Psalmen (boek): verschil tussen versies

175 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
(1 woord van 'was' naar 'van')
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website Visuele tekstverwerker
Regel 91:
=== Vijfde boek der psalmen ===
Ps. 107-150 maken het vijfde psalmboek uit. Dit boek stelt de eindvervulling van al Gods wegen voor. We vinden er de zegeningen onder de heerschappij van de Gezalfde in het Vrederijk. De Psalmen eindigen met een groots halleluja; de hele schepping zal instemmen in een loflied, omdat alle dingen gebracht zijn onder de heerschappij van de Gezalfde en alles verlost is wat mag delen in de zegeningen. <blockquote>Ps. 107. De psalmist wekt op om God voor de kinderen der mensen te loven om zijn goedertierenheid en wonderwerken in de verlossingen uit allerlei benauwdheden. </blockquote><blockquote>Ps. 108. Van David. Hij neemt zich voor om God, die groot van goedertierenheid en trouw is, te loven en te psalmzingen onder de volken. Hij bidt dat God Zich verheft en Zijn beminden bevrijdt. God, die Israël had verstoten, heeft nu gesproken en onderwerpt de buurvolken (o.a. [[Filistea]]) en vijanden aan David en Israël. </blockquote><blockquote>Ps. 109. David klaag over zijn valse aanklagers, die hem kwaad voor goed vergelden. Hij wenst hen onheil als werkloon vanwege God toe. In zijn nood en ellende bidt David om verlossing. God zal hem verlossen van degenen die zijn ziel veroordelen. </blockquote><blockquote>Ps. 110. David spreekt van zijn heer, die door Jahweh is verhoogd; die zal heersen over zijn vijanden en priester zijn in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. </blockquote><blockquote>Ps. 111. Van David. God doet Davids heer heersen over zijn vijanden en priester zijn in eeuwigheid. Zijn heer zal recht doen onder de heidenen en verslaan het hoofd van een groot land.</blockquote><blockquote>Ps. 112. Gezegend is de man die God vreest. Hij doet goed en zal niet wankelen. Zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid. Hij zal verhoogd worden, wat de goddeloze tandenknarsend zal zien. </blockquote><blockquote>Ps. 113. Oproep tot de knechten van Jahweh om Jahweh loven. Hij woont zeer hoog, boven alle heidenen, maar ziet zeer laag; hij verhoogt de geringe en nooddruftige en doet de onvruchtbare vrouw wonen met een huisgezin met kinderen. </blockquote><blockquote>Ps. 114. De aarde beve voor het aangezicht van God, die Israël leidde naar het beloofde land onder het doen van wonderen in de natuur. </blockquote><blockquote>Ps. 115. Gods naam zij de eer. De psalmist wijst de ijdelheid van de afgoden aan en vermaant Israël en de Godvrezenden om op Jahweh, die hun hulp en schild is, te vertrouwen. Hij zal hen zegenen. </blockquote><blockquote>Ps. 116. De psalmist, die was uitgeteerd en in zijn benauwdheid God had aangeroepen, spreekt zijn liefde tot God uit, Die zijn ziel van de dood heeft gered. Hij zal God dankoffers brengen en Hem zijn geloften betalen in de voorhoven van Gods huis. </blockquote><blockquote>Ps. 117. Alle naties worden vermaand Jahweh te loven om Zijn goedertierenheid en trouw (waarheid).</blockquote><blockquote>Ps. 118. Een lofzang op Gods goedertierenheid, die tot in eeuwigheid is. God heeft de psalmist verhoord en hem de overwinning gegeven over zijn heidense vijanden. God is hem tot heil geweest en heeft hem niet ter dood overgegeven. De psalm bevatten messiaanse elementen. </blockquote><blockquote>Ps. 119. In opeenvolgende passages, waarvan elk begint met een letter van het Hebreeuwse alfabet, roemt de psalmist Gods wet, die hij zeer liefheeft en beter wil leren kennen. Zijn vermaking in Gods wet vermengt zich met verdriet en benauwdheid vanwege de goddelozen, overtreders en hovaardigen; waarom hij God om hulp bidt. </blockquote><blockquote>Ps. 120. Een eerste van vijftien liederen "der opgangen". De psalmist, die als vreemdeling vreedzaam buiten Israël woont bij degenen die de vrede haten, bidt om gered te worden zijn leugenachtige vijanden. </blockquote><blockquote>Ps. 121. Een lied der opgangen. Jahweh is onze bewaarder.</blockquote><blockquote>Ps. 122. Een lied der opgangen. Omwille van het huis van Jahweh wenst David wenst Jeruzalem vrede en welvaart toe en wil hij het goede voor de stad zoeken. </blockquote>
<blockquote> Ps. 123. Een lied der opgangen. De psalmist en zijn volks- of medegenoten zien op naar God in de hemel, totdat Hij hen genadig is. Want zij zijn de verachting en spot uit hun omgeving zat.</blockquote><blockquote>Ps. 124. Een lied der opgangen. David wekt Israël op om God te loven, die Israël heeft bewaard voor de mensen die zich tegen hem verhieven en hem als een roofdier, als een woeste rivier dreigden de overweldigen. </blockquote><blockquote>Ps. 125. Een lied der opgangen, dat de blijdschap over de verlossing uit de gevangenschap uitdrukt, met het verlangen dat God de verlossing volbrengt.</blockquote>
 
=== Andere indeling ===