Prehistorie/Nabije Oosten en Europa: verschil tussen versies

Kleine aanpassing aan de tekst
(Aanvullingen op de tekst)
(Kleine aanpassing aan de tekst)
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 58:
'''Periode.''' Deze periode wordt hier gedateerd van ca. 3650 v.C., toen het alpiene gebergte gevormd werd, tot ca. 3400 v.C., toen de torenbouw van Babel mislukte - een periode van 250 jaar. Geologisch komt deze periode overeen met de periode van het Tertiair. Het hoogtepunt van de gebergtevorming zal geweest zijn aan het eind van het tijdvak van het Paleogeen en begin van het Neogeen.
 
'''Alpiene gebergtevorming.''' Deze periode wordt gekenmerkt door ernstige geologische onrust. Het continent Afrika drukte tegen Europa aan, waardoor het zachte sediment van de Tethys-zee schoksgewijs omhoog werd gedrukt. Hoewel de alpiene gebergtevorming zijn begin had tijdens de zondvloed met het volstorten van de diepe delen van de Tethyszee, bleek eerst met het naar boven komen van het sediment dat de alpiene gebergtevorming (orogenese) begon (ca 3650 v. Chr.). Daarbij bleek al direct de dodelijke combinatie met het zeewater van de Tethyszee. Bij iedere schok kwam het water in beweging, met alle gevolgen van dien. Bij iedere schok kon het omliggende land zich verheffen of dalen. AgemeenAlgemeen zullen velen in Europa en Azië een veilig bestaan gezocht hebben. De Bijbel spreekt slechts over de groep die onder leiding van Nimrod stond en een veilig heenkomen vond in de vlakte van Sinear (Gen. 11:2). Zij zijn onderdeel van de Geschiedenis van de Goddelijke openbaringOpenbaring geworden.
 
'''Sinear.''' Met de komst van de vele immigranten in Sinear begon het vroegchalcolithicum (de vroege kopersteentijd) met de cultuur van Hassuna (zie ook het artikel [[Sinear en de torenbouw van Babel]]). De dragers van de Hassuna-cultuur zijn getuige geweest van een grote toestroom van immigranten. Hassuna droeg nog neolithische kenmerken, maar dat ging veranderen door de komst van de vele nieuwkomers. Op de cultuur van Hassuna volgden andere culturen: Halaf (Noord-Mesopotamië) en Samarra (Zuid-Mesopotamië). De dragers van deze laatste culturen zijn waarschijnlijk getuige geweest van de torenbouw. Ook het Zagros Gebergte is een alpien gebergte. Het gebergte ligt oostelijk van Mesopotamië en zal uiteraard bij zijn ontstaan veel onrust hebben gegeven.
 
'''Egypte.''' Gelijktijdig met de cultuurdragers van Hassuna, Samarra en Halaf leefden in Egypte dragers van de Tasische cultuur (genoemd naar het dorp Deir Tasa, in de buurt van Fajum in het noordelijk deel van Midden-Egypte).
 
'''Europa.''' Ook mensen met neanderthaler-kenmerken gingen in die tijd nieuwe gebieden verkennen in Europa. Voortdurend op zoek naar de beste jachtgronden konden jagersvolken binnen korte tijd lange afstanden afleggen. Ze hebben misschien het gevaar op de koop toe genomen. Aan de rand van het water en in de vruchtbare dalen werd immers het meeste wild gevonden. Zowel in Europa (als in Azië, zie hierna) zal geen gebied onverkend zijn gebleven. Neanderthalers woonden daarom redelijk verspreid over Europa. Belangrijke vindplaatsen in Europa van gebeente van neanderthalers zijn Neandertal in Duitsland, Spy in België, La-Chapelle-aux-Saints, Le Moustier en La Ferassie in Frankrijk, Monte Circeo in Italië en Krapina in Kroatië. Zij hebben zich mogelijk ook vermengd met de Homo erectus-mensen, die er reeds woonden.
 
<u>Klimaat.</u> Hoewel de gebergtevorming in Europa het klimaat danig had veranderd, bleef het noordelijk van de Alpen aanvankelijk nog leefbaar. Met de komst van de neanderthaler begon in Europa het middenpaleolithicum. De paleoantropologie plaatst de neanderthaler en het middenpaleolithicum in de tijd van het Riss-Würm interglaciaal, het Würm I stadium en het Würm I/II interstadium (volgens de gangbare mening van 75.000 tot 35.000 jaar geleden). Met het Würm-I stadium wordt een ijstijdperiode bedoeld. Waarschijnlijk bevond Europa zich tussen 3650 v. Chr. en 3400 v. Chr. in een overgangsfase van een warm klimaat naar een koud klimaat. Koud ging het pas duidelijk worden na het mislukken van de torenbouw. Er is reeds eerder aangegeven dat de veronderstelling van de aanwezigheid van ijstijden in het verleden ter verklaring van onze landschappelijke kenmerken niet noodzakelijk is. Het Riss-Würm interglaciaal en het Würm I/II interglaciaal vormenvormden bij elkaar een periode met redelijk normaal weer.
 
Het zijn niet alleen jagende bevolkingsgroepen geweest die Europa gingen verkennen, op zoek naar jachtgronden. Ze werden gevolgd door kleine sedentaire groepjes, die op zoek gingen naar geschikte grond voor de verbouw van voedsel. Hun oorspronkelijk gebied is, naar het lijkt, de regio van Jericho IX geweest. ZeJericho IX werd echter tijdens de gebergtevorming verwoest. Tijdens de torenbouw werd de stad herbouwd en ontstond Jericho VIII. De bewoners van Jericho IX worden genoemd naar de vindplaats van hun cultuur wadi-an-Natuf. De Natufiërs waren de dragers van de Natufische cultuur, het Natufien. Deze landbouwers trokken langs de Middellandse-Zee kust tot in Noord Afrika. Uit hen is het Mechta volk (naar Mechta een vindplaats in Algerije) voortgekomen met hun Capsien cultuur (naar de vindplaats Capsa). De Mechta mensen staanstonden aan de basis van het graciele meer donkere Mediterrane ras en het Berberide ras. Natufiërs zijnwaren ook naar het noorden, richting Libanon en verder, getrokken. Daaruit zou dan het meer licht getinte Dalide ras van Noord-West Eurpa zijn voortgekomen. Jericho IX werd echter verwoest in de tijd dat men naar Sinear trok en Jericho VIII verrees op haar puinhopen.
 
'''Azië.''' Soortgenoten van de neanderthaler waren misschien eerder reeds dieper Azië binnen gedrongen. Ook daar, mogelijk nog heftiger dan in Europa, gezien de omvang van het gebied met zijn vele bergketens, werden ook zij geconfronteerd met de ernstige gevolgen van de orogenese. Te Chou Kou Tien (Peking) zijn in een grot de resten van een neanderthaler type mens (pithecanthropus pekinensis, ook wel sinanthropus genoemd) gevonden, samen met een ongeordende hoeveelheid beenderen van dieren. De aarde waarin zij zich bevonden, bleek samen met de beenderen door water daar te zijn afgezet. De gevonden resten zijn afkomstig van mensen en dieren die dood of levend door het water meegevoerd zijn. De Pekingmens (zo wordt hij genoemd) is waarschijnlijk slachtoffer geworden van een tsunami.
Regel 75:
'''Periode.''' Deze periode wordt hier gedateerd van ca. 3400 v.C., de mislukking van de torenbouw te Babel, tot 2659 v.C., de geboorte van [[Peleg]], een periode van bijna 800 jaar. Het is mogelijk de periode van de aartsvaders Arfachsad, Kenan, Selah en Heber geweest.
 
De torenbouw te Babel eindigde doordat de HEERE door een totale verwarring in woordgebruik alle samenwerking onmogelijk maakte. Het kon bijna niet anders of dat leidde tot een totale miscommunicatie. De verwarring en onenigheid moet groot zijn geweest, zo niet gevaarlijk. Nimrods' dictatuur kon de eenheid niet meer waarborgen. De gemeenschap explodeerde. Assur vertrok met de zijnen en stichtte o.a. de steden Ninevé en Erech (Uruk). Aan het vroegchalcolithicum kwam een eind en het middenchalcolithicum begon (zie '''[[Mesopotamië na de torenbouw van Babel]]'''). In het zuiden van mesopotamië ontstonden enkele steden, waaronder Uruk. De Ubaid-cultuur verkreeg in loop der tijd een dominante rol (cultureel en bestuurlijk). De stad Ninevé lag ver weg noordelijk in Mesopotamië. Door de grote afstand tussen Uruk en Ninevé splitsten de afstammelingen van Assur zich in twee groepen. De zuidelijke Semieten werden Chaldeeën genoemd. De Noordelijke tak, met naar het westenwestelijk van Ninevé gelegen Padan Aram zou later het stamland van Abraham worden.
 
'''Klimaatverandering.''' In verband met de mislukking van de torenbouw te Babel spreekt de Bijbel niet direct over een geologische catastrofe. Het valt wel op dat de bewoningslaag van Jericho VIII werd bedolven onder een kleilaag. Er was waarschijnlijk een enorme hoeveelheid water door het Jordaandal gespoeld, ook al behoefde dat niet per definitie op hetzelfde moment te zijn geweest als de spraakverwarring. In het Nabije Oosten werd het klimaat beduidend natter. Bevolkingsgroepen kwamen opnieuw in beweging. Waarschijnlijk kwamen er velen vanuit Azië richting Europa. Zij vestigden zich vooral in het zuidelijke deel van Europa. De bevolking uit de omgeving van Jericho VIII waren vertrouwd met akkerbouw. Zij waren de dragers van de Natufien-cultuur. Ook zij vertrokken, gingen voor een deel richting Noord-Afrika en staan daar bekend als het Mechta-volk, dragers van de Capsien-cultuur. Een ander deel schoof op naar het noorden. Zij zijn de stamouders van het meer lichtgetinte Dalide ras.
Regel 91:
Ook wordt gesproken over de cultuur van het Périgordien. Met deze cultuur wordt het Châtelperronien bedoeld. Zij die menen dat het Gravettien de voortzetting was van het Châtelperronien, hebben het Gravettien het Laat-Périgordien genoemd.  Anderen zijn van mening dat het Gravettien aansluit op het Aurignacien.
 
'''ca 3100 v. Chr.''' Halverwege de periode 'Mislukking torenbouw tot Peleg' moet er iets ingrijpends hebben plaats gehad. Er iswas sprake van een algemene verwoesting. Deze periode van rampspoed staat in de archeologie bekend als te tijd van Ubaid 2 of Hadjji Muhammad. Wat er gebeurde is niet echt duidelijk. Was het Zagros Gebergte nog steeds onrustig? Aan de Gasshul-cultuur van Palestina kwam een eind. Zoiets gebeurt niet zomaar van zelf. De stad Uruk gaatging nu een dominante rol spelen. Zij zalzou later bron worden van een sterke ontwikkeling op allerlei gebied. Het valt ook op dat twee ver van elkaar wonende volken hun kalender latenlieten beginnen in deze periode. De Maya's in Amerika lieten hun kalender beginnen in 3113 v. Chr. in India in 3102 v. Chr. In het zuiden van Egypte begon de cultuur van Nagada I, gevolgd door Nagada II. In Griekenland ontstond de Sesklo-cultuur, in de Balkan de Starcevo-cultuur, In Italië de Impresso-cultuur
 
Aan het eind van deze lange koudeperiode van 800 jaar heefthad zich in Frankrijk uit het Magdalénien het Azilien ontwikkeld, in Nederland hebben dragers van de Hamburgcultuur gewoond, bekend als de Tjongercultuur en Ahrensburgcultuur.
 
In het Oude Europa (ten zuiden van Boedapest aan de Tisza en de Donau, Bulgarije, Macedonië, Thessalië in Griekenland) vond een ware bevolkingsexplosie plaats.
Regel 115:
 
Göran Burenhult (red.), ''De eerste mens; De geschiedenis en ontwikkeling van de mensheid tot 2000 v.C.'' (Rijswijk 2005)
 
Willem de Visser, ''Bijbelse Chronologie en Wereldgeschiedenis'' (Zoetermeer 2016)
 
Dick Stapert, Jaap Beuker, Lykke Johansen, Marcel Niekus, [https://www.academia.edu/2350876/Bladspitsen_en_pogingen_daartoe_souvenirs_van_de_laatste_Neanderthalers_in_Nederland 'Bladspitsen en pogingen daartoe: souvenirs van de laatste Neanderthalers in Nederland.'] In: Paleo-Aktueel 18: 21-31 (2007).