Ouderling: verschil tussen versies

8.621 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
Regel 6:
# In het boek van de Openbaring wordt een groep van 24 'oudsten' genoemd die deel uitmaken van het hemelse hof en waarschijnlijk het volk van God vertegenwoordigen
'''Schriftplaatsen '''over ouderlingen: Hand 20:13-38; 1 Tim. 3:1-16; 1 Tim. 5:17-25; Titus 1; 1 Pet. 5:1-9; Hd. 11:30; 14:20-23; 15:4-6; Fil. 1:1; 1 Pet. 1:1; 1 Th. 5:12; Heb. 13:17; Jac. 5:14-15.
 
== Arbeid ==
Ouderlingen doen deze arbeid: opzicht houden, hoeden, leiding geven, terechtwijzen (vgl. 1 Th. 5:12). <blockquote>''1Th 5:12 Wij nu vragen u, broeders, hen te <u>erkennen</u> die onder u arbeiden en u leiding geven in de Heer en u terechtwijzen, 1Th 5:13 en hen zeer hoog te achten in liefde om hun werk. Houdt vrede onder elkaar. (TELOS)''</blockquote>Zij dienen God in de gemeente, en hebben zich ten dienste van de heiligen gesteld. Vergelijk: <blockquote>''1Co 16:15 En ik vermaan u, broeders (u kent het huis van Stefanas, dat het de eersteling van Achaje is en dat zij zich <u>ten dienste van de heiligen</u> hebben gesteld), 1Co 16:16 weest ook u aan zulke personen onderdanig, en aan ieder die <u>meewerkt</u> en <u>arbeidt</u>. 1Co 16:17 En ik verblijd mij over de komst van Stefanas en Fortunatus en Achaicus, want zij hebben aangevuld wat van uw kant ontbrak. 1Co 16:18 Want zij hebben mijn geest verkwikt en de uwe. Erkent dan zulke broeders.'' (TELOS)</blockquote>'''Besturen'''. Oudsten besturen de gemeente, en sommige doen dat goed.<blockquote>''1Ti 5:17 Laat de oudsten die <u>goed besturen</u>, dubbele eer worden waard geacht, vooral zij die arbeiden in woord en leer; 1Ti 5:18 want de Schrift zegt: ‘Een dorsende os zult u niet muilbanden’, en: ‘De arbeider is zijn loon waard’. (TELOS)''</blockquote>'''Arbeiden in woord en leer'''. Van oudsten mag verwacht worden dat zij arbeiden met kennis van de Schrift, van Gods wil geopenbaard in de Bijbel. Zij vermanen met Gods woord, althans in overeenstemming met de Schrift. Zij leiden in overeenstemming met Gods Woord. Sommige oudsten zijn leraars, zij "arbeiden in woord en leer" (1 Thess. 5:17), hier ligt hun focus. <blockquote>''1Ti 5:17 Laat de oudsten die goed besturen, dubbele eer worden waard geacht, vooral <u>zij die arbeiden in woord en leer</u>; 1Ti 5:18 want de Schrift zegt: ‘Een dorsende os zult u niet muilbanden’, en: ‘De arbeider is zijn loon waard’. (TELOS)''</blockquote>
 
== Bijbelse vereisten ==
Regel 315 ⟶ 318:
# Onze bekwaamheid is in Christus! Als Gods Geest in ons de vrucht van de Geest gaat uitwerken, dan komen deze karaktereigenschappen openbaar, want het zijn de karaktereigenschappen van onze Heiland.
# In feite zijn dit niet alleen eisen die aan oudsten van de gemeente van Christus gesteld moeten worden, wij allen die in Christus zijn zouden meer en meer aan dit beeld moeten gaan beantwoorden. God geve ons genade en kracht om te wandelen door de Geest.
 
== Houding tegenover ouderlingen ==
 
=== Herkennen ===
Wij hebben oudsten te erkennen om hun werk dat zij doen. Om hen te erkennen, moeten wij hen herkennen. Waaraan herkennen wij hen?
* Aan hun werk (zie boven)
* En aan hun deugdzaamheid, zie boven)
Voor deze dingen hebben wij oog te hebben, opdat wij hen erkennen.
 
=== Erkennen ===
Wij hebben oudsten te erkennen. Dat geldt in het algemeen jegens gelovigen die onder ons arbeiden en ons leiding geven en ons terechtwijzen. <blockquote>''1Th 5:12 Wij nu vragen u, broeders, hen te <u>erkennen</u> die onder u arbeiden en u leiding geven in de Heer en u terechtwijzen, 1Th 5:13 en hen zeer hoog te achten in liefde om hun werk. Houdt vrede onder elkaar. (TELOS)''</blockquote>
 
=== Hoogachten ===
<blockquote>''1Th 5:12 Wij nu vragen u, broeders, hen te erkennen die onder u arbeiden en u leiding geven in de Heer en u terechtwijzen, 1Th 5:13 en hen <u>zeer hoog te achten</u> in liefde om hun werk. Houdt vrede onder elkaar. (TELOS)''</blockquote>
 
=== Liefhebben ===
Als een ouderling ons vermaant of terechtwijst, kan dat ons hinderlijk vallen. Misschien is daarom de vermaning van Paulus om hen "in liefde" zeer hoog te achten. <blockquote>''1Th 5:12 Wij nu vragen u, broeders, hen te erkennen die onder u arbeiden en u leiding geven in de Heer en u terechtwijzen, 1Th 5:13 en hen <u>zeer hoog te achten in liefde</u> om hun werk. Houdt vrede onder elkaar. (TELOS)''</blockquote>
 
=== Eren ===
Oudsten die goed besturen en/of arbeiden in woord en leer zijn dubbele eer door de heiligen waard. <blockquote>''1Ti 5:17 Laat de oudsten die goed besturen, dubbele eer worden waard geacht, vooral zij die arbeiden in woord en leer; 1Ti 5:18 want de Schrift zegt: ‘Een dorsende os zult u niet muilbanden’, en: ‘De arbeider is zijn loon waard’. (TELOS)'' </blockquote>Vers 18, dat een reden geeft, lijkt erop te wijzen dat wij zulke arbeiders kunnen eren door hen van het nodige voorzien. Eren met stoffelijk goed.
 
Vergelijk:<blockquote>''Ro 12:10 Wat de broederliefde betreft, weest hartelijk voor elkaar; gaat elkaar voor in eerbetoon.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Le 19:32 Voor het grauwe haar zult gij opstaan, en zult het aangezicht des ouden vereren; en gij zult vrezen voor uw God; Ik ben de HEERE! (SV)''</blockquote>
 
=== Nederigheid ===
Tegenover oudsten past een nederige houding. Dat is het tegendeel van een hoogmoedige houding. <blockquote>''1Pe 5:1 De oudsten onder u vermaan ik dus, de medeoudste en getuige van het lijden van Christus en ook de deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden; 1Pe 5:2 hoedt de kudde van God die bij u is en houdt toezicht, niet gedwongen maar vrijwillig, in overeenstemming met God, ook niet om schandelijke winst, maar bereidwillig; 1Pe 5:3 ook niet als heersers over de erfgoederen, maar als zij die voorbeelden voor de kudde worden. 1Pe 5:4 En wanneer de overste herder is verschenen, zult u de onverwelkelijke kroon van de heerlijkheid ontvangen. 1Pe 5:5 Evenzo u jongeren, weest aan de oudsten onderdanig. En <u>weest allen tegenover elkaar met nederigheid omgord</u>; want ‘God weerstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade’. 1Pe 5:6 Vernedert u dus onder de krachtige hand van God, opdat Hij u verhoogt op zijn tijd,'' (TELOS)</blockquote>
 
=== Gehoorzaamheid, onderdanigheid ===
Oudsten geven leiding en zijn daarom [[Voorganger|voorgangers]]. Onze voorganger hebben wij te gehoorzamen en onderdanig te zijn. <blockquote>''Heb 13:17 Weest aan uw voorgangers <u>gehoorzaam</u> en weest hun <u>onderdanig</u>, want zij waken over uw zielen als degenen die rekenschap zullen afleggen, opdat zij dit met vreugde en niet zuchtend doen, want dat is voor u niet nuttig. (TELOS)'' </blockquote>Voor die gehoorzaamheid en onderdanigheid zijn deze redenen:
* Ten behoeve van ons: de oudsten waken over onze zielen. Als zij ons op een gevaar wijzen en van iets afmanen, is dat voor onze bestwil. Voor ons het ook beter wanneer oudsten hun werk met vreugde en niet zuchtend doen.
* Ten behoeve van henzelf: opdat zij hun arbeid met vreugde en niet zuchtend doen
''1Pe 5:1 De oudsten onder u vermaan ik dus, de medeoudste en getuige van het lijden van Christus en ook de deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden; 1Pe 5:2 hoedt de kudde van God die bij u is en houdt toezicht, niet gedwongen maar vrijwillig, in overeenstemming met God, ook niet om schandelijke winst, maar bereidwillig; 1Pe 5:3 ook niet als heersers over de erfgoederen, maar als zij die voorbeelden voor de kudde worden. 1Pe 5:4 En wanneer de overste herder is verschenen, zult u de onverwelkelijke kroon van de heerlijkheid ontvangen. 1Pe 5:5 Evenzo u jongeren, <u>weest aan de oudsten onderdanig</u>. En weest allen tegenover elkaar met nederigheid omgord; want ‘God weerstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade’. 1Pe 5:6 Vernedert u dus onder de krachtige hand van God, opdat Hij u verhoogt op zijn tijd,'' (TELOS)
 
De jongeren moeten aan de oudsten onderdanig zijn (1 Petr. 5:5). Het tegendeel is rebels, opstandig, weerspannig, ongehoorzaam zijn. Allen, jongeren en oudsten, hebben tegenover elkaar nederig te zijn.
 
Onderdanigheid past ons jegens iedere gelovige die zich ten dienste van de heiligen heeft gesteld en ten behoeve van hen arbeidt.
 
Vergelijk:<blockquote>''1Co 16:15 En ik vermaan u, broeders (u kent het huis van Stefanas, dat het de eersteling van Achaje is en dat zij zich ten dienste van de heiligen hebben gesteld), 1Co 16:16 <u>weest ook u aan zulke personen onderdanig, en aan ieder die meewerkt en arbeidt.</u> (TELOS)''</blockquote>
 
=== Terzake van een beschuldiging ===
Wanneer een oudste beschuldigd wordt, moeten wij daaraan niet meteen geloof hechten. We moeten geen beschuldiging aannemen, tenzij onder twee of drie getuigen. <blockquote>''1Ti 5:17 Laat de oudsten die goed besturen, dubbele eer worden waard geacht, vooral zij die arbeiden in woord en leer; 1Ti 5:18 want de Schrift zegt: ‘Een dorsende os zult u niet muilbanden’, en: ‘De arbeider is zijn loon waard’. 1Ti 5:19 <u>Neem tegen een oudste geen beschuldiging aan, tenzij onder twee of drie getuigen</u>. (TELOS)''</blockquote>
 
=== Overleden voorgangers ===
Voorgangers die een voorbeeld voor de kudde zijn geweest en overleden zijn, hebben wij in herinnering te houden en na te volgen.
 
''Heb 13:7 Houdt uw voorgangers in herinnering die het woord van God tot u gesproken hebben, en volgt, terwijl u het einde van hun wandel beschouwt, hun geloof na. (TELOS)''
 
Dit geldt uiteraard in het algemeen ten opzichte van hen die voorbeelden zijn geweest.
 
== Aanstelling ==
Regel 320 ⟶ 370:
 
== Zie ook ==
[[Opziener]] | [[Voorganger]]
 
== Voetnoot ==