Openbaring 19: verschil tussen versies

1.455 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 158:
 
==13==
Opb 19:<onlyinclude><sup>13</sup> En Hij is bekleed met een in bloed gedoopt kleed, en zijn naam wordt genoemd: het Woord van God. </onlyinclude>(TELOSTelos)
'''Een in bloed gedoopt kleed'''. Het in bloed gedoopte spreekt van het wraakgericht dat de Heer uitvoert. Vergelijk: <blockquote>''Opb 19:15 En uit zijn mond komt een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmigheid van de toorn van God de Almachtige. (TELOS)''</blockquote>Van dat kleed sprak eens de profeet Jesaja: <blockquote>''Jes 63:1 Wie is Deze, Die van Edom komt met besprenkelde klederen, van Bozra? Deze, Die versierd is in Zijn gewaad? Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die in gerechtigheid spreek, Die machtig ben te verlossen. Jes 63:2  Waarom zijt Gij rood aan Uw gewaad, en Uw klederen als van een, die in de wijnpers treedt? Jes 63:3  Ik heb de pers alleen getreden, en er was niemand van de volken met Mij; en Ik heb hen getreden in Mijn toorn, en heb hen vertrapt in Mijn grimmigheid; en hun kracht is gesprengd op Mijn klederen, en al Mijn gewaad heb Ik bezoedeld.'' (SV)</blockquote>Minder waarschijnlijk is dat het in bloed gedoopte kleed spreekt van zijn eigen bloed dat weleer vergoten is op aarde. Maar er zijn wel redenen voor deze tweede uitleg aan te voeren. 1. Het Lam wordt gezien als een lam dat zojuist geslacht is (Opb. 5:6). 2. Vergelijk het in bloed gedoopte kleed van Jozef, dat zijn vader Jacob werd getoond. 3. Vergelijk ook wat gezegd wordt van de levende vogel, die in het bloed van de geslachte vogel wordt gedoopt, als onderdeel van de ontzondiging van een 'melaats' huis. <blockquote>''Le 14:51  ... en de levende vogel zal hij nemen en ze dopen in het bloed van de geslachte vogel en het levende water, en zevenmaal dat huis besprenkelen. Le 14:52  Zo zal hij het huis ontzondigen met het bloed van de vogel, het levende water, de levende vogel, het cederhout, de hysop en het scharlaken. Le 14:53  En de levende vogel zal hij buiten de stad in het open veld laten wegvliegen; zo zal hij verzoening doen over dat huis, en het zal rein zijn. (NBG51)''</blockquote>4. De Heer is het de hemels heiligdom ingegaan 'door' (op grond van) zijn eigen bloed (Heb. 9:12). Tegenwerping: dit wil niet zeggen dat hij met een in bloed gedoopt kleed te hemel is binnengegaan.
'''Een in bloed gedoopt kleed'''. Het in bloed gedoopte spreekt van het wraakgericht dat de Heer uitvoert. Vergelijk:
 
''Opb 19:15 En uit zijn mond komt een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmigheid van de toorn van God de Almachtige. (TELOS)''
 
Van dat kleed sprak eens de profeet Jesaja:
 
''Jes 63:1 Wie is Deze, Die van Edom komt met besprenkelde klederen, van Bozra? Deze, Die versierd is in Zijn gewaad? Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die in gerechtigheid spreek, Die machtig ben te verlossen. Jes 63:2  Waarom zijt Gij rood aan Uw gewaad, en Uw klederen als van een, die in de wijnpers treedt? Jes 63:3  Ik heb de pers alleen getreden, en er was niemand van de volken met Mij; en Ik heb hen getreden in Mijn toorn, en heb hen vertrapt in Mijn grimmigheid; en hun kracht is gesprengd op Mijn klederen, en al Mijn gewaad heb Ik bezoedeld.'' (SV)
 
Minder waarschijnlijk is dat het in bloed gedoopte kleed van zijn eigen bloed dat weleer vergoten is op aarde. Vergelijk het in bloed gedoopte kleed van Jozef, dat zijn vader Jacob werd getoond. Vergelijk ook wat gezegd wordt van de levende vogel, die in het bloed van de geslachte vogel wordt gedoopt, als onderdeel van de ontzondiging van een 'melaats' huis.
 
''Le 14:51  ... en de levende vogel zal hij nemen en ze dopen in het bloed van de geslachte vogel en het levende water, en zevenmaal dat huis besprenkelen. Le 14:52  Zo zal hij het huis ontzondigen met het bloed van de vogel, het levende water, de levende vogel, het cederhout, de hysop en het scharlaken. Le 14:53  En de levende vogel zal hij buiten de stad in het open veld laten wegvliegen; zo zal hij verzoening doen over dat huis, en het zal rein zijn. (NBG51)''
 
'''Zijn naam wordt genoemd'''. In het vorige vers werd de geschreven naam niet genoemd.
 
'''Het Woord van God'''. Hij is het Woord van God (Joh. 1:1), dat vlees is geworden en onder ons heeft gewoond (Joh. 1:14). <blockquote>''Joh 1:1 In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God. (TELOS)''</blockquote>
 
''Joh 1:1 In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God. (TELOS)''
 
==14==
Opb 19:<onlyinclude><sup>14</sup> En de legers die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, bekleed met wit, rein, fijn linnen. </onlyinclude>(TELOS)
'''De legers die in de hemel zijn'''. ''Van diewie'' zijn die legers? Het is het leger van de Heer Jezus: <blockquote>''Opb 19:19 En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers verzameld om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat en tegen <u>zijn leger</u>. (TELOS)''</blockquote>''Wie zijn'' die legers? Verschillende antwoorden zijn hierop te geven: 1. engelen, 2. mensen, 3. mensen en engelen.
 
Voor antwoord 1 pleit:
''Opb 19:19 En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers verzameld om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat en tegen <u>zijn leger</u>. (TELOS)''
 
Wie1. zijn"de legers die legers?in Verschillendede antwoordenhemel zijn" hieropdoet temeer geven:denken 1.aan engelen, 2.dan mensen,aan 3heiligen. mensen en engelen. Voor antwoord 2 pleit:
 
2. Engelen kunnen oorlog voeren.
1. Bekleed-zijn met wit, rein, fijn linnen wordt nergens in de Bijbel van engelen gezegd, wel van de verloste heiligen.
 
3. Zij worden uitgezonden ter wille van hen die de behoudenis zullen beërven. <blockquote>''Heb 1:14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die tot dienst uitgezonden worden ter wille van hen die de behoudenis zullen beerven? (TELOS)'' </blockquote>De Heer verschijnt ook om Israël te verlossen.
''Opb 19:7 Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; Opb 19:8 en haar is gegeven bekleed te zijn met blinkend, rein, fijn linnen, want het fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen.'' (TELOS)
 
Voor antwoord 2 pleit:
2. Als Christus in de wereld verschijnt, wat hier gebeurt, dan zullen wij, de gelovigen, met Hem verschijnen in heerlijkheid.
 
1. Bekleed-zijn met wit, rein, fijn linnen wordt nergens in de Bijbel van engelen gezegd, wel van de verloste heiligen. <blockquote>''Opb 19:7 Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; Opb 19:8 en haar is gegeven bekleed te zijn met blinkend, rein, fijn linnen, want het fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen.'' (TELOS) </blockquote>2. Als Christus in de wereld verschijnt, wat hier gebeurt, dan zullen wij, de gelovigen, met Hem verschijnen in heerlijkheid.<blockquote>''Col 3:4  Wanneer Christus, uw leven, geopenbaard wordt, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.'' (Telos)</blockquote>3. De Heer Jezus verschijnt als de Degeen die oordeelt (11). De heiligen zullen de wereld oordelen. <blockquote>''1Co 6:2  Of weet u niet, dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En als door u de wereld wordt geoordeeld, bent u dan onwaardig voor de geringste rechtszaken?'' (Telos)</blockquote>4. Een gelovige die Hem onder strijd dient, is een soldaat. Aan Titus schreef Paulus:<blockquote>''2Ti 2:3  Lijd mee verdrukking als een goed soldaat van Christus Jezus.'' (Telos)</blockquote>'''Volgden Hem.''' Want zij zijn van Hem. Ze vormen Zijn leger. <blockquote>''Opb 19:19 En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers verzameld om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat en tegen <u>zijn leger</u>. (TELOS)''</blockquote>Hij komt "vergezeld van zijn manschap" (vgl. Spr. 30:31).<blockquote>''Spr 30:29 Met hun drieën zijn ze <u>goed van tred</u>,- vier zijn er met <u>een goede gang</u>: Spr 30:30 een mannetjesleeuw, de held onder het gedierte,- nooit keert hij om voor het aanschijn van wát ook maar; Spr 30:31 een windhond, strak van lendenen, of een bok,- en <u>een koning vergezeld van zijn manschap!</u> (NaB)''</blockquote>De NBG51-vertaling heeft hier "een koning wiens krijgsvolk met hem is". De NBV04-vertaling heeft "een koning aan het hoofd van zijn leger".
''Col 3:4  Wanneer Christus, uw leven, geopenbaard wordt, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.'' (Telos)
 
'''Witte paarden'''. De Heer Jezus rijdt op een wit paard. Zijn(11), zijn ruiters eveneens. De kleur wit spreekt van overwinning.
3. Een gelovige die Hem onder strijd dient, is een soldaat. Aan Titus schreef Paulus:
 
''Opb'Bekleed 19:7met Latenwit, wijrein, blijfijn zijnlinnen'''. enDe ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloftvrouw van het Lam is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; Opb 19:8 en haar is gegeven bekleed te zijn met blinkend, rein, fijn linnen, want; het fijne linnen zijnsymboliseert de gerechtigheden van de heiligen.'' (TELOS19:8).
''2Ti 2:3  Lijd mee verdrukking als een goed soldaat van Christus Jezus.'' (Telos)
 
'''Volgden Hem.''' Want zij zijn van Hem. Ze vormen Zijn leger.
 
''Opb 19:19 En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers verzameld om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat en tegen <u>zijn leger</u>. (TELOS)''
 
''Spr 30:29 Met hun drieën zijn ze <u>goed van tred</u>,- vier zijn er met <u>een goede gang</u>: Spr 30:30 een mannetjesleeuw, de held onder het gedierte,- nooit keert hij om voor het aanschijn van wát ook maar; Spr 30:31 een windhond, strak van lendenen, of een bok,- en <u>een koning vergezeld van zijn manschap!</u> (NaB)''
 
De NBG51-vertaling heeft 'een koning wiens krijgsvolk met hem is'. De NBV-vertaling heeft 'een koning aan het hoofd van zijn leger'.
 
'''Witte paarden'''. De Heer Jezus rijdt op een wit paard. Zijn ruiters eveneens. De kleur spreekt van overwinning.
 
'''Bekleed met wit, rein, fijn linnen'''. Het zijn zuivere lichtwezens, heilige engelen. De vrouw van het Lam is gegeven bekleed te zijn met blinkend, rein, fijn linnen; het fijne linnen symboliseert de gerechtigheden van de heiligen (19:8). In ons onderhavige vers 14 is geen sprake van gerechtigheden. De engelen verrichten niettemin menige goede dienst, ook ten behoeve van de heiligen op aarde.
 
''Heb 1:14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die tot dienst uitgezonden worden ter wille van hen die de behoudenis zullen beerven? (TELOS)''
 
==15==
Opb 19:<onlyinclude><sup>15</sup> En uit zijn mond komt een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmigheid van de toorn van God de Almachtige. </onlyinclude>(TELOS)
'''Uit zijn mond een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat'''. Dat spreekt van een vonnis en de uitvoering ervan. <blockquote>''Ps 2:1 Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? Ps 2:2 De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, [zeggende]: Ps 2:3 Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. Ps 2:4 Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten. Ps 2:5 Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken. Ps 2:6 Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid. Ps 2:7 Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. Ps 2:8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde [tot] Uw bezitting. Ps 2:9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. Ps 2:10 Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde! Ps 2:11 Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving. Ps 2:12 Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij [op] den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen.'' (SV) </blockquote>Het woord van God is scherper dan enig tweesnijdend zwaard. <blockquote>''Heb 4:12 Want het woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot verdeling van ziel en geest, zowel van gewrichten als van merg, en oordeelt de gedachten en overleggingen van het hart. (TELOS)''</blockquote>De Heer Jezus is het Woord van God (13).
'''Uit zijn mond een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat'''. Dat spreekt van een vonnis en de uitvoering ervan.
 
'''Hoeden met een ijzeren staf'''. Gestrengheid jegens het kwaad en de bozen. <blockquote>''Opb 12:5  En zij baarde een zoon, een mannelijk kind, die alle naties zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd weggerukt naar God en naar zijn troon.'' (Telos) </blockquote>Samen met de Heer Jezus, die voornaamste Hoeder, zullen ook heiligen hoeden met een ijzeren staf. <blockquote>''Opb 2:27 en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf; als pottenbakkersvaten worden zij verbrijzeld, zoals ook Ik die macht van mijn Vader heb ontvangen;'' (Telos) </blockquote>Ps. 2:9, boven aangehaald, spreekt van de Zoon die de opstandige volken verplettert "met een ijzeren scepter".
''Ps 2:1 Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? Ps 2:2 De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, [zeggende]: Ps 2:3 Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. Ps 2:4 Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten. Ps 2:5 Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken. Ps 2:6 Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid. Ps 2:7 Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. Ps 2:8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde [tot] Uw bezitting. Ps 2:9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. Ps 2:10 Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde! Ps 2:11 Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving. Ps 2:12 Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij [op] den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen.'' (SV)
 
'''Hij treedt de wijnpersbak enz'''. Hij voert het wraakgericht uit, vgl. vs. 13: "''Hij is bekleed met een in bloed gedoopt kleed" (TELOS)''
Het woord van God is scherper dan enig tweesnijdend zwaard.
 
''Heb 4:12 Want het woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot verdeling van ziel en geest, zowel van gewrichten als van merg, en oordeelt de gedachten en overleggingen van het hart. (TELOS)''
 
'''Hoeden met een ijzeren staf'''. Gestrengheid jegens het kwaad en de bozen.
 
''Opb 12:5  En zij baarde een zoon, een mannelijk kind, die alle naties zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd weggerukt naar God en naar zijn troon.'' (Telos)
 
Samen met de Heer Jezus, die voornaamste Hoeder, zullen ook heiligen hoeden met een ijzeren staf.
 
''Opb 2:27 en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf; als pottenbakkersvaten worden zij verbrijzeld, zoals ook Ik die macht van mijn Vader heb ontvangen;'' (Telos)
 
'''Hij treedt de wijnpersbak enz'''. Hij voert het wraakgericht uit.
 
''Opb 19:13 En Hij is bekleed met een in bloed gedoopt kleed, en zijn naam wordt genoemd: het Woord van God. (TELOS)''
 
==16==
Opb 19:<onlyinclude><sup>16</sup> En Hij heeft op zijn kleed en op zijn heup een geschreven naam: Koning van de koningen en Heer van de heren. </onlyinclude>(TELOSTelos)
'''Zijn kleed'''. Dat in bloed gedoopt is (19:13). Deze Koning hing met een bebloed lichaam aan het kruis van Golgotha.
 
'''Geschreven naam'''. Naast de hier vermelde naam heeft Hij ook een geschreven naam die niemand kent dan Hijzelf.<blockquote>''Opb 19:12 En zijn ogen zijn als een vuurvlam en op zijn hoofd zijn vele diademen en Hij heeft een geschreven naam, die niemand kent dan Hijzelf. (TELOS)''</blockquote>'''Koning van koningen, Heer van heren'''. Hij is "de overste van de koningen van de aarde".
 
'''Geschreven naam'''. Naast de hier vermelde naam heeft Hij ook een geschreven naam die niemand kent dan Hijzelf.<blockquote>''Opb 19:12 En zijn ogen zijn als een vuurvlam en op zijn hoofd zijn vele diademen en Hij heeft een geschreven naam, die niemand kent dan Hijzelf. (TELOS)''</blockquote>'''Koning van koningen, Heer van heren'''. Hij is "de overste van de koningen van de aarde". <blockquote>''Opb 1:5 en van Jezus Christus, de trouwe getuige, de eerstgeborene van de doden en de overste van de koningen van de aarde. Hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft verlost door zijn bloed, (TELOS)''</blockquote>
 
==17 ==