Ruth (persoon): verschil tussen versies

336 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
 
De betekenis van de eigennaam is 'gezel, vriend'<ref name=":0">Bromiley, Geoffrey  W.: ''The International Standard Bible Encyclopedia,'' Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002.</ref>, 'vriendschap'<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.</ref>, 'verzadigd, tevreden'<ref name=":0" /> of 'aanzien, schoonheid'<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ruth. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. Van Ronkel zegt dat Ruth wellicht is samengetrokken uit Reüth = aanzien, schoonheid, van het wwerkwoord ''Raoh'' = zien.</ref>. Het Strongnummer is 07327. De Hebreeuwse naam is רות, ''Roet.'' De naam komt 12x voor in het Oude Testament en 1x in het Nieuwe Testament (Matth. 1:5)
[[Bestand:Philip Hermogenes Calderon - Ruth and Naomi.jpg|miniatuur|597x597px|Ruth kleeft haar schoonmoeder Naomi aan en wil mee haar mee. Orpa (rechts) blijft in Moab. ]]
 
Ruth woonde in haar geboorteland Moab. Hier huwde ze met de Israëliet [[Machlon]]. Deze was eerder met zijn ouders [[Elimelech]] en [[Naomi]] wegens een hongersnood uit Bethlehem-Juda naar Moab gegaan. Zijn broer Chiljon huwde eveneens een Moabietische vrouw: Orpa. Machlon en Chiljon stierven echter kinderloos in Moab.
 
In een tabel links zonder tabeltitel
{| class="wikitable" style="float:left; width: 100px; margin-right: 20px;"
| style="padding: 15px;"|{{Stamboom Elimelech}}
|}
 
 
Toen Naömi, de schoonmoeder van Ruth, terugkeerde naar Bethlehem-Juda, liet Ruth haar ouders in Moab achter (Ruth 2:11) en ging met haar schoonmoeder mee. Uw volk is mijn volk en uw God is Mijn God, zei ze tegen Naömi, die Ruth aanraadde in Moab te blijven. Orpa bleef in Moab, maar Ruth kleefde Naömi aan.