Openbaring 22: verschil tussen versies

1.456 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 87:
 
== 14 ==
Opb 22:<onlyinclude><sup>14</sup> Gelukkig zij die hun lange kleren wassen, opdat zij recht hebben op de boom van het leven en zij door de poorten de stad binnengaan. </onlyinclude>(TELOSTelos)
'''Die hun lange kleren wassen'''. "Hun lange kleren" ziet op hun hele verschijning van kop tot teen, fig. hun hele wandel, hun gedrag. Zie [[Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Kleren]].Reiniging geschiedt door toepassing van het bloed van het Lam. <blockquote>''Opb 7:13  En een van de oudsten antwoordde en zei tot mij: Dezen die bekleed zijn met lange witte kleren, wie zijn zij en vanwaar zijn zij gekomen? Opb 7:14  En ik zei tot hem: Mijn heer, u weet het. En hij zei tot mij: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun lange kleren gewassen en ze wit gemaakt in het bloed van het Lam.''</blockquote>De gelovigen moeten zelf hun kleren wassen: ze moeten hun vlekken inzien (erkennen, belijden) en het bloed van het Lam toepassen, dat is aannemen, geloven, dat het bloed van Jezus reinigt van deze hun zondevlekken.
 
Regel 107:
 
== 16 ==
Opb 22:<onlyinclude><sup>16</sup> Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster. </onlyinclude>(TELOSTelos)
'''Heb mijn engel gezonden'''. Jezus is de gebieder der engelen, hijHij is niet zelf een engel (Hebr. 1). (→ [[Godheid van Jezus Christus#Heer der engelen]]). Vergelijk:<blockquote>''Opb 1:1 Openbaring van Jezus Christus, die God Hem heeft gegeven om zijn slaven te tonen wat spoedig moet gebeuren; en <u>Hij heeft die door zijn engel gezonden</u> en aan zijn slaaf Johannes te kennen gegeven. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 22:6 En hij zei tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig, en de Heer, de God van de geesten van de profeten, <u>heeft zijn engel gezonden</u> om zijn slaven te tonen wat met spoed moet gebeuren. (TELOS)''</blockquote>'''Ik ben de wortel en het geslacht van David'''. De Heer schijnt hier te zeggen dat David uit hem is voortgesproten als uit een wortel. DeHet omgekeerde is de bedoeling: de Heer Jezus is uit David voortgesproten; dat is hier de betekenis van 'wortel'. Hij is 'het geslacht van David': een nakomeling van die beroemde Israëlitische koning. Hij zal zitten op de troon van zijn vader David. Hij is de messiaanse koning.
 
'''De blinkende morgenster'''. De [[morgenster]] kondigt de opgaande [[zon]], de komst van een nieuwe dag aan. De Heer is beide de Morgenster en de opgaande Zon der gerechtigheid. Voor de gemeenten verschijnt hij als de morgenster. Daarna verschijnt Hij met hen als de Zon der gerechtigheid.<blockquote>''Mal 4:2 Maar voor u die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan en onder Zijn vleugels zal genezing zijn; en u zult naar buiten gaan en dartelen als kalveren uit de stal. (HSV)''</blockquote>Eerder in het boek Openbaring wordt de Heer Jezus vergeleken met een licht, te weten een lamp voor het nieuwe Jeruzalem.<blockquote>''Opb 21:23 En de stad heeft de zon of de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlichtte haar en haar lamp is het Lam.'' (Telos)</blockquote>
 
''Mal 4:2 Maar voor u die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan en onder Zijn vleugels zal genezing zijn; en u zult naar buiten gaan en dartelen als kalveren uit de stal. (HSV)''
 
== 17 ==
Opb 22:<onlyinclude><sup>17</sup> En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; laat hij die wil, het levenswater nemen om niet. </onlyinclude>(TELOSTelos)
'''De Geest'''. Dat is de Heilige Geest. Hij is een Persoon, zoals ook hier blijkt: Hij spreekt. En Hij wordt onderscheiden van de Zoon van God.
 
'''De bruid'''. Dat is de vrouw van het Lam (→ [[Bruid, bruidegom]])
 
'''Zeggen.''' Beide de Geest en de bruid zeggen: Kom! Zij zeggen het elk van harte.
 
'''Kom!''' Zie vs. 20.
 
'''En laat hij die het hoort, zeggen: Kom!''' Een aanmoediging om deel te nemen aan de oproep.
 
'''Dorst'''. Een geestelijke dorst.
 
'''Het levenswater'''. Vergelijk: <blockquote>''Joh 4:10 Jezus antwoordde en zei tot haar: Als u de gave van God kende en Wie Hij is die tot u zegt: Geef Mij te drinken, dan zou u aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven. Joh 4:11 De vrouw zei tot Hem: Heer, U hebt geen putemmer en de put is diep; waar hebt U dan het levende water vandaan? (...) Joh 4:13 Jezus antwoordde en zei tot haar: Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst hebben; Joh 4:14 maar ieder die drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst hebben; maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een bron van water dat springt tot in het eeuwige leven. Joh 4:15 De vrouw zei tot Hem: Heer, geef mij dat water, opdat ik geen dorst heb en ik niet meer hier kom om te putten. (TELOS)''</blockquote>
'''Het levenswater'''. Vergelijk:
 
== 18 ==
<onlyinclude><sup>18</sup> Ik betuig aan een ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek beschreven zijn; </onlyinclude>(Telos)
'''Ik.''' Waarschijnlijk de Heer Jezus, vgl. verzen 16 en 20<ref>''John Gill's Expositor.''</ref>. In vers 8 specificeert de schrijver: "ik, Johannes". Een andere mening<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987). </ref> houdt echter de 'ik' voor de schrijver, Johannes.
 
== 20 ==
<onlyinclude><sup>20</sup> Hij die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig! Amen, kom, Heer Jezus! </onlyinclude>(Telos)
'''Hij.''' D.i. de Heer Jezus.
 
'''Kom, Heer Jezus!''' Zie vs. 17.
''Joh 4:10 Jezus antwoordde en zei tot haar: Als u de gave van God kende en Wie Hij is die tot u zegt: Geef Mij te drinken, dan zou u aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven. Joh 4:11 De vrouw zei tot Hem: Heer, U hebt geen putemmer en de put is diep; waar hebt U dan het levende water vandaan? (...) Joh 4:13 Jezus antwoordde en zei tot haar: Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst hebben; Joh 4:14 maar ieder die drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst hebben; maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een bron van water dat springt tot in het eeuwige leven. Joh 4:15 De vrouw zei tot Hem: Heer, geef mij dat water, opdat ik geen dorst heb en ik niet meer hier kom om te putten. (TELOS)''
 
== Varia ==