen mensen en dieren.
Regel 370 ⟶ 380:
'''Van kleinen als van groten'''. Zie [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Kleinen en groten]].
 
== 19 ==
== Opb. 19:19. Verzameld tot de oorlog ==
Opb 19:19 En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers verzameld om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat en tegen zijn leger. (TELOS)
'''Het beest en de koningen van de aarde'''. Het beest uit de zee is verbonden met tien koningen, maar de alliantie omvat ook de overige koningen van de aarde.
Regel 378 ⟶ 388:
'''Om oorlog te voeren'''. Zij vrezen een invasie van buiten. Zij gaan oorlog voeren tegen de Heer Jezus Christus.
 
== 20 ==
== Opb. 19:20. Ondergang van het beest en de valse profeet ==
Opb 19:20 En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet die de tekenen in diens tegenwoordigheid had gedaan, waardoor hij hen misleidde die het merkteken van het beest ontvingen en die zijn beeld aanbaden. Levend werden deze twee geworpen in de poel van vuur die van zwavel brandt. (TELOS)
'''Het beest werd gegrepen'''. De strijd schijnt in een ogenblik beslecht. De wereldleider wordt gegrepen. De wetteloze zal verteerd worden door de adem van Jezus' mond.
Regel 398 ⟶ 408:
'''De poel van vuur die van zwavel brandt'''. Dat is de [[hel]].
 
== Opb. 19:21. Dood van de overigen ==
Opb 19:21 En de overigen werden gedood met het zwaard dat kwam uit de mond van Hem die op het paard zat, en alle vogels werden verzadigd van hun vlees. (TELOS)
'''Gedood met het zwaard uit de mond van Hem'''. Door zijn vonnis, door het woord dat Hij, de Heer Jezus, sprak. Vaker spreekt de Openbaring van de Heer Jezus als hebbend een zwaard, dat scherp en tweesnijdend is.