Openbaring van Johannes/Onderwerpen: verschil tussen versies

k
Regel 30:
 
De vierentwintig oudsten zijn rondom de troon van God in de hemel.
 
Martelaren uit de laatste jaarweek van Daniël roepen om wraak aan hen die op de aarde wonen.
 
''Opb 6:10  En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan <u>hen die op de aarde wonen</u>?'' (Telos)
 
''Opb 8:13 En ik zag en ik hoorde een arend in het midden van de hemel, die met luider stem zei: Wee, wee, wee <u>hun die op de aarde wonen</u>, vanwege de overige stemmen van de bazuin van de drie engelen die gaan bazuinen. (TELOS)''
Regel 35 ⟶ 39:
De twee getuigen, die na hun marteldood worden opgewekt, stegen op naar de hemel.
 
''Opb 11:10 En zij die op de aarde wonen, verblijden zich over hen en zijn vrolijk en zullen elkaar geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen die op de aarde wonen gepijnigd hadden. (...) Opb 11:12 En zij hoorden een luide stem uit de hemel tot hen zeggen: Komt hier op! En zij stegen op naar de hemel in een wolk, en hun vijanden aanschouwden hen.'' ''(Telos)''
 
''Opb 13:6 En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en <u>hen die in de hemel wonen</u>. (...)'' ''Opb 13:8  En <u>allen die op de aarde wonen</u>, zullen hem aanbidden, ieder wiens naam, van de grondlegging van de wereld af, niet geschreven staat in het boek van het leven van het Lam dat geslacht is.'' (Telos)
''Opb 11:10 En zij die op de aarde wonen, verblijden zich over hen en zijn vrolijk en zullen elkaar geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen die op de aarde wonen gepijnigd hadden. (TELOS)''
 
''Opb 13:12  En het oefent al het gezag van het eerste beest uit in diens tegenwoordigheid; en het maakt dat <u>de aarde en zij die erop wonen</u>, het eerste beest aanbidden, van wie de dodelijke wond genezen was.'' (...) ''Opb 13:14  En het misleidt <u>hen die op de aarde wonen</u>, door de tekenen die hem gegeven zijn te doen in tegenwoordigheid van het beest, en het zegt tot <u>hen die op de aarde wonen</u>, dat zij voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer leefde, een beeld moesten maken.'' (Telos)
''Opb 13:6 En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen. (TELOS)''
 
''Opb 14:2 En ik hoorde een stem <u>uit de hemel</u> als <u>een stem</u> van vele wateren en als een stem van een zware donderslag. En <u>de stem</u> die ik hoorde, was als <u>van harpspelers</u> die op hun harpen spelen. (TELOS)''
Regel 45 ⟶ 49:
''Opb 14:6 En ik zag een andere engel vliegen in het midden van de hemel, die het eeuwig evangelie had, om het te verkondigen aan <u>hen die op de aarde wonen</u> en aan elke natie en geslacht en taal en volk, (TELOS)''
 
''Opb 17:8  Het beest dat u gezien hebt, was en is niet en zal uit de afgrond opstijgen en ten verderve gaan; en <u>zij die op de aarde wonen</u>, van wie de naam van de grondlegging van de wereld af niet geschreven is in het boek van het leven, zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat het was en niet is en zal zijn.'' (Telos)
''Opb 18:20 Wees vrolijk over haar, <u>hemel</u>, en u, heiligen en apostelen en profeten, omdat God uw rechtszaak tegen haar berecht heeft. (TELOS)''
 
''Opb 18:20 Wees vrolijk over haar, <u>hemel</u>, en u, heiligen en apostelen en profeten, omdat God uw rechtszaak tegen haar berecht heeft. (TELOSTelos)''
 
''Opb 19:1 Hierna hoorde ik als een luide stem van'' ''<u>een grote menigte in de hemel</u> zeggen: Halleluja! De behoudenis en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God! (TELOS)''