Psalmen (boek)/Psalm 83: verschil tussen versies

179 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 14:
== 3 ==
Ps 83:3  (83-4) Zij maken listiglijk een heimelijken aanslag tegen Uw volk, en beraadslagen zich tegen Uw verborgenen. (SV)
'''Heimelijken aanslag.''' Deze aanslag is in het verborgene van hun harten bedacht: <blockquote>''Ps 83:5  (83-6) Want zij hebben in het hart te zamen beraadslaagd; tegen U hebben zij een verbond gemaakt; (SV)''</blockquote>De inhoud van deze aanslag wordt in het volgende vers onthuld. Asaf is blijkbaar op de hoogte van hun geheim.
 
'''Uw verborgenen.''' Die God beschermt en beveiligt. Vergelijk: <blockquote>''Ps 27:5  Want Hij versteekt mij in Zijn hut, ten dage des kwaads; Hij verbergt mij in het verborgene Zijner tent; Hij verhoogt mij op een rotssteen. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 31:20  (31-21) Gij verbergt hen in het verborgene Uws aangezichts voor de hoogmoedigheden des mans; Gij versteekt hen in een hut voor den twist der tongen. (SV)''</blockquote>
''Ps 83:5  (83-6) Want zij hebben in het hart te zamen beraadslaagd; tegen U hebben zij een verbond gemaakt; (SV)''
 
De inhoud van deze aanslag wordt in het volgende vers onthuld. Asaf is blijkbaar op de hoogte van hun geheim.
 
'''Uw verborgenen.''' Die God beschermt en beveiligt. Vergelijk:
 
''Ps 27:5  Want Hij versteekt mij in Zijn hut, ten dage des kwaads; Hij verbergt mij in het verborgene Zijner tent; Hij verhoogt mij op een rotssteen. (SV)''
 
''Ps 31:20  (31-21) Gij verbergt hen in het verborgene Uws aangezichts voor de hoogmoedigheden des mans; Gij versteekt hen in een hut voor den twist der tongen. (SV)''
 
== 4 ==
Regel 46 ⟶ 38:
'''Moab.''' De nakomelingen van Moab, een zoon van Lot (vers 8 spreekt van 'de kinderen van Lot'). Ook Ammon (ver 7) was een zoon van Lot. De Moabieten woonden zuidoostelijk van de Dode Zee. Zie [[Moab]].
 
'''Hagarenen.''' De Hagarenen waren een Arabische stam of verband van stammen. Zij waren een zeer rijk, machtig nomadenvolk. Ze woonden in elk geval in het Overjordaanse, evenals de Moabieten en de Ismaëlieten en deels de Edomieten. Ten tijde van Saul werden zij door de Rubenieten, daarna, hoewel door bondgenoten versterkt, door de Gadieten overwonnen, omdat het Gods bedoeling was, de grenzen van Israël tot aan de Eufraat uit te breiden (1 Kron. 5).<blockquote>''1Kr 5:10 En in de dagen van Saul voerden zij krijg tegen de Hagarenen, die vielen door hun hand; en zij woonden in hun tenten tegen de gehele oostzijde van Gilead. (SV)''</blockquote>Zie [[Hagarenen]].
 
''1Kr 5:10 En in de dagen van Saul voerden zij krijg tegen de Hagarenen, die vielen door hun hand; en zij woonden in hun tenten tegen de gehele oostzijde van Gilead. (SV)''
 
Zie [[Hagarenen]].
 
== 7 ==
Regel 91 ⟶ 79:
'''Hun prinsen.''' Hun oversten.
 
'''Als Oreb en als Zeëb.''' [[Oreb en Zeëb]] waren twee vorsten der Midianieten, die, nadat zij door [[Gideon]] verslagen waren, met een gedeelte van het leger de wijk in een zuidelijke richting genomen hadden, maar in hun poging om de Jordaan over te gaan, door de Efraïmieten verhinderd werden. Zij verloren slag en leven<blockquote>''Ri 7:25  En zij vingen twee vorsten der Midianieten, Oreb en Zeeb, en doodden Oreb op den rotssteen Oreb, en Zeeb doodden zij in de perskuip van Zeeb, en vervolgden de Midianieten; en zij brachten de hoofden van Oreb en Zeeb tot Gideon, over de Jordaan. (SV).''</blockquote>'''Als Zebah en als Zalmuna.''' Koningen van de Midianieten. Ze werden door Gideon gedood. <blockquote>''Ri 8:21  Toen zeiden Zebah en Tsalmuna: Sta gij op, en val op ons aan, want naar dat de man is, zo is zijn macht. Zo stond Gideon op, en doodde Zebah en Tsalmuna, en nam de maantjes, die aan de halzen hunner kemelen waren. (SV)''</blockquote>
 
''Ri 7:25  En zij vingen twee vorsten der Midianieten, Oreb en Zeeb, en doodden Oreb op den rotssteen Oreb, en Zeeb doodden zij in de perskuip van Zeeb, en vervolgden de Midianieten; en zij brachten de hoofden van Oreb en Zeeb tot Gideon, over de Jordaan. (SV).''
 
'''Als Zebah en als Zalmuna.''' Koningen van de Midianieten. Ze werden door Gideon gedood.
 
''Ri 8:21  Toen zeiden Zebah en Tsalmuna: Sta gij op, en val op ons aan, want naar dat de man is, zo is zijn macht. Zo stond Gideon op, en doodde Zebah en Tsalmuna, en nam de maantjes, die aan de halzen hunner kemelen waren. (SV)''
 
== 12 ==
Regel 121 ⟶ 103:
== 16 ==
Ps 83:16  (83-17) Maak hun aangezicht vol schande, opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken. (SV)
Opdat zij erkennen dat Israël door zijn God geholpen en beschermd wordt en Hem gaan zoeken. Vgl. vers 18:<blockquote>''Ps 83:18  (83-19) <u>Opdat zij weten, dat</u> Gij alleen met Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste over de ganse aarde. (SV)''</blockquote>
 
''Ps 83:18  (83-19) <u>Opdat zij weten, dat</u> Gij alleen met Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste over de ganse aarde. (SV)''
 
== 17 ==
Regel 133 ⟶ 113:
== 18 ==
Ps 83:18  (83-19) Opdat zij weten, dat Gij alleen met Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste over de ganse aarde. (SV)
Vergelijk vers 16:<blockquote>''Ps 83:16  (83-17) Maak hun aangezicht vol schande, <u>opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken</u>. (SV)''</blockquote>
Vergelijk vers 16:
 
''Ps 83:16  (83-17) Maak hun aangezicht vol schande, <u>opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken</u>. (SV)''
 
== Nabeschouwing ==
Regel 156 ⟶ 134:
## de omringende volken eens de God van Israël zullen erkennen, waarom Asaf ook bidt.
 
<blockquote>''Jes 11:10  Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isaï, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn. Jes 11:11  Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. Jes 11:12  En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier eilanden des aardrijks.  Jes 11:13  En de nijd van Efraïm zal wegwijken, en de tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden; Efraïm zal Juda niet benijden, en Juda zal Efraïm niet benauwen. Jes 11:14  Maar zij zullen den Filistijnen op den schouder vliegen tegen het westen, en zij zullen te zamen die van het oosten beroven; aan Edom en Moab zullen zij hun handen slaan, en de kinderen Ammons zullen hun gehoorzaam zijn. (SV)''</blockquote>Eén mening<ref>Bill Salus, ''PSALM 83, The Missing Prophecy Revealed - How Israel Becomes the Next Mideast Superpower.'' Prophecy Depot Publishing, 2013. Pagina's: 356.
 
Bill Salus, ''The Now Prophecies'' (2018). </ref> zegt dat de psalm vervuld zal worden vóór de 70ste jaarweek van Daniël, vóór of na de opneming van de gemeente, en vóór de inval van Gog (Ez. 38), en dat de psalm gaat over de laatste Arabisch-Israëlische oorlog, die Israël zal winnen.