Reinigen: verschil tussen versies

634 bytes verwijderd ,  6 jaar geleden
k
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Reinigen''' is [[rein]] maken.
'''Reinheid''' is rein-zijn. Een belangrijk onderscheid is dat tussen reinheid in fysisch-natuurlijke zin en in zedelijk-geestelijke zin. In de laatste betekenis zijn wij rein door het geloof in Jezus Christus. Maar in ons praktisch leven hebben sommige delen (hart, geweten, handel, wandel, enz.) soms reiniging nodig. 
 
In het Nederlands betekent ‘rein’ oorspronkelijk ‘zuiver, gezeefd’.
 
‘Reinheid’ kan de natuurlijke (fysische) betekenissen hebben van: zuiverheid, zindelijkheid, netheid. We zeggen bijv. ‘de reinheid van de lucht’, ‘rust, reinheid, regelmaat’.
 
‘Reinheid’ kan de zedelijke betekenissen hebben van: zuiverheid, eerbaarheid, kuisheid. In het Nederlands spreekt men van ‘reinheid van zeden’, ‘reinheid van bedoelingen’, ‘maagdelijke reinheid’
 
De wet van Mozes vermeldt vele verontreinigingen - bijvoorbeeld door aanraking van een dood lichaam, een melaatse of een bloedvloeiende vrouw - en hun benodigde wijzen en middelen van reiniging. <blockquote>''Ps 51:7 (51-9) Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw.'' (SV)</blockquote>De weg voor een priester naar het tempelhuis voerde langs het brandofferaltaar en vervolgens langs het koperen [[wasvat]], 'de zee' genoemd. God beval dat het wasvat tussen de Tent der Samenkomst (of Ontmoeting, namelijk met God) en het altaar geplaatst moest worden. Vóórdat een priester de Tent binnentrad of op het altaar een vuuroffer bracht, moest hij zijn handen en voeten wassen en zodoende reinigen. <blockquote>''Ex 30:17 En de HEERE sprak tot Mozes: Ex 30:18 U moet vervolgens een koperen wasvat maken, met een bijbehorend koperen voetstuk, voor het wassen. En u moet het plaatsen tussen de tent van ontmoeting en het altaar, en er water in doen, Ex 30:19 zodat Aäron en zijn zonen hun handen en voeten [met water] daaruit kunnen wassen. Ex 30:20 Wanneer zij de tent van ontmoeting binnengaan, moeten zij zich met water wassen, opdat zij niet sterven. Of wanneer zij tot het altaar naderen om dienst te doen door een vuuroffer voor de HEERE in rook te laten opgaan, Ex 30:21 moeten zij hun handen en voeten wassen, opdat zij niet sterven. Dit is een eeuwige verordening voor hen, voor [Aäron] en zijn nageslacht, [al] hun generaties door.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Ex 40:7 Het wasvat moet u tussen de tent van ontmoeting en het altaar plaatsen en u moet er water in doen. (HSV)''</blockquote>Aan de Mozaïsche reinigingswetten zijn door de mensen in de loop der tijd andere bepalingen toegevoegd. Deze toevoeging noemt de Schrift ‘de overlevering der ouden’. De schriftgeleerden en Farizeeën onderhielden die ijverig. Zo wasten zij plichtmatig de handen voor het eten, reinigden bekers en borden. Ze benadrukten de uitwendige reiniging, terwijl ze van binnen, in hun hart, vol roof en onmatigheid waren (Marc. 7:2-8). In hun binnenste waren ze onrein.<blockquote>''Mr 7:2 en toen zij zagen dat sommigen van zijn discipelen met onreine, dat is met ongewassen handen brood aten,'' ''Mr 7:3 want de farizeeen en al de Joden eten niet tenzij zij hun handen grondig wassen, daar zij de overlevering van de ouden houden; Mr 7:4 en als zij van de markt komen, eten zij niet tenzij zij zich hebben gereinigd; en er zijn vele andere dingen die zij hebben aanvaard om zich daaraan te houden: reinigingen van drinkbekers en kannen en koperen vaten en rustbanken-'' ''Mr 7:5 vroegen de farizeeen en schriftgeleerden Hem: Waarom wandelen uw discipelen niet volgens de overlevering van de ouden, maar eten het brood met onreine handen? Mr 7:6 Hij zei echter tot hen: Treffend heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd, zoals geschreven staat: ‘Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij vandaan;'' ''Mr 7:7 en tevergeefs vereren zij Mij, door leringen te leren die geboden van mensen zijn’. Mr 7:8 Terwijl u het gebod van God nalaat, houdt u de overlevering van de mensen.'' (TELOS)</blockquote>Het Nieuwe Testament maakt duidelijk dat de uitwendige reinigingen in het Oude Testament een '''zinnebeeldige''' betekenis hebben. Ze illustreren de zedelijke en geestelijke reiniging. Deze kan evenwel betrekking hebben op een lichamelijke handeling, op gedrag. Bijvoorbeeld overspel is een lichamelijke handelwijze, die ons vlees in figuurlijke zin bevlekt.
Regel 28 ⟶ 22:
 
=== Reiniging van het hart ===
Reinheid van hart is een groot goed. Ons hart kan echter verontreinigd worden, bijvoorbeeld door afgunst en bitterheid. Asaf heeft dat ondervonden, zoals blijkt uit zijn Psalm 73.<blockquote>''Ps 73:1  Een psalm van Asaf. Waarlijk, God is goed voor Israel, voor hen die rein van hart zijn.'' ''Ps 73:2 Maar mij aangaande, bijkans waren mijn voeten afgeweken, bijna waren mijn schreden uitgegleden. Ps 73:3 Want ik was afgunstig op de hoogmoedigen, toen ik de voorspoed der goddelozen zag.'' ''(…)'' ''Ps 73:13 Maar tevergeefs heb ik mijn hart rein gehouden, mijn handen in onschuld gewassen. Ps 73:14 De ganse dag word ik geplaagd, mijn bestraffing is er elke morgen.'' ''Ps 73:21 Toen mijn hart verbitterd was, en ik in mijn nieren geprikkeld werd, Ps 73:22 toen was ik een grote dwaas en zonder verstand, ik was een redeloos dier bij U.'' (NBG51)</blockquote>Van huis uit zijn wij zondaars. Onze overtredingen hebben ons hart verontreinigd. Onze harten moeten gereinigd worden. Dat gebeurt als wij tot geloof komen. God reinigt onze harten door ons geloof. Dat doet hij bij Joden als Paulus en Petrus, doch ook bij heidenen. PaulusPetrus, merktdie had meegemaakt dat de Romeinse hoofdman Cornelius en de zijnen tot geloof waren gekomen en de Heilige Geest hadden ontvangen, merkte op:<blockquote>''Hnd 15:9 en Hij heeft geen enkel onderscheid gemaakt tussen ons en hen, daar Hij door het geloof hun harten heeft gereinigd.'' (TELOS)</blockquote>Gelovigen kunnen echter zondigen. David, een man naar Gods hart, beging ernstige overtredingen. Hij bad:<blockquote>''Ps 51:10 (51-12) Schep mij een rein hart, o God! en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.'' (SV)</blockquote>In ons hart kunnen denkbeelden huizen die ons wankelmoedig maken, die ons heen en weer slingeren. „Houdt God wel van mij?” „Dit zal God mij nooit vergeven!” Van zulke gedachten moeten wij ons hart zuiveren.<blockquote>''Jak 4:8 Nadert tot God en Hij zal tot u naderen. Reinigt de handen, zondaars, en zuivert de harten, wankelmoedigen.'' (TELOS)</blockquote>
 
=== Reiniging van de geest ===