Profeteren: verschil tussen versies

697 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Profeteren''' is woorden spreken die door God of een geest zijn ingegeven of geopenbaard. De woorden van een ''valse'' profeet, die namens God schijnt te spreken, zijn ingeblazen door een boze geest of komen uit zijn eigen hart voort.
 
'''Woord.''' Het Hebreeuwse werkwoord dat door 'profeteren' wordt vertaald, is ''naba.'' De herkomst (etymologie) ervan is onzeker. 'Naba' betekent: aankondigen, proclameren, noemen, spreken, roepen, informeren, profeteren<ref name=":0">M.J. Paul, [https://mjpaul.nl/wp-content/uploads/2019/02/Preekschets-Jo%C3%ABl-2.pdf ‘Preekschets Joël 2:28-32’] in J. van der Graaf, J. Maasland en W. Verboom (red.), ''Het Woord der prediking. Handreiking voor predikanten,'' deel 2. Kampen: Kok 1996, pagina’s 86-91.</ref>. Het woord 'profeteren' komt van het Latijnse werkwoord ''profiteri''. In het Nederlands kan 'profeteren' ook gebruikt worden in de betekenis van 'voorzeggen, voorspellen'.
 
'''Opdracht.''' Profeteren is gewoonlijk ''in opdracht van God'' spreken. Deuteronomium 13 en 18 noemen de taak van een profeet. Deze behoort te spreken overeenkomstig de goddelijke openbaring en niet naar eigen inzicht (zoals de valse profeten).<ref name=":0" />
 
'''Openbaring'''. De bron van de profetie is een openbaring of ingeving. De Geest van God kwam op de Leviet Jahaziël en deze profeteerde, nadat koning [[Josafat]] God had aangeroepen. <blockquote>''2Kr 20:14 Toen kwam de Geest des HEEREN in het midden der gemeente, op Jahaziel, den zoon van Zecharja, den zoon van Benaja, den zoon van Jehiel, den zoon van Matthanja, den Leviet, uit de zonen van Asaf; 2Kr 20:15 En hij zeide: Merkt op, geheel Juda, en gij, inwoners van Jeruzalem, en gij, koning Josafat! Alzo zegt de HEERE tot ulieden: Vreest gijlieden niet, en wordt niet ontzet vanwege deze grote menigte; want de strijd is niet uwe, maar Gods. 2Kr 20:16 Trekt morgen tot hen af; ziet, zij komen op bij den opgang van Ziz; en gij zult hen vinden in het einde des dals, voor aan de woestijn van Jeruel. 2Kr 20:17 Gij zult in dezen [strijd] niet te strijden hebben; stelt uzelven, staat en ziet het heil des HEEREN met u, o Juda en Jeruzalem! Vreest niet, en ontzet u niet, gaat morgen uit, hun tegen, want de HEERE zal met u wezen. (SV)''</blockquote>De Geest openbaarde door Jahaziël wat gebeuren zou.