Openbaring 21: verschil tussen versies

2.593 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 86:
Uit Opb. 22 blijkt duidelijk dat de Heer Jezus van Zichzelf zegt te zijn de Alfa en de Omega.<blockquote>''Opb 22:12 Zie, Ik kom spoedig, en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden zoals zijn werk is. Opb 22:13 Ik ben <u>de alfa en de omega</u>, de eerste en de laatste, <u>het begin en het einde.</u> (...) Opb 22:16 Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster. (...) Opb 22:20 Hij die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig! Amen, kom, Heer Jezus! (TELOS)''</blockquote>'''Geven uit de bron van het water van het leven'''. <blockquote>''Opb 7:17 want het Lam dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen leiden naar bronnen van levenswateren, en God zal elke traan van hun ogen afwissen.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Opb 22:1 En hij toonde mij een rivier van levenswater, blinkend als kristal, die uitging vanuit de troon van God en van het Lam. (TELOS)''</blockquote>In de hof van Eden was een rivier.
 
== 7 ==
== Opb. 21:7. De erfenis van de overwinnaar ==
<onlyinclude><sup>7</sup> Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal Hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn. </onlyinclude>(Telos)
'''Wie overwint'''. Geloven in en wandelen met God/Jezus, daarin volhardend, is een strijd. Van "overwinnen" is dikwijls sprake in dit Bijbelboek.
 
'''Deze dingen beërven'''. 'Deze dingen': de nieuw geschapen dingen, levenswater, Vergelijk: <blockquote>''Tit 3:4 Maar toen de goedertierenheid en de mensenliefde van God, onze Heiland, verschenen is, Tit 3:5 heeft Hij ons behouden, niet op grond van werken in gerechtigheid, die wij hadden gedaan, maar naar zijn barmhartigheid, door de wassing van de wedergeboorte en de vernieuwing van de Heilige Geest, Tit 3:6 die Hij rijkelijk over ons heeft uitgestort door Jezus Christus, onze Heiland, Tit 3:7 opdat wij, door zijn genade gerechtvaardigd, <u>erfgenamen werden naar de hoop van het eeuwige leven</u>.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''1Co 3:21 Laat daarom niemand in mensen roemen; want alles is van u: 1Co 3:22 hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Kefas, hetzij wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij tegenwoordige, hetzij <u>toekomstige dingen, alles is van u</u>;'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Joh 7:38 Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. (TELOS)''</blockquote>Tegenover deze erfenis staat in het volgende vers het "deel" dat de zondaars zullen ontvangen.
 
'''Ik zal Hem een God zijn'''. <blockquote>''Opb 21:3 En ik hoorde een luide stem vanuit de troon zeggen: Zie, de tabernakel van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn, hun God. (TELOS)''</blockquote>
Regel 158:
|}
 
== Opb. 21:8. De tweede dood ==
Opb 21:<onlyinclude><sup>8</sup> Maar voor de bangen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, hoereerders, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt; dit is de tweede dood. </onlyinclude>(TELOSTelos)
'''Bangen.''' Misschien gaat het om vreesachtigen die wel een begin met het volgen van Christus hebben gemaakt, maar vrezend voor het kruis, zich onttrokken hebben aan de daarmee verbonden strijd<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901).</ref> (vers. 7 spreekt van overwinnen). <blockquote>''Mt 10:25  Het is de discipel genoeg dat hij wordt als zijn meester, en de slaaf als zijn heer. Als zij de heer des huizes Beelzebul hebben genoemd, hoeveel te meer zijn huisgenoten!  Mt 10:26  Weest dan niet bang voor hen; want er is niets bedekt dat niet ontdekt, en verborgen dat niet bekend zal worden. Mt 10:27  Wat Ik u zeg in de duisternis, zegt dat in het licht; en wat u in het oor hoort, predikt dat op de daken. Mt 10:28  En weest niet bang voor hen die het lichaam doden maar de ziel niet kunnen doden, maar weest veeleer bang voor Hem die zowel ziel als lichaam kan verderven in de hel. Mt 10:29  Worden niet twee musjes voor een penning verkocht? En niet een van hen zal op de aarde vallen zonder uw Vader. Mt 10:30  Van u echter zijn zelfs de haren van uw hoofd alle geteld. Mt 10:31  Weest dan niet bang; u gaat vele musjes te boven.'' (Telos) </blockquote>'''Ongelovigen.''' De ongelovigen, die geen begin maakten met het volgen van Christus, omdat zij niet geloven wilden. <blockquote>''Tit 1:15 Voor de reinen is alles rein, maar voor de besmetten en <u>ongelovigen</u> is niets rein, maar zowel hun verstand als hun geweten is besmet. Tit 1:16 Zij belijden God te kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, daar zij <u>verfoeilijk</u> en ongehoorzaam zijn en voor alle goed werk ongeschikt.'' (TELOS)</blockquote>'''Verfoeilijken'''. Zie aangehaalde vers Tit. 1:16.
'''Ongelovigen, verfoeilijken'''.
 
'Verfoeilijken' of 'gruwelbedrijvers'<ref>Voetnoot in de [[Telos-vertaling]].</ref>. <blockquote>''Opb 17:4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en had een gouden drinkbeker in haar hand, vol <u>gruwelen</u> en de onreinheden van haar hoererij. (TELOS)''</blockquote>In het nieuwe Jeruzalem niemand binnengaan die gruwel doet. <blockquote>''Opb 21:27 En geenszins zal iets onheiligs binnengaan , noch wie <u>gruwel</u> en leugen doet, behalve zij die geschreven zijn in het boek van het leven van het Lam. (TELOS)''</blockquote>'''Moordenaars.''' In de apocalyptische tijd worden vele martelaren vermoord.
''Tit 1:15 Voor de reinen is alles rein, maar voor de besmetten en <u>ongelovigen</u> is niets rein, maar zowel hun verstand als hun geweten is besmet. Tit 1:16 Zij belijden God te kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, daar zij <u>verfoeilijk</u> en ongehoorzaam zijn en voor alle goed werk ongeschikt.'' (TELOS)
 
'''Hoereerders.''' Plegers van seksuele [[ontucht]], niet alleen mannen die seks met hoeren hebben. Zie [[Hoereerder]]. '''Hun deel is in de poel'''. De poel en wat daarin is, is hun deel, hun erfenis. Dit deel staat tegenover de erfenis genoemd in vers 7.
'Verfoeilijken' of 'gruwelbedrijvers'<ref>Voetnoot in de [[Telos-vertaling]].</ref>.
 
''Opb 17:4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en had een gouden drinkbeker in haar hand, vol <u>gruwelen</u> en de onreinheden van haar hoererij. (TELOS)''
 
In het nieuwe Jeruzalem niemand binnengaan die gruwel doet.
 
''Opb 21:27 En geenszins zal iets onheiligs binnengaan , noch wie <u>gruwel</u> en leugen doet, behalve zij die geschreven zijn in het boek van het leven van het Lam. (TELOS)''
 
'''Hun deel is in de poel'''. De poel en wat daarin is, is hun deel, hun erfenis. Dit deel staat tegenover de erfenis genoemd in vers 7.
 
'''De poel die van vuur en zwavel brandt'''. Dat is de [[Helen Cadbury Alexander|hel]].
Regel 178 ⟶ 170:
'''De tweede dood'''. [[Dood]] brengt scheiding en is het tegendeel van het leven. De tweede dood is een toestand van gescheiden-zijn van God, die het Leven is. Zie [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Tweede dood]].
 
== 9 ==
== Opb. 21:9. Een engel kondigt het tonen van de bruid aan ==
Opb 21:<onlyinclude><sup>9 </sup> En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam tonen. </onlyinclude>(TELOSTelos)
'''Een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden'''. <blockquote>''Opb 15:1  En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaar: zeven engelen die de zeven laatste plagen hadden, want hiermee is de grimmigheid van God voleindigd.'' (Telos) </blockquote>Een van hen had ook het oordeel van de grote Hoer getoond, Joh 17:1.
 
'''Zeven laatste plagen'''. 'Laatste' is een aanwijzing dat deze plagen in tijdsorde nà de zes bazuinen komen.
 
'''De bruid, de vrouw van het Lam tonen'''. Johannes had de stad al uit de hemel zien neerdalen van God. <blockquote>''Opb 21:2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, gereed als een bruid die voor haar man versierd is. (TELOS)''</blockquote>
 
== 10 ==
''Opb 21:2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, gereed als een bruid die voor haar man versierd is. (TELOS)''
Opb 21:<onlyinclude><sup>10</sup> En hij voerde mij weg in [de] geestGeest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, die uit de hemel neerdaalde van God (TELOS/onlyinclude>(Telos)
'''In [de] Geest.''' Of: in [de] geest.
 
'''Op een grote en hoge berg.''' Johannes was vroeger in zijn lichaam meegenomen naar een hoge [[berg]], waar zijn Meester voor zijn ogen verheerlijkt werd. Die Meester was voordien door de duivel, een gevallen engel, meegenomen naar een zeer hoge berg. <blockquote>''Mt 4:8  Opnieuw nam de duivel Hem mee naar een zeer hoge berg en toonde Hem alle koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid'' (Telos)</blockquote>'''Die uit de hemel neerdaalde van God'''. Opnieuw ziet hij de stad uit de hemel neerdalen van God.<blockquote>''Opb 21:2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, gereed als een bruid die voor haar man versierd is. (TELOS)''</blockquote>
== Opb. 21:10. Johannes weggevoerd en hem getoond ==
Opb 21:10 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, die uit de hemel neerdaalde van God (TELOS)
'''Die uit de hemel neerdaalde van God'''. Opnieuw ziet hij de stad uit de hemel neerdalen van God.
 
== 11 ==
''Opb 21:2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, gereed als een bruid die voor haar man versierd is. (TELOS)''
Opb 21:<onlyinclude><sup>11</sup> en de heerlijkheid van God had. Haar lichtglans was aan zeer kostbaar gesteente gelijk, als een kristalheldere jaspissteen. </onlyinclude>(TELOSTelos)
'''Heerlijkheid van God'''. Een zichtbare goddelijke lichtglans had zij<ref name=":1">Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Opb. 21:11. </ref>.
 
'''Haar lichtglas.''' Behoorde tot de heerlijkheid die zij van God had. Zie ook [[Licht]].
== Opb. 21:11. De heerlijke lichtglans van de stad ==
Opb 21:11 en de heerlijkheid van God had. Haar lichtglans was aan zeer kostbaar gesteente gelijk, als een kristalheldere jaspissteen. (TELOS)
'''Heerlijkheid van God'''. Een zichtbare goddelijke lichtglans had zij<ref name=":1">Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Opb. 21:11. </ref>.
 
'''Kristalheldere jaspissteen'''. Zie [[Jaspis]].
 
In Openbaring 4:3 zag Johannes dat Degene die op de Troon zat "was van aanzien een jaspis- en sardiussteen gelijk". In Openbaring 20 word Jaspis gebruikt om te schoonheid van het Nieuw Jeruzalem te schetsen. Het uiterlijk van de stad, die de heerlijkheid van God heeft, is gelijk aan jaspis (vers 11) en zowel haar muren (vers 18) als het eerste fundament (vers 19) van de stad zijn gemaakt van jaspis.
 
Sommigen denken bijdat ditmet 'kristalheldere jaspis' dat misschien de diamant is bedoeld<ref name=":1" />. [[John Gill]] wijst op twee bijzondere Jaspissoorten die overeenkomen met een <nowiki>''</nowiki>kristalheldere jaspissteen':
# Aerizusa, die aan lucht gelijk is<ref>''John Gill's Expositor'', commentaar bij Opb. 21:11, verwijst naar Ruaeus de Gemmis, l. 2. c. 1.</ref>;
# Crystallizusa<ref>''John Gill's Expositor'', commentaar bij Opb. 21:11, verwijst naar Dioscorides, l. 5. c. 160.</ref>, die helder is als kristal. Plinius spreekt<ref>''John Gill's Expositor'', commentaar bij Opb. 21:11, verwijst naar Plinius' werk ''Nat. Hist''. l. 37. c. 9.</ref> van een witte 'jasper' 'genaamd 'Astrios', 'die volgens hem bijna kristal is en die gevonden wordt in India, en op de kusten van Pallene<ref>Dat is het schiereiland Kassandra.</ref>.