Openbaring van Johannes: verschil tussen versies

74 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 120:
'''Preteristische verklaring.''' Volgens de preteristische verklaring zijn de meeste of alle voorzeggingen van het boek Openbaring vervuld tijdens het leven van Jezus en in de eerste generatie christenen. De val van Jeruzalem vervulde vele voorzeggingen, zoals die aangaande de grote verdrukking. Zie [[Preteristische verklaring van Openbaring van Johannes]] voor het hoofdartikel.
 
Enkele'''Historische verklaring'''. De historische of historicistische verklaring zegt dat de voorzeggingen worden vervuld vanaf Johannes, die ze optekende, en in de eeuwen na hem, alle tijden door. Voorzegde gebeurtenissen worden verbonden met grote gebeurtenissen in de geschiedenis. Een voorbeeldenvoorbeeld<ref>H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk.'' Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Verduisteren. Enige tekst van dit lemma is op 27 aug. 2019 onder wijziging verwerkt. </ref>. Bij de 4de bazuin (Opb. 8: 12) wordt het derde deel van zon, maan en sterren verduisterd, dus aan dag en nacht het derde deel van hun licht ontnomen. Sommigen hebben deze verduistering figuurlijk en historisch opgevat. De lutherse en piëtistische Duitse theoloog Johan Albregt Bengel (1687-1752) houdt, naar zijn chronologische verklaring, de verduistering voor de bezetting van de hoofdstad Rome door de Duitse volken in de 5de eeuw, evenals de verduisterende rook uit de bronnen van de afgrond (9:2) voor de verdonkering welke door het ontstaan van de Talmoed over de Joden is gekomen in de 6de eeuw. De verduistering van het dier en het rijk (16 : 10), is volgens Bengel nog aanstaande, maar volgens een andere verklaarder<ref>H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk''. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Verduisteren. Zeller noemt Büchner, zonder nadere aanduiding. Vermoedelijk verwijst hij naar de protestantse theoloog Gottfried Büchner (1701-1780). </ref> reeds vervuld in de afbreuk die de Waldenzen aan het antichristelijke rijk deden.
'''Historische verklaring'''. De voorzeggingen beginnen bij Johannes die ze uitsprak en lopen alle tijden door. Ze worden gekoppeld aan grote gebeurtenissen in de geschiedenis.
 
Zie [[Historicisme]] voor het hoofdartikel.
Enkele voorbeelden<ref>H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk.'' Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Verduisteren. Enige tekst van dit lemma is op 27 aug. 2019 onder wijziging verwerkt. </ref>. Bij de 4de bazuin (Opb. 8: 12) wordt het derde deel van zon, maan en sterren verduisterd, dus aan dag en nacht het derde deel van hun licht ontnomen. Sommigen hebben deze verduistering figuurlijk en historisch opgevat. De lutherse en piëtistische Duitse theoloog Johan Albregt Bengel (1687-1752) houdt, naar zijn chronologische verklaring, de verduistering voor de bezetting van de hoofdstad Rome door de Duitse volken in de 5de eeuw, evenals de verduisterende rook uit de bronnen van de afgrond (9:2) voor de verdonkering welke door het ontstaan van de Talmoed over de Joden is gekomen in de 6de eeuw. De verduistering van het dier en het rijk (16 : 10), is volgens Bengel nog aanstaande, maar volgens een andere verklaarder<ref>H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk''. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Verduisteren. Zeller noemt Büchner, zonder nadere aanduiding. Vermoedelijk verwijst hij naar de protestantse theoloog Gottfried Büchner (1701-1780). </ref> reeds vervuld in de afbreuk die de Waldenzen aan het antichristelijke rijk deden.
 
'''Idealistische verklaring'''. De voorzeggingen gaan niet over gebeurtenissen in de tijd, maar vertegenwoordigen grotere idealen en beginselen. Ze spreken van krachten van licht en duisternis die onderling strijden.