k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 5:
== Auteur en aanleiding ==
De psalm lijkt gedicht te zijn door een zoon van [[David]], wellicht [[Salomo]], mogelijk ter gelegenheid van de inwijding van de [[Tempel van Salomo|tempel]] (132:8)
== Ps. 132:6 ==
Ps 132:6 Ziet, wij hebben van haar gehoord in Efratha; wij hebben haar gevonden in de velden van Jaär. (SV)
'''[[Efratha]].''' Een andere naam voor Betlehem, vanwaar David afkomstig is.
'''Jaär'''. Een verkorte naam van Kirjat-Jearim.
== Ps. 132:17-18 ==
Ps 132:17 Daar zal Ik David een hoorn doen uitspruiten; Ik heb voor Mijn Gezalfde een lamp toegericht. Ps 132:18 Ik zal zijn vijanden met schaamte bekleden; maar op hem zal zijn kroon bloeien. (SV)
De psalm eindigt met de heerschappij van de messias te Sion.
|