Openbaring van Johannes/Onderwerpen: verschil tussen versies

k
Regel 23:
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen hen die op de aarde wonen en hen die in de hemel wonen.
 
De Heer Jezus bewaart de gelovigen voor het uur van de verzoeking. De verzoeking komt tot 'hen die op de aarde wonen'. De gelovigen komen niet in dat uur. Ze zijn dan in de hemel.<blockquote>''Opb 3:10 Omdat u het woord van mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, dat over het hele aardrijk zal komen, om te verzoeken hen die op de aarde wonen. (TELOS)''</blockquote>Johannes ziet de toekomstige dingen vanuit de hemel, waarheen hij is opgegaan. <blockquote>''Opb 4:1 Hierna zag ik, en zie, een deur was geopend in de hemel, en de eerste stem die ik gehoord had als van een bazuin, die met mij sprak, zei: Kom hier op en Ik zal u tonen wat hierna moet gebeuren. (TELOS)''</blockquote>De vierentwintig oudsten zijn rondom de troon van God in de hemel.
 
Martelaren uit de laatste jaarweek van Daniël roepen om wraak aan hen die op de aarde wonen. <blockquote>''Opb 6:10  En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan <u>hen die op de aarde wonen</u>?'' (Telos) </blockquote><blockquote>''Opb 8:13 En ik zag en ik hoorde een arend in het midden van de hemel, die met luider stem zei: Wee, wee, wee <u>hun die op de aarde wonen</u>, vanwege de overige stemmen van de bazuin van de drie engelen die gaan bazuinen. (TELOS)''</blockquote>De twee getuigen, die na hun marteldood worden opgewekt, stegen op naar de hemel. <blockquote>''Opb 11:10 En zij die op de aarde wonen, verblijden zich over hen en zijn vrolijk en zullen elkaar geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen die op de aarde wonen gepijnigd hadden. (...) Opb 11:12 En zij hoorden een luide stem uit de hemel tot hen zeggen: Komt hier op! En zij stegen op naar de hemel in een wolk, en hun vijanden aanschouwden hen.'' ''(Telos)''</blockquote><blockquote>''Opb 13:6 En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en <u>hen die in de hemel wonen</u>. (...)'' ''Opb 13:8  En <u>allen die op de aarde wonen</u>, zullen hem aanbidden, ieder wiens naam, van de grondlegging van de wereld af, niet geschreven staat in het boek van het leven van het Lam dat geslacht is.'' (...) ''Opb 13:12  En het oefent al het gezag van het eerste beest uit in diens tegenwoordigheid; en het maakt dat <u>de aarde en zij die erop wonen</u>, het eerste beest aanbidden, van wie de dodelijke wond genezen was.'' (...) ''Opb 13:14  En het misleidt <u>hen die op de aarde wonen</u>, door de tekenen die hem gegeven zijn te doen in tegenwoordigheid van het beest, en het zegt tot <u>hen die op de aarde wonen</u>, dat zij voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer leefde, een beeld moesten maken.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 14:2 En ik hoorde een stem <u>uit de hemel</u> als <u>een stem</u> van vele wateren en als een stem van een zware donderslag. En <u>de stem</u> die ik hoorde, was als <u>van harpspelers</u> die op hun harpen spelen. (...) Opb 14:6 En ik zag een andere engel vliegen in het midden van de hemel, die het eeuwig evangelie had, om het te verkondigen aan <u>hen die op de aarde wonen</u> en aan elke natie en geslacht en taal en volk, (Telos)''</blockquote><blockquote>''Opb 17:8  Het beest dat u gezien hebt, was en is niet en zal uit de afgrond opstijgen en ten verderve gaan; en <u>zij die op de aarde wonen</u>, van wie de naam van de grondlegging van de wereld af niet geschreven is in het boek van het leven, zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat het was en niet is en zal zijn.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 18:20 Wees vrolijk over haar, <u>hemel</u>, en u, heiligen en apostelen en profeten, omdat God uw rechtszaak tegen haar berecht heeft. (Telos)''</blockquote><blockquote>''Opb 19:1 Hierna hoorde ik als een luide stem van'' ''<u>een grote menigte in de hemel</u> zeggen: Halleluja! De behoudenis en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God! (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 19:14 En <u>de legers die in de hemel zijn</u>, volgden Hem op witte paarden, bekleed met wit, rein, fijn linnen. (TELOS)''</blockquote>
''Opb 3:10 Omdat u het woord van mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, dat over het hele aardrijk zal komen, om te verzoeken hen die op de aarde wonen. (TELOS)''
 
Johannes ziet de toekomstige dingen vanuit de hemel, waarheen hij is opgegaan.
 
''Opb 4:1 Hierna zag ik, en zie, een deur was geopend in de hemel, en de eerste stem die ik gehoord had als van een bazuin, die met mij sprak, zei: Kom hier op en Ik zal u tonen wat hierna moet gebeuren. (TELOS)''
 
De vierentwintig oudsten zijn rondom de troon van God in de hemel.
 
Martelaren uit de laatste jaarweek van Daniël roepen om wraak aan hen die op de aarde wonen.
 
''Opb 6:10  En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan <u>hen die op de aarde wonen</u>?'' (Telos)
 
''Opb 8:13 En ik zag en ik hoorde een arend in het midden van de hemel, die met luider stem zei: Wee, wee, wee <u>hun die op de aarde wonen</u>, vanwege de overige stemmen van de bazuin van de drie engelen die gaan bazuinen. (TELOS)''
 
De twee getuigen, die na hun marteldood worden opgewekt, stegen op naar de hemel.
 
''Opb 11:10 En zij die op de aarde wonen, verblijden zich over hen en zijn vrolijk en zullen elkaar geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen die op de aarde wonen gepijnigd hadden. (...) Opb 11:12 En zij hoorden een luide stem uit de hemel tot hen zeggen: Komt hier op! En zij stegen op naar de hemel in een wolk, en hun vijanden aanschouwden hen.'' ''(Telos)''
 
''Opb 13:6 En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en <u>hen die in de hemel wonen</u>. (...)'' ''Opb 13:8  En <u>allen die op de aarde wonen</u>, zullen hem aanbidden, ieder wiens naam, van de grondlegging van de wereld af, niet geschreven staat in het boek van het leven van het Lam dat geslacht is.'' (Telos)
 
''Opb 13:12  En het oefent al het gezag van het eerste beest uit in diens tegenwoordigheid; en het maakt dat <u>de aarde en zij die erop wonen</u>, het eerste beest aanbidden, van wie de dodelijke wond genezen was.'' (...) ''Opb 13:14  En het misleidt <u>hen die op de aarde wonen</u>, door de tekenen die hem gegeven zijn te doen in tegenwoordigheid van het beest, en het zegt tot <u>hen die op de aarde wonen</u>, dat zij voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer leefde, een beeld moesten maken.'' (Telos)
 
''Opb 14:2 En ik hoorde een stem <u>uit de hemel</u> als <u>een stem</u> van vele wateren en als een stem van een zware donderslag. En <u>de stem</u> die ik hoorde, was als <u>van harpspelers</u> die op hun harpen spelen. (TELOS)''
 
''Opb 14:6 En ik zag een andere engel vliegen in het midden van de hemel, die het eeuwig evangelie had, om het te verkondigen aan <u>hen die op de aarde wonen</u> en aan elke natie en geslacht en taal en volk, (TELOS)''
 
''Opb 17:8  Het beest dat u gezien hebt, was en is niet en zal uit de afgrond opstijgen en ten verderve gaan; en <u>zij die op de aarde wonen</u>, van wie de naam van de grondlegging van de wereld af niet geschreven is in het boek van het leven, zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat het was en niet is en zal zijn.'' (Telos)
 
''Opb 18:20 Wees vrolijk over haar, <u>hemel</u>, en u, heiligen en apostelen en profeten, omdat God uw rechtszaak tegen haar berecht heeft. (Telos)''
 
''Opb 19:1 Hierna hoorde ik als een luide stem van'' ''<u>een grote menigte in de hemel</u> zeggen: Halleluja! De behoudenis en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God! (TELOS)''
 
''Opb 19:14 En <u>de legers die in de hemel zijn</u>, volgden Hem op witte paarden, bekleed met wit, rein, fijn linnen. (TELOS)''
 
==Die is en die was en die komt==
Regel 202 ⟶ 170:
'''Jezus op de troon van God.''' Onze Heiland en Heer Jezus Christus, de Zoon van God, zit op de troon van God. Het is "de troon van God en van het Lam". <blockquote>''Opb 3:21  Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, zoals ook Ik overwonnen en Mij gezet heb met mijn Vader op zijn troon.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 5:6  En ik zag in het midden van de troon en van de vier levende wezens en in het midden van oudsten een Lam staan als geslacht; het had zeven horens en zeven ogen, welke zijn de zeven Geesten van God, uitgezonden over de hele aarde.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 7:17  want het Lam dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen leiden naar bronnen van levenswateren, en God zal elke traan van hun ogen afwissen.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 12:5  En zij baarde een zoon, een mannelijk kind, die alle naties zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd weggerukt naar God en naar zijn troon.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 22:1  En hij toonde mij een rivier van levenswater, blinkend als kristal, die uitging vanuit de troon van God en van het Lam.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 22:3  En er zal geen enkele vervloeking meer zijn; en de troon van God en van het Lam zal daarin zijn en zijn slaven zullen Hem dienen,'' (Telos)</blockquote>'''De stem vanaf de troon.''' <blockquote>''Opb 19:5 En van de troon ging een stem uit die zei: Prijst onze God, al zijn slaven, <en> u die Hem vreest, kleinen en groten!'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 21:3  En ik hoorde een luide stem vanuit de troon zeggen: Zie, de tabernakel van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn, hun God.'' (Telos)</blockquote>Waarschijnlijk de stem van de Zoon van God, onze Heer en Heiland Jezus Christus. Hij zit immers op de troon van God.
==Tijd, tijden en halve tijd==
<blockquote>''Opb 12:14 En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven, opdat zij in de woestijn zou vliegen naar haar plaats, waar zij gevoed wordt <u>een tijd en tijden en een halve tijd</u>, buiten het gezicht van de slang.'' (TELOS)</blockquote>De aanduiding komt ook voor in Dan. 7:25 en 12:7.<blockquote>''Da 7:25 Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor <u>een tijd, tijden en een halve tijd</u>. (HSV)''</blockquote>Alternatieve aanduidingen zijn "twaalfhonderdzestig dagen" (zie aldaar) en "tweeënveertig maanden" (zie aldaar).
 
== Tijdrekenkunde ==
De aanduiding komt ook voor in Dan. 7:25 en 12:7.
Het boek Openbaring bevat tijdrekenkundige aanwijzingen, zoals 'laatste' in 'de zeven laatste plagen'. <blockquote>''Opb 15:1  En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaar: zeven engelen die de zeven laatste plagen hadden, want hiermee is de grimmigheid van God voleindigd.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 21:9  En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam tonen.'' (Telos)</blockquote>Zie ook
 
* ''Tijd, tijden en halve tijd''
''Da 7:25 Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor <u>een tijd, tijden en een halve tijd</u>. (HSV)''
* ''Twaalfhonderdzestig (1260) dagen''
* ''Tweeënveertig (42) maanden''
 
Alternatieve aanduidingen zijn "twaalfhonderdzestig dagen" (zie aldaar) en "tweeënveertig maanden" (zie aldaar).
==Twaalf (12)==
Het getal twaalf komt in verschillende plaatsen en betrekkingen voor: de vrouw bekleed met de zon heeft een kroon van twaalf sterren (12:1). De 24 oudsten zijn 2 x 12 oudsten. De 144.000 Israëlieten zijn uit de 12: 12 x 12.000.
 
== Twaalfhonderdzestig (1260) dagen==
<blockquote>''Opb 11:3 En ik zal aan mijn twee getuigen macht geven en zij zullen profeteren twaalfhonderdzestig dagen lang, met zakken bekleed. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 12:6 En de vrouw vluchtte de woestijn in, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat men haar twaalfhonderdenzestig dagen voedde. (TELOS)''</blockquote>1260 dagen / 360 dagen per jaar = 3,5 jaren.
 
''Opb 12:6 En de vrouw vluchtte de woestijn in, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat men haar twaalfhonderdenzestig dagen voedde. (TELOS)''
 
1260 dagen / 360 dagen per jaar = 3,5 jaren.
 
De 1260 dagen ofwel 3,5 jaar zijn gelijk aan "een tijd en tijden en een halve tijd".