Psalmen (boek): verschil tussen versies

1.180 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
k
Regel 129:
 
Hun troost is dat er eenmaal op aarde een mens was die hun is voorgegaan in het lijden. Vooral in zijn laatste dagen heeft Christus kwaad ondervonden van het goddeloze volk en van de heidenen (Pilatus, de Romeinse soldaten). Hij heeft geleden opdat Hij met het overblijfsel zou kunnen meevoelen.  
 
== Hallel (= lofzang) ==
De psalmen 113 - 118 maken het zogenaamde „Hallel" (= lofzang) uit. Ze werden gezongen op de Joodse feesten: Pasen, Wekenfeest, Loofhutten, Nieuwemaan en Tempelwijding (chanoekafeest). Op Pasen werden de psalmen 113 en 114 aangeheven vóór de paasmaaltijd, de andere daarna, nadat de vierde beker was ingeschonken (vergelijk Matth. 26: 30; Marc. 14: 26). <blockquote>''Mr 14:24 En Hij zei tot hen: Dit is mijn bloed, dat van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt. Mr 14:25 Voorwaar, Ik zeg u, dat Ik geenszins meer zal drinken van de vrucht van de wijnstok tot op die dag wanneer Ik die nieuw zal drinken in het koninkrijk van God. Mr 14:26 En nadat zij de <u>lofzang</u> hadden gezongen, gingen zij naar buiten naar de Olijfberg. (TELOS)''</blockquote>'''Grote Hallel.''' Werden andere psalmen, als Psalmen 120 -136, er aan toegevoegd, dan heette het „het grote Hallel". Deze "grote lofzang" werd gezongen bij vreugdevolle gelegenheden en ook door hen die bij de viering van Pasen nog een vijfde beker wijn dronken.
 
== Varia ==
Regel 162 ⟶ 165:
 
Willem J. Ouweneel, ''Christus in het boek der Psalmen: Lezing over Ps. 1-2''. Jaar en plaats onbekend. Ouweneels inleiding tot de Psalmen is bovenal in profetisch perspectief. De profetisch behandeling van de Psalmen is vooral ontleend aan Ouweneels lezing. 
 
Aantekeningen bij de Leidsche Vertaling van Ps. 113. Van de aantekeningen is enige tekst verwerkt op 27 mei 2017.  
 
== Voetnoten ==