Ouderling: verschil tussen versies

96 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
Regel 22:
1 Tim. 3:2; Titus 1:6. Hij is de man van één vrouw; hij is niet getrouwd met twee vrouwen (hij is geen 'bigamist'),  
 
Hij is een persoon die niet kan worden aangevallen op seksuele losbandigheid en laksheid. Het morele en sociale leven in de tijd toen Paulus dit schreef, maakte deze standaard die Paulus hier aanhaalt een heleheel belangrijke. Van heidense tempelprostituanten werd regelmatig gebruik gemaakt door velen, zonder dat iemand daardoor werd gestigmatiseerd. 
 
"Gezelschapsmeisjes" werden vaak gebruikt door zowel getrouwde als ongetrouwde mannen. Velen hielden er openlijk een maîtresse op na. Dus in het eisenpakket van oudsten, de man van eenéén vrouw te zijn, eiste Paulus hiermee dat ze er een goede en intieme relatie met hun eigen vrouw op na hielden. Jezus zelf zet de standaard nog hoger: Indien iemand in zijn hart een andere vrouw begeert (sterk verlangend naar seksueel en fysiek contact), dan heeft die persoon reeds gezondigd (MathMatth. 5:28).
 
Paulus zegt hier, dat een leider een goed huwelijk moet hebben met een gezond geslachtsleven en zichzelf niet opzettelijk bloot moet stellen aan seksuele verleidingen (zoals pornografie ect). Een man en een vrouw moeten hard werken om een geweldige eenheid en liefde met elkaar te ontwikkelen in hun huwelijk. Een man moet nooit zijn privé problemen delen met een andere vrouw, dan alleen met zijn eigen vrouw of een volwassen man van God.
Regel 32:
 
A. Deze karaktertrek betekent, dat iemand zich in de hand kan houden. Hij heeft zelfcontrole en discipline. Een oudste moet zichzelf in de hand kunnen houden in alle gevallen:
# Omtrent verlangens en genegenheden (''Concordant Literal'').
# Een man die discreet is (''Philips'').
# Los van extremiteiten.
# Iemand die controle en macht heeft over dingen (''Robertson'').
B. De aanmoediging om bezadigd te zijn, (1. Thess. 5:6,8) is een oproep voor matiging. Een gematigd iemand heeft een goede kijk op het leven en een correct en vruchtbaar geestelijk oriëntatie vermogen. Een bezadigd mens verliest niet zijn fysieke,mentale en geestelijke balans. Hij is stabiel, standvastig, denkt altijd helder en verliest niet onder druk het zicht op de zaken zoals ze zijn. Hij raakt niet verwikkeld in valse zekerheden van de dag; hij heeft een juist perspectief op de dingen die er spelen. 
 
Regel 43:
A. Dit betekent o.a. voorzichtig, verstandig, niet overgegeven aan fantaserend denken of emotionele irrationaliteit, het trekken van gezonde conclusies. Een nuchter persoon is:
# Veilig in zijn denken en oordeel.
# Eerlijk denkend (''Phillips'').
# Gedisciplineerd.
B. Vele religieuze rages, modegrillen, fantasierijke ideeën en onstabiele zaken worden leiders aangeboden. Leiders met een veilige, gezonde en standvastige kijk op de zaken van het leven,wijken niet snel af van Gods weg. Het woordenboek beschrijft dat nuchter zijn in het algemeen het volgend inhoudt:
Regel 67:
A. Houdt van gasten, houdt ervan om in het gezelschap van anderen te zijn, vooral in het gezelschap van gelovigen.
 
B. Liefdevol en een vriend voor gelovigen, vreemdelingen en buitenstaanders (Titus 1 :6, ''Amplified Bible'').
 
C. Het betekent meer dan alleen mensen in je huis opnemen. Het betekent dat je ervan houdt en dat je liefdevol bent, wanneer er gasten in je huis zijn. Een oudste moet ervan houden om gasten in zijn huis te hebben en een hulp te zijn voor vreemdelingen.
Regel 80:
B. Bekwaam om te onderwijzen als resultaat van zelf onderwezen te zijn.
 
C. Het houdt in, dat iemand de capaciteiten heeft om critici en ongelovigen te weerleggen. Dit is het resultaat van de bekwaamheid, om op juiste wijze de waarheid van Gods woord te communiceren (Titus 1 :9). 
 
D. Zij die bekwaam zijn om te onderwijzen zijn ook bekwaam om te leren. Zij leren meer van het woord (2. Tim. 2:2). Zij gaan voortdurend meer het woord geloven (Titus 1 :9). Zij gaan voortdurend meer het woord uitleven (Tim. 2:24-25).
Regel 89:
A. Letterlijk, niet zuchtende of verlangende naar wijn. Iemand die verslaafd is aan wijn is iemand die vaak en veel alcohol drinkt.
 
B. Zou Paulus hier geheelonthouding bedoelen? In dit gedeelte spreekt Paulus niet over geheelonthouding. Hij gebruikt hier het woord "paoinos' dat absoluut verwijst naar overmatig gebruik. Het is het drinken van alcohol dat resulteert in het verlies van je controle over je gezond verstand en wat leidt naar gebondenheid. Paulus spreekt hier over het te veel aan alcohol consumeren.
 
C. Een hogere wet gaat in dit soort zaken in werking, nInl. dat we niets doen, waardoor een medebroeder of zuster aanstoot aan zou kunnen nemen.
 
=== Niet op zichzelf gericht ===
Regel 100:
B. Niet ongehoorzaam.
 
C. Zelfzuchtig en arrogant (''Thayer'').
 
D. Niet onverzettelijk (''Williams'').
 
E. Arrogant en aanmatigend (''Amplified BijbelBijbe''l).
 
F. Niet overgegeven aan zelfgenoegen (''Concordant Literal'').
 
G. Niet op zichzelf gericht zijn. (''Beck'').
 
H. Een op zichzelf gericht persoon, is iemand die er op staat dat de dingen gaan zoals hij het wil. Hij legt nooit zijn verlangens opzij, zodat hij een ander dienstbaar kan zijn, en als hij het uiteindelijk toch doet, dan doet hij het met veel tegenzin en al mopperend. Een op zichze1f gericht persoon, bouwt zijn eigen wereld om zichzelf heen. Het is iemand die zichzelf tot gezag is geworden (2. Petr. 2:2-3, 10, 14, 18). Deze beschrijving slaat misschien wel niet op iemand van ons die dit leest, maar toch om zeker te zijn, stel jezelf de volgende vragen:
Regel 122:
A. Niet snel boos, niet neigend naar boosheid of opvliegendheid; niet humeurig of snel geïrriteerd; niet snel provocerend of driftig.
 
B. Capabel om te heersen over je eigen geest (''Kevin J. Conner'').
 
C. De persoon die niet snel boos is, daarbij slaan de stoppen niet door, of vliegen alle hendels los. Onze hulp in het hanteren van woede is Efeze 4;26. Sommige gevoelens van boosheid zijn onontkoombaar omdat we leven in een gevallen wereld. Maar als we ze sneI kwijtraken en ze de rug toekeren, zullen ze ons geen kwaad doen. Maar het broeden op boosheid, brengt schade toe aan de geest; smeulende, en wraak zoekende woede veroorzaakt dat iemand zijn perspectief verliest. Degenen die langzaam boos worden zullen het makkelijker vinden om met de beweging van de Heilige Geest samen te werken. 
Regel 167:
B. "Die met alle waardigheid zijn kinderen onder tucht houdt." Dit houdt in je kinderen onder controle hebben (in gehoorzaamheid en onderwerping). De term "met alle waardigheid" kan betrekking hebben op de kinderen van de oudste, maar ook op zichzelf of op beide. Het betekent waardig, respectvol, eerbiedwaardig, hoogachtend.
 
C. Titus 1:6 ''Amplified; Bible'': "Wiens kinderen goed zijn getraind, die gelovig zijn, niet een open prooi zijn voor beschuldigingen of erg losjes in hun moraal en gedrag of onbeheersbaar en wanordelijk."
 
Dit gedeelte spreekt niet over heleheel kleine kinderen. Kinderen gaan door verschillende fasen van moeilijkheden heen. De tijd zal het leren of de ouders hun kinderen goed hebben getraind. "Losbandigheid" kan alleen spreken van oudere kinderen die een leeftijd hebben bereikt waardoor je ze verantwoordelijk kan stellen. Opstandigheid en een onjuiste levensstijl, is karakteristiek voor de normale rebellie onder oudere tieners en jong volwassenen. In 1.Sam. 2: 12 zijn de twee zonen van Samuël gediskwalificeerd voor het priesterschap omdat hun opstandig leven hen maakte tot "zonen van Belial." OmAls oprechtwe onze kinderen lief te hebbenliefhebben, moetendisciplineren wewij ze ook disciplineren in liefde (Efez. 5:25; 1. Petr. 3:7).
 
=== Gunstig bekend bij de buitenstaanders ===
Regel 341:
 
Van een andere aanstellingsprocedure of van verkiezing door de gemeente lezen we niets in het Nieuwe Testament.
 
'''<nowiki/>'''
 
'''<nowiki/>'Geen verkiezing en aanstelling; alleen erkenning'.''' Sommigen wijzen verkiezing en aanstelling door de gemeente af<ref name=":1">Zo [[Jaap Fijnvandraat]], ''[http://www.jaapfijnvandraat.nl/index.php?page=artikel&id=394 de Gemeente (6): Oudsten].'' </ref>. Argumenten voor dit standpunt:
Regel 349 ⟶ 351:
# Oudsten nemen in de gemeente een positie van gezag in. Gezag moet niet van onderaf (de gemeente) komen, maar van bovenaf. De gemeente kan niet zelf haar eigen gezagsdragers kiezen of aanstellen<ref name=":0" />, ze is daartoe niet bevoegd, anders had Paulus aan Titus niet de opdracht hoeven geven om in elke stad oudsten aan te stellen (Tit. 1:5). Een onderwijzer wordt niet door kinderen aangesteld, maar door het gemeentebestuur of door het schoolbestuur<ref name=":0" />. Een politieagent is eveneens een gezagsdrager, maar hij heeft geen gezag doordat burgers hem kiezen of aanstellen, maar doordat hij door een bevoegde overheidsinstelling daartoe is aangesteld<ref name=":0" />. Een onderwijzer en een politieagent moeten vóór hun aanstelling voldoen aan bepaalde eisen. Ze ontvangen gezag van bovenaf, niet van burgers of kinderen. De apostelen hadden hun gezag van bovenaf gekregen: ze waren door God geroepen. Er bestaat thans geen christengemeentelijke instelling welke gezag kan overdragen op oudsten.
Als er geen apostelen meer zijn, de verkiezing en aanstelling door de gemeente wordt afgewezen, doch de noodzaak van oudsten erkend wordt, dan rest de gemeente niets anders dan, geleid door de Geest, de oudere broeders, die moreel gezag hebben, te erkennen. Erkenning vereist herkenning: om een broeder als oudste te erkennen, moet men in hem, op grond van het Bijbelse profiel, eerst herkennen.
'''<nowiki/>'''<blockquote>''1Th 5:12 Wij nu vragen u, broeders, hen te <u>erkennen</u> die onder u arbeiden en u leiding geven in de Heer en u terechtwijzen, 1Th 5:13 en hen zeer hoog te achten in liefde om hun werk. Houdt vrede onder elkaar. (TELOS)''</blockquote>In sommige kringen<ref>Dit komt vanouds veel voor in de beweging van de [[Vergadering van Gelovigen]].</ref> worden weliswaar erkend dat sommige broeders, hoewel niet tot oudsten benoemd, het werk van oudsten doen, maar deze worden niet als zodanig openlijk erkend of als 'oudsten' genoemd. In de onderlinge omgang van de gelovigen worden zulke broeders wel geacht en genieten ze moreel gezag, maar het woord 'oudste' of 'ouderling' wordt niet gebruikt. Zulke oudere broeders functioneren wel als oudsten.
 
Tegen dit laatste standpunt, dat onduidelijk en onbesproken laat wie oudsten zijn, is ingebracht dat het destijds in Efeze wel duidelijk was wie oudsten waren. Daarom kon Paulus hen tot zich roepen. In gemeenten waar dat niet duidelijk is, zal men eerst moeten uitmaken wie oudsten zijn.<ref name=":1" /> Als weerwoord kan men stellen dat er altijd wel broeders zijn die die aan het verzoek van Paulus zouden beantwoorden, hetzij uit verantwoordelijkheidsgevoel hetzij daartoe door anderen meegevraagd of aangemoedigd. Zulk een gemeente zal niet nalaten een vertegenwoordiging te zenden, zonder eerst uit te hoeven maken wie nu wel of wie niet oudsten zijn.
 
Een tweede bezwaar tegen het standpunt, dat onduidelijk en onbesproken laat wie oudsten zijn, is dat woorden als ".''.. als iemand streeft naar het opzienerschap, begeert hij een goed werk. De opziener dan moet onberispelijk zijn, ...'' " (1 Tim. 3:1-2) en "''De oudsten onder u vermaan ik dus, de medeoudste ... u jongeren, <u>weest aan de oudsten onderdanig</u>."'' (1 Petr 5:1, 5) dan niet goed werken. AlsMaar als weerwoord kan men stellen er broeders zijn die er op grond van 1 Tim. 3:1-2 naar mogen streven het werk van oudsten te doen. Aan hen die zulk werk doen, is onderdanigheid betamelijk.
 
'''<nowiki/>'Verkiezing en aanstelling onder leiding van de Geest''''. Een tegengesteld standpunt is dat de Geest middellijkerwijs ook oudsten aanstelt. De Geest stelde ten tijde van de apostelen en hun medewerkers oudsten middellijkerwijs aan tot opzieners.
Regel 404 ⟶ 406:
=== Gehoorzaamheid, onderdanigheid ===
Oudsten geven leiding en zijn daarom [[Voorganger|voorgangers]]. Onze voorganger hebben wij te gehoorzamen en onderdanig te zijn. <blockquote>''Heb 13:17 Weest aan uw voorgangers <u>gehoorzaam</u> en weest hun <u>onderdanig</u>, want zij waken over uw zielen als degenen die rekenschap zullen afleggen, opdat zij dit met vreugde en niet zuchtend doen, want dat is voor u niet nuttig. (TELOS)'' </blockquote>Voor die gehoorzaamheid en onderdanigheid zijn deze redenen:
* Ten behoeve van ons: de oudsten waken over onze zielen. Als zij ons op een gevaar wijzen en van iets afmanen, is dat voor onze bestwil. Voor ons hetis ookhet beter wanneer oudsten hun werk met vreugde en niet zuchtend doen.
* Ten behoeve van henzelf: opdat zij hun arbeid met vreugde en niet zuchtend doen
<blockquote>''1Pe 5:1 De oudsten onder u vermaan ik dus, de medeoudste en getuige van het lijden van Christus en ook de deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden; 1Pe 5:2 hoedt de kudde van God die bij u is en houdt toezicht, niet gedwongen maar vrijwillig, in overeenstemming met God, ook niet om schandelijke winst, maar bereidwillig; 1Pe 5:3 ook niet als heersers over de erfgoederen, maar als zij die voorbeelden voor de kudde worden. 1Pe 5:4 En wanneer de overste herder is verschenen, zult u de onverwelkelijke kroon van de heerlijkheid ontvangen. 1Pe 5:5 Evenzo u jongeren, <u>weest aan de oudsten onderdanig</u>. En weest allen tegenover elkaar met nederigheid omgord; want ‘God weerstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade’. 1Pe 5:6 Vernedert u dus onder de krachtige hand van God, opdat Hij u verhoogt op zijn tijd,'' (TELOS)</blockquote>De jongeren moeten aan de oudsten onderdanig zijn (1 Petr. 5:5). Het tegendeel is rebels, opstandig, weerspannig, ongehoorzaam zijn. Allen, jongeren en oudsten, hebben tegenover elkaar nederig te zijn.
Regel 416 ⟶ 418:
 
=== Overleden voorgangers ===
Voorgangers die een voorbeeld voor de kudde zijn geweest en overleden zijn, hebben wij in herinnering te houden en na te volgen.<blockquote>''Heb 13:7 Houdt uw voorgangers in herinnering die het woord van God tot u gesproken hebben, en volgt, terwijl u het einde van hun wandel beschouwt, hun geloof na. (TELOS)''</blockquote>Dit geldt uiteraard in het algemeen ten opzichte van hen die voorbeelden zijn geweest.
 
''Heb 13:7 Houdt uw voorgangers in herinnering die het woord van God tot u gesproken hebben, en volgt, terwijl u het einde van hun wandel beschouwt, hun geloof na. (TELOS)''
 
Dit geldt uiteraard in het algemeen ten opzichte van hen die voorbeelden zijn geweest.
 
== Zie ook ==