Rooms-Katholieke Kerk: verschil tussen versies

8 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
Regel 67:
Het bidden tot (vragen van) overleden '''heiligen''' (Maria, "Sint Jozef", "Sint Petrus" enz.) is een vorm van de doden zoeken of vragen. Dit vragen van ontslapen heiligen wordt nergens in de Schrift geleerd. Het wordt de Israëlieten verboden om een dode te vragen, Deut. 18:10-11: "''Onder u zal niet gevonden worden ... die de doden vraagt.''" (SV). Toen koning Saul, ongehoorzaam aan dit gebod, door bemiddeling van een medium de overleden profeet Samuël zocht, antwoordde deze ''"Waarom stoort u mij door mij op te roepen?"'' (1 Sam. 28:15, Willibrord-95 vertaling). De enige gestorvene die we mogen aanroepen is de Verrezene, die uit de doden is opgestaan en leeft tot in eeuwigheid. Verschijnend aan Johannes, zei Hij: ''"Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid"'' (Opb. 1:18). 
 
De verering van overblijfselen en voorwerpen van zogenoemde heiligen is eveneens, in het licht van Gods Woord, als misstand aan te merken (zie artikel [[Relikwie]]).
 
De verplichting voor priesters en kloosterlingen om ongehuwd te blijven ('''celibaatsplicht''') druist in tegen de gezonde leer van de Bijbel (zie artikel [[Celibaat]]). 
 
De officiële pauselijke titel '''''Pontifex'' ''Maximus''''' (=Grootste Bruggenbouwer) is niet op zijn plaats, omdat de Heer Jezus de Grootste Bruggenbouwer is. Hij bouwde immers de brug tussen God en de in de zonde gevallen mens. Hij is dé Middelaar tussen God en mensen. Geen paus, Maria of Petrus kan die rol vervullen.