Openbaring 19: verschil tussen versies

3.070 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Openbaring van Johannes commentaar}}
Johannes hoort de stem van een grote menigte in de hemel: Lof om het oordeel over de Grote Hoer. Johannes hoort een stem van een grote menigte. Blijdschap dat God zijn koningschap aanvaardt heeft. Blijdschap in de hemel over de aanstaande bruiloft van het lam. 11-19. Johannes ziet de hemel geopend (19:11v). Jezus komt met zijn hemelse legers. Hij oordeelt. Johannes ziet een engel staan in de zon. Deze nodigt tot de grote maaltijd van God. Het beest en de koningen van de aarde en hun legereslegers verzameld ten oorlog tegen de Heer Jezus en zijn leger. 20-21 De beide beesten levend ter helle geworpen. De overigen werden gedood door het woord van de Heer Jezus. 
 
== 1 ==
Opb 19:1 Hierna hoorde ik als een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja! De behoudenis en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God! (TELOSTelos)
'''Luide stemmen.''' Klinken er dikwijls in het oor van Johannes.
'''Grote menigte'''. De menigte der verlosten en/of engelen. Vergelijk vers 6:
 
'''Grote menigte'''. Vergelijk vers 6. De menigte der engelen of oudtestamentische heiligen (zie vs. 6).
''Opb 19:6 En ik hoorde als een stem van een grote menigte en als een stem van vele wateren en als een stem van zware donderslagen, die zeiden: Halleluja! Want de Heer, onze God, de Almachtige, heeft zijn koningschap aanvaard. (TELOS)''
 
Tot deze menigte behoort waarschijnlijk niet de bruid, want zij wordt door hen vermeld in vs. 7 en schijnt daarmee van hen onderscheiden. Merk op dat de menigte spreekt van Gods 'slaven', wier bloed door God gewroken is (2). Ook engelen zijn dienaren van God, evenals profeten, die slaven van God worden genoemd (Opb. 10:7; 11:18); zie [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Slaven]].
'''Halleluja!''' Zie [[Halleluja]].
 
'''BehoudenisHalleluja!''' Tweede maal in vs. 3. Zie [[behoudenisHalleluja]].
 
'''HeerlijkheidBehoudenis'''. Zie [[heerlijkheidbehoudenis]].
 
'''Heerlijkheid'''. Zie [[heerlijkheid]].
'''Macht'''. Hij is "onze God, de Almachtige" (19:6). "Onze God, de Almachtige, heeft zijn koningschap aanvaard" (19:6). Hij zal zijn macht openbaren in zijn koninkrijk.
 
'''Macht'''. Hij is "onze God, de Almachtige" (19:6). "Onze God, de Almachtige, heeft zijn koningschap aanvaard" (19:6). Hij zal zijn macht openbaren in zijn koninkrijk. <blockquote>''Opb 11:15 En de zevende engel bazuinde, en er kwamen luide stemmen in de hemel die zeiden: Het koninkrijk van de wereld van onze Heer en van zijn Christus is gekomen, en Hij zal regeren tot in alle eeuwigheid. Opb 11:16 En de vierentwintig oudsten die voor God zitten op hun tronen, vielen op hun gezichten en aanbaden God Opb 11:17 en zeiden: Wij danken U, Heer, God de Almachtige, die is en die was, dat U uw <u>grote kracht</u> hebt aangenomen en uw koningschap hebt aanvaard. (TELOS)''</blockquote>
 
== 2 ==
Opb 19:2 Want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde heeft verdorven met haar hoererij, en Hij heeft het bloed van zijn slaven van haar hand gewroken. (Telos)
'''Waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen'''. Ook het altaar, dat is de zielen onder het altaar, beleden:<blockquote>''Opb 16:7 En ik hoorde het altaar zeggen: Ja Heer, God de Almachtige, waarachtig en rechtvaardig zijn uw oordelen.'' (TELOS)</blockquote>De overwinnaars van het beest zingen "rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen":<blockquote>''Opb 15:3 En zij zingen het lied van Mozes, de slaaf van God, en het lied van het Lam en zeggen: Groot en wonderbaar zijn uw werken, Heer, God de Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Koning van de naties! (TELOS)''</blockquote>'''Grote hoer'''. Dat is het zedelijk en geestelijk kenmerk van Babylon.
'''Waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen'''. Ook het altaar, dat is de zielen onder het altaar, beleden:
 
'''Geoordeeld'''. Vergelijk: <blockquote>''Opb 17:1 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer die op vele wateren zit, (TELOS)''</blockquote>'''Hoererij'''. Hoererij en ongerechtigheid, bepaaldelijk haar bloedschuld, zijn haar twee hoofdzonden.
''Opb 16:7 En ik hoorde het altaar zeggen: Ja Heer, God de Almachtige, waarachtig en rechtvaardig zijn uw oordelen.'' (TELOS)
 
'''Bloed van zijn slaven'''. Vergelijk: <blockquote>''Opb 17:6 En ik zag de vrouw dronken van <u>het bloed van de heiligen</u> en van <u>het bloed van de getuigen van Jezus</u>. En toen ik haar zag, verwonderde ik mij met grote verwondering.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Opb 18:24 En in haar werd gevonden <u>het bloed van profeten en heiligen en van allen die op de aarde geslacht zijn</u>. (TELOS)''</blockquote>
De overwinnaars van het beest zingen "rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen":
 
''Opb 15:3 En zij zingen het lied van Mozes, de slaaf van God, en het lied van het Lam en zeggen: Groot en wonderbaar zijn uw werken, Heer, God de Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Koning van de naties! (TELOS)''
 
'''Grote hoer'''. Dat is het zedelijk en geestelijk kenmerk van Babylon.
 
'''Geoordeeld'''. Vergelijk:
 
''Opb 17:1 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer die op vele wateren zit, (TELOS)''
 
'''Hoererij'''. Hoererij en ongerechtigheid, bepaald haar bloedschuld, zijn haar twee hoofdzonden.
 
'''Bloed van zijn slaven'''. Vergelijk:
 
''Opb 17:6 En ik zag de vrouw dronken van <u>het bloed van de heiligen</u> en van <u>het bloed van de getuigen van Jezus</u>. En toen ik haar zag, verwonderde ik mij met grote verwondering.'' (TELOS)
 
''Opb 18:24 En in haar werd gevonden <u>het bloed van profeten en heiligen en van allen die op de aarde geslacht zijn</u>. (TELOS)''
 
== 3 ==
Opb 19:3 En voor de tweede maal zeiden zij: Halleluja! En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheid. (TELOS)
'''Tweede maal'''. De eerste maal in 19:vs. 1.
 
'''Halleluja!''' Zie [[Halleluja]]. Ook hierna (verzen 4 en 6) klinkt het "Looft Jah!".
 
'''Haar rook'''. De stad zal met vuur worden verbrand. <blockquote>''Opb 17:16  En de tien horens die u hebt gezien en het beest, dezen zullen de hoer haten en haar eenzaam en naakt maken, en haar vlees eten en haar met vuur verbranden.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 18:8  Daarom zullen haar plagen op een dag komen: dood en rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden; want sterk is de Heer, God, die haar geoordeeld heeft.'' (Telos)</blockquote>De rook van haar brand zal door velen worden gezien, door de koningen der aarde (18:9), en door de mensen op zee (18:18).
 
'''Tot in alle eeuwigheid'''. Haar oordeel zal tot in alle eeuwigheid gezien worden. Als Babylon letterlijk een fysieke stad is en haar oordeel ook fysiek is en de overblijfselen (waaronder smeulend vuur) ook fysiek zijn, dan is dat niet goed voor te stellen. Is er dan een smeulende vervallen stad in het Vrederijk, op de nieuwe aarde? Of zal er iets dergelijks in de hel, die plaats van vuur, te zien zijn?
 
== 4 ==
Opb 19:4 En de vierentwintig oudsten en de vier levende wezens vielen neer en aanbaden God die op de troon zat en zeiden: Amen, halleluja! (TELOS)
'''Amen.''' Zij bevestigen hiermee de woorden van de grote menigte.
 
'''Vierentwintig oudsten'''. Zie [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen]].
 
== 5 ==
Opb 19:5 En van de troon ging een stem uit die zei: Prijst onze God, al zijn slaven, <en> u die Hem vreest, kleinen en groten! (TELOSTelos)
'''EenVan de troon ging een stem uit die zei'''. <blockquote>''Opb 21:3  En ik hoorde een luide stem vanuit de troon zeggen: Zie, de tabernakel van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn, hun God.'' (Telos)</blockquote>Waarschijnlijk de stem van de Zoon van God, onze Heer en Heiland Jezus Christus. ZieHij ookzit immers op de troon van God. Zie [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen#StemTroon]].
 
'''Donderslagen'''. Zie ook [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen#DonderslagenStem]].
'''Onze God.''' Tot [[Maria van Magdala]] zei de Heer:
 
'''Onze God.''' De stem spreekt ook later van God.<blockquote>''Opb 21:3  En ik hoorde een luide stem vanuit de troon zeggen: Zie, de tabernakel van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn, hun God.'' (Telos)</blockquote>Tot [[Maria van Magdala]] zei de Heer:<blockquote>''Joh 20:17 ... Ik ben nog niet opgevaren naar mijn Vader; maar ga heen naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader en naar mijn God en uw God. (TELOS)''</blockquote>'''Kleinen en groten'''. Het schijn dat 'kleinen en groten' niet betrekking heeft op de slaven van God. Het gaat om kleine en grote Godvrezenden, misschien Godvrezende kinderen en volwassenen. Zie [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Kleinen en groten]].
 
'''Kleinen en groten'''. Zie [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen]]
 
== 6 ==
Opb 19:6 En ik hoorde als een stem van een grote menigte en als een stem van vele wateren en als een stem van zware donderslagen, die zeiden: Halleluja! Want de Heer, onze God, de Almachtige, heeft zijn koningschap aanvaard. (TELOS)
'''Grote menigte'''. Vergelijk:<blockquote>''Opb 19:1 Hierna hoorde ik als een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja! De behoudenis en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God!'' (TELOS)</blockquote>Wie zijn die grote menigte? Mogelijk engelen. Een ander antwoord zegt: de oudtestamentische heiligen. Ze worden in Ps. 45 en Hebr. 1 aangeduid als 'medegenoten' of 'metgezellen'. <blockquote>''Ps 45:6 (45-7) Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid. Ps 45:7 (45-8) Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven <u>Uw medegenoten</u>. (...) Ps 45:9 (45-10) Dochters van koningen zijn onder Uw kostelijke [staatsdochteren]; de Koningin staat aan Uw rechterhand, in het fijnste goud van Ofir. (SV)''</blockquote>Het eerste gedeelte van het citaat wordt in Hebr. 1 op de Heer Jezus toegepast. <blockquote>''Heb 1:8 maar van de Zoon: ‘Uw troon, O God, is tot in alle eeuwigheid en de scepter van de rechtmatigheid is de scepter van uw koningschap. Heb 1:9 U hebt gerechtigheid liefgehad en wetteloosheid gehaat; daarom heeft God, uw God, u gezalfd met vreugdeolie boven <u>uw metgezellen</u>’. (TELOS)''</blockquote>Tot die metgezellen behoort ook Johannes de Doper, die zichzelf een 'vriend van de Bruidegom' noemde.
'''Grote menigte'''. Vergelijk:
 
'''Als een stem van vele wateren'''. Vergelijk:<blockquote>''Opb 1:15 en zijn voeten aan blinkend koper gelijk, als gloeiden zij in een oven, en zijn stem als een gedruis van vele wateren. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 14:2 En ik hoorde een stem uit de hemel als een stem van vele wateren en als een stem van een zware donderslag. En de stem die ik hoorde, was als van harpspelers die op hun harpen spelen. (TELOS)''</blockquote>Van wie is de stem van vele wateren? Waarschijnlijk van Christus.
''Opb 19:1 Hierna hoorde ik als een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja! De behoudenis en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God!'' (TELOS)
 
'''Kleinen en grotenDonderslagen'''. Zie het zojuist aangehaalde 14:2. Zie ook [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Donderslagen]].
Wie zijn die grote menigte? Een antwoord zegt: de oudtestamentische heiligen. Ze worden in Ps. 45 en Hebr. 1 aangeduid als 'medegenoten' of 'metgezellen'.
 
'''Halleluja!''' Ook in de verzen 1, 3 en 4.
''Ps 45:6 (45-7) Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid. Ps 45:7 (45-8) Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven <u>Uw medegenoten</u>. (...) Ps 45:9 (45-10) Dochters van koningen zijn onder Uw kostelijke [staatsdochteren]; de Koningin staat aan Uw rechterhand, in het fijnste goud van Ofir. (SV)''
 
Het eerste gedeelte van het citaat wordt in Hebr. 1 op de Heer Jezus toegepast.
 
''Heb 1:8 maar van de Zoon: ‘Uw troon, O God, is tot in alle eeuwigheid en de scepter van de rechtmatigheid is de scepter van uw koningschap. Heb 1:9 U hebt gerechtigheid liefgehad en wetteloosheid gehaat; daarom heeft God, uw God, u gezalfd met vreugdeolie boven <u>uw metgezellen</u>’. (TELOS)''
 
Tot die metgezellen behoort ook Johannes de Doper, die zichzelf een 'vriend van de Bruidegom' noemde.
 
'''Als een stem van vele wateren'''. Vergelijk:
 
''Opb 1:15 en zijn voeten aan blinkend koper gelijk, als gloeiden zij in een oven, en zijn stem als een gedruis van vele wateren. (TELOS)''
 
Van wie is de stem van vele wateren? Een antwoord zegt: Christus.
 
'''Donderslagen'''. Zie [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Donderslagen]].
 
'''Heef zijn koningschap aanvaard'''. De Griekse brontekst heeft de werkwoordsvorm van de aoristus: Gods regering als koning is begonnen, Hij is gaan regeren.
 
Dat God zijn koningschap heeft aanvaard, daarvan gewaagt reeds 11:17. <blockquote>''Opb 11:15 En de zevende engel bazuinde, en er kwamen luide stemmen in de hemel die zeiden: Het koninkrijk van de wereld van onze Heer en van zijn Christus is gekomen, en Hij zal regeren tot in alle eeuwigheid. Opb 11:16 En de vierentwintig oudsten die voor God zitten op hun tronen, vielen op hun gezichten en aanbaden God Opb 11:17 en zeiden: Wij danken U, Heer, God de Almachtige, die is en die was, dat U uw grote kracht hebt aangenomen en <u>uw koningschap hebt aanvaard</u>. (TELOS)''</blockquote>De boodschap klinkt als de zevende en laatste bazuin heeft geklonken. De boodschap klinkt opnieuw nadat de zevende schaal is uitgegoten en de Grote Hoer is geoordeeld. De schalen kunnen worden gezien als vallend binnen het tijdsbereik van de zevende bazuin. Er klinkt dus aan het begin en na afloop van de oordelen van de laatste bazuin de boodschap dat God zijn regering begint. De tijd van de zevende bazuin vormt de overgang naar de tijd van de openbare Godsregering.
Dat God zijn koningschap heeft aanvaard, daarvan gewaagt reeds 11:17.
 
''Opb 11:15 En de zevende engel bazuinde, en er kwamen luide stemmen in de hemel die zeiden: Het koninkrijk van de wereld van onze Heer en van zijn Christus is gekomen, en Hij zal regeren tot in alle eeuwigheid. Opb 11:16 En de vierentwintig oudsten die voor God zitten op hun tronen, vielen op hun gezichten en aanbaden God Opb 11:17 en zeiden: Wij danken U, Heer, God de Almachtige, die is en die was, dat U uw grote kracht hebt aangenomen en <u>uw koningschap hebt aanvaard</u>. (TELOS)''
 
De boodschap klinkt als de zevende en laatste bazuin heeft geklonken. De boodschap klinkt opnieuw nadat de zevende schaal is uitgegoten en de Grote Hoer is geoordeeld. De schalen kunnen worden gezien als vallend binnen het tijdsbereik van de zevende bazuin. Er klinkt dus aan het begin en na afloop van de oordelen van de laatste bazuin de boodschap dat God zijn regering begint. De tijd van de zevende bazuin vormt de overgang naar de tijd van de openbare Godsregering.
 
God heeft altijd geregeerd, bij wijze van spreken 'achter de schermen', maar nu gebeurt dat openbaar: Hij zal zijn koningschap gaan uitoefenen op een meer directe en merkbare wijze, over de gehele aarde. "De macht is van onze God", jubelt de grote menigte in 19:1. Hij is de "Koning van de naties", belijden de overwinnaars van het beest (15:3).
 
Uit een psalm van David: <blockquote>''1Kr 16:30 Schrikt voor Zijn aangezicht, gij, gehele aarde! Ook zal de wereld bevestigd worden, dat zij niet bewogen worde. 1Kr 16:31 <u>Dat de hemelen zich verblijden</u>, en de aarde verheuge zich, en dat men onder de heidenen zegge: <u>De HEERE regeert</u>. 1Kr 16:32 Dat de zee bruise met haar volheid, dat het veld huppele van vreugde, met al wat daarin is. 1Kr 16:33 Dan zullen de bomen des wouds juichen voor het aangezicht des HEEREN, omdat Hij komt, om de aarde te richten. (SV)''</blockquote>Ook psalmen 97 en 99 spreken van Gods regering.<blockquote>''Ps 97:1 <u>De HEERE regeert</u>, de aarde verheuge zich; dat veel eilanden zich verblijden. Ps 97:2 Rondom Hem zijn wolken en donkerheid, gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid Zijns troons. Ps 97:3 Een vuur gaat voor Zijn aangezicht heen, en het steekt Zijn wederpartijen rondom aan brand. Ps 97:4 Zijn bliksemen verlichten de wereld; het aardrijk ziet ze en het beeft. Ps 97:5 De bergen smelten als was voor het aanschijn des HEEREN, voor het aanschijn des HEEREN der ganse aarde. Ps 97:6 <u>De hemelen verkondigen Zijn gerechtigheid, en alle volken zien Zijn eer</u>. (... ) Ps 97:8 Sion heeft gehoord, en het heeft zich verblijd, en de dochteren van Juda hebben zich verheugd vanwege <u>Uw oordelen</u>, o HEERE! Ps 97:9 Want Gij, HEERE! zijt de Allerhoogste over de gehele aarde; Gij zijt zeer hoog verheven boven alle goden. (...) Ps 97:11 Het licht is voor den rechtvaardige gezaaid, en vrolijkheid voor de oprechten van hart. Ps 97:12 <u>Gij rechtvaardigen! verblijdt u in den HEERE</u>, ... (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 99:1 <u>De HEERE regeert</u>, dat de volken beven; Hij zit [tussen] de cherubim; de aarde bewege zich. Ps 99:2 De HEERE is groot in Sion, en Hij is hoog boven alle volken. (SV)''</blockquote>De aarde zal bewegen (Ps. 99:1) tijdens de grootste aardbeving ooit, wanneer de zevende en laatste schaal is uitgegoten.
Uit een psalm van David:
 
''1Kr 16:30 Schrikt voor Zijn aangezicht, gij, gehele aarde! Ook zal de wereld bevestigd worden, dat zij niet bewogen worde. 1Kr 16:31 <u>Dat de hemelen zich verblijden</u>, en de aarde verheuge zich, en dat men onder de heidenen zegge: <u>De HEERE regeert</u>. 1Kr 16:32 Dat de zee bruise met haar volheid, dat het veld huppele van vreugde, met al wat daarin is. 1Kr 16:33 Dan zullen de bomen des wouds juichen voor het aangezicht des HEEREN, omdat Hij komt, om de aarde te richten. (SV)''
 
Ook psalmen 97 en 99 spreken van Gods regering
 
''Ps 97:1 <u>De HEERE regeert</u>, de aarde verheuge zich; dat veel eilanden zich verblijden. Ps 97:2 Rondom Hem zijn wolken en donkerheid, gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid Zijns troons. Ps 97:3 Een vuur gaat voor Zijn aangezicht heen, en het steekt Zijn wederpartijen rondom aan brand. Ps 97:4 Zijn bliksemen verlichten de wereld; het aardrijk ziet ze en het beeft. Ps 97:5 De bergen smelten als was voor het aanschijn des HEEREN, voor het aanschijn des HEEREN der ganse aarde. Ps 97:6 <u>De hemelen verkondigen Zijn gerechtigheid, en alle volken zien Zijn eer</u>. (... ) Ps 97:8 Sion heeft gehoord, en het heeft zich verblijd, en de dochteren van Juda hebben zich verheugd vanwege <u>Uw oordelen</u>, o HEERE! Ps 97:9 Want Gij, HEERE! zijt de Allerhoogste over de gehele aarde; Gij zijt zeer hoog verheven boven alle goden. (...) Ps 97:11 Het licht is voor den rechtvaardige gezaaid, en vrolijkheid voor de oprechten van hart. Ps 97:12 <u>Gij rechtvaardigen! verblijdt u in den HEERE</u>, ... (SV)''
 
''Ps 99:1 <u>De HEERE regeert</u>, dat de volken beven; Hij zit [tussen] de cherubim; de aarde bewege zich. Ps 99:2 De HEERE is groot in Sion, en Hij is hoog boven alle volken. (SV)''
 
De aarde beweegt tijdens de grootste aardbeving ooit, wanneer de zevende en laatste schaal is uitgegoten.
 
== 7 ==
Opb 19:7 Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; (TELOS)
'''Wij'''. Deze 'wij' sluiten de gemeente, de vrouw van het Lam niet in. Want zij verwijzen naar 'zijn vrouw'. De 'wij' duidt waarschijnlijk op de engelen en misschien ook op/of de oudtestamentische heiligen inclusief Johannes de Doper, de vriend van de bruidegom.
 
'''Hem de heerlijkheid geven'''. Vergelijk:
 
''Opb 19:1 Hierna hoorde ik als een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja! De behoudenis en de <u>heerlijkheid</u> en de macht zijn van onze God!'' (TELOS)
 
'''De bruiloft van het Lam is gekomen'''. Met dit gegeven is de gedachte strijdig, dat de bruiloft van het Lam plaatsvindt ''tijdens'' Daniëls 70e jaarweek.
 
Opvallend is dat de bruiloft wordt genoemd onmiddellijk na het verkondigen van het begin van Gods regering. Het Lam begint te regeren samen met Zijn vrouw. Van deze Koning en Zijn gemalin wordt gesproken in Ps. 45.
 
''Ps 45:6 (45-7) Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid. Ps 45:7 (45-8) Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten. (...) Ps 45:9 (45-10) Dochters van koningen zijn onder Uw kostelijke [staatsdochteren]; <u>de Koningin staat aan Uw rechterhand</u>, in het fijnste goud van Ofir. (SV)''
 
Het eerste gedeelte van het citaat wordt in Hebr. 1 op de Heer Jezus toegepast.
 
'''Hem de heerlijkheid geven'''. Vergelijk:<blockquote>''Opb 19:1 Hierna hoorde ik als een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja! De behoudenis en de <u>heerlijkheid</u> en de macht zijn van onze God!'' (TELOS)</blockquote>'''De bruiloft van het Lam is gekomen'''. Met dit gegeven is de gedachte strijdig, dat de bruiloft van het Lam plaatsvindt ''tijdens'' Daniëls 70e jaarweek.
''Heb 1:8 maar van de Zoon: ‘Uw troon, O God, is tot in alle eeuwigheid en de scepter van de rechtmatigheid is de scepter van uw koningschap. Heb 1:9 U hebt gerechtigheid liefgehad en wetteloosheid gehaat; daarom heeft God, uw God, u gezalfd met vreugdeolie boven uw metgezellen’. (TELOS)''
 
Opvallend is dat de bruiloft wordt genoemd onmiddellijk na het verkondigen van het begin van Gods regering. Het Lam begint te regeren samen met Zijn vrouw. Van deze Koning en Zijn gemalin wordt gesproken in Ps. 45. <blockquote>''Ps 45:6 (45-7) Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid. Ps 45:7 (45-8) Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten. (...) Ps 45:9 (45-10) Dochters van koningen zijn onder Uw kostelijke [staatsdochteren]; <u>de Koningin staat aan Uw rechterhand</u>, in het fijnste goud van Ofir. (SV)''</blockquote>Het eerste gedeelte van het citaat wordt in Hebr. 1 op de Heer Jezus toegepast. <blockquote>''Heb 1:8 maar van de Zoon: ‘Uw troon, O God, is tot in alle eeuwigheid en de scepter van de rechtmatigheid is de scepter van uw koningschap. Heb 1:9 U hebt gerechtigheid liefgehad en wetteloosheid gehaat; daarom heeft God, uw God, u gezalfd met vreugdeolie boven uw metgezellen’. (TELOS)''</blockquote>'''Zijn vrouw'''. Dat is de gemeente van Christus. Zij vormt een tegenstelling met de Grote Hoer. Zij is thans (anno 2021) een verloofde maagd. De vóórhuwelijkse betrekking met het Lam is er al.
'''Zijn vrouw'''. Dat is de gemeente van Christus. Zij vormt een tegenstelling met de Grote Hoer. Zij is thans (anno 2018) een verloofde maagd. De vóórhuwelijkse betrekking met het Lam is er al.
 
Maria gold in haar ondertrouw reeds als de vrouw van Jozef. <blockquote>''Mt 1:20  Terwijl hij echter deze dingen overdacht, zie, een engel van de Heer verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bang uw vrouw Maria tot u te nemen, want wat in haar is verwekt, is uit de Heilige Geest.'' (Telos) </blockquote>'''Zich gereedgemaakt'''. Zij heeft zich opgemaakt, haar sieraden aangedaan en haar bruidskleding aangetrokken.
'''Zich gereedgemaakt'''. Zij heeft haar bruidskleding aangetrokken.
 
== 8 ==