k
geen bewerkingssamenvatting
k (→Voetnoot) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3:
'''Naam.''' De naam Salomo betekent “vrede-rijk" vgl. ''Frederik''. God had David laten weten: <blockquote>''1Kr 22:9 Zie, een zoon zal u geboren worden; díe zal een man van rust zijn, want Ik zal hem rust geven van al zijn vijanden van rondom. Ja, Salomo zal zijn naam zijn, want Ik zal in zijn dagen vrede en stilte over Israël geven. (HSV)''</blockquote>Na zijn geboorte kreeg hij van God de bijnaam ''Jedidja'', "geliefde van de HEERE".
== Familie en opvoeding ==
'''Familie.''' Hij was de zoon van [[David]] en [[Bathseba]]. Zijn broers waren [[Simea]], Sobab en [[Nathan]]. Doordat David meerdere vrouwen had, had Salomo meerdere halfbroers.
Regel 18 ⟶ 19:
<blockquote>''Spr 4:3 Want toen ik nog als zoon bij mijn vader was, teder en een enig kind voor het aangezicht van mijn moeder, Spr 4:4 onderwees hij mij en zeide tot mij: Laat uw hart mijn woorden vasthouden onderhoud mijn geboden, opdat gij moogt leven.''</blockquote>
== Regering ==
'''Regeerperiode'''. Hij regeerde van ongeveer 971 - 930 v.Chr.
'''
== Wijsheid en godsdienst ==
'''Wijsheid'''. God schonk Salomo een "wijs en verstandig hart" (1 Kon. 3:12). Dit maakte van hem een uniek mens in de geschiedenis.<blockquote>''1Kon 3:12 zie, daarom doe Ik overeenkomstig uw woorden: zie, Ik geef u een wijs en verstandig hart, zodat uws gelijke er vóór u niet geweest is, en uws gelijke na u niet zal opstaan. (HSV)''</blockquote>De wijsheid Salomo was tot in het buitenland bekend. <blockquote>''2Kr 9:22 Zo werd koning Salomo, wat rijkdom en wijsheid betrof, aanzienlijker dan alle koningen van de aarde. 2Kr 9:23 En alle koningen van de aarde zochten Salomo op, om zijn wijsheid te horen, die God hem in zijn hart had gegeven. (HSV)''</blockquote>Uit zijn antwoorden en raadgevingen aan de koningin van Sjeba bleek haar Salomo's grote wijsheid (2 Kron. 9:3). <blockquote>''2Kr 9:6 .... Zie, nog niet de helft van uw grote wijsheid was mij verteld. U hebt het gerucht dat ik gehoord had, overtroffen. 2Kr 9:7 Gelukkig zijn uw mannen, en gelukkig deze dienaren van u, die voortdurend in uw dienst staan en uw wijsheid horen! (HSV)''</blockquote>'''Tempel.''' Hij bouwde de eerste [[tempel]] van [[God]] in [[Jeruzalem]].
'''Vreemde vrouwen en afgoderij.''' Salomo had helaas veel uitheemse vrouwen lief. Hij had 700 vrouwen en 300 bijvrouwen, uit verschillende volken (1 Kon. 11:1):
Regel 36 ⟶ 41:
<blockquote>''1Kon 11:1 En de koning Salomo had veel vreemde vrouwen lief, en dat benevens de dochter van Farao: Moabietische, Ammonietische, Edomietische, Sidonische, Hethietische; 1Kon 11:2 Van die volken, waarvan de HEERE gezegd had tot de kinderen Israëls: Gijlieden zult tot hen niet ingaan, en zij zullen tot u niet inkomen; zij zouden zekerlijk uw hart achter hun goden neigen; aan deze hing Salomo met liefde. 1Kon 11:3 En hij had zevenhonderd vrouwen, vorstinnen, en driehonderd bijwijven en zijn vrouwen neigden zijn hart. 1Kon 11:4 Want het geschiedde in den tijd van Salomo’s ouderdom, [dat] zijn vrouwen zijn hart achter andere goden neigden; dat zijn hart niet volkomen was met den HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David. 1Kon 11:5 Want Salomo wandelde Astoreth, den god der Sidoniërs, na, en Milchom, het verfoeisel der Ammonieten. 1Kon 11:6 Alzo deed Salomo, dat kwaad was in de ogen des HEEREN; en volhardde niet den HEERE te volgen, gelijk zijn vader David. 1Kon 11:7 Toen bouwde Salomo een hoogte voor Kamos, het verfoeisel der Moabieten, op den berg, die voor Jeruzalem is, en voor Molech, het verfoeisel der kinderen Ammons. 1Kon 11:8 En alzo deed hij voor al zijn vreemde vrouwen, die haar goden rookten en offerden. (SV)'' </blockquote>De straf, door God op deze afgoderij aangekondigd, was de scheuring van het rijk Israël (1 Kon. 11:9v).
In de dagen van [[Nehemia (persoon)|Nehemia]] (5e eeuw v. Chr.) waren er ''"Joden die Asdoditische, Ammonitische en Moabitische vrouwen bij zich hadden doen wonen. Hun kinderen spraken voor de helft Asdoditisch, en ze konden geen Judees spreken, maar spraken overeenkomstig de taal van elk volk."'' (Neh. 13:23-24, HSV) Nehemia werd toornig over dit kwaad en herinnerde de Joden aan de zonden van Salomo: <blockquote>''Ne 13:26 Is het niet met betrekking tot deze dingen dat Salomo, de koning van Israël, gezondigd heeft? Terwijl er onder veel heidenvolken geen koning was zoals hij, en hij zijn God lief was en God hem tot koning gesteld had over heel Israël? Ook hem deden de uitheemse vrouwen zondigen. Ne 13:27 Zullen wij dan naar u luisteren door al dit grote kwaad te doen door onze God ontrouw te zijn door uitheemse vrouwen bij u te doen wonen? (HSV)''</blockquote>
== Opvolging en scheuring van zijn rijk ==
Hij werd opgevolgd door zijn zoon Rehabeam, zoon van de Ammonietische Naäma.
Regel 47 ⟶ 53:
Salomo is in menig opzicht (wijsheid, omvang van zijn rijk, vrede, welvaart) een voorafbeelding van de toekomstige koning van Israël en zijn rijk, van de Vredevorst Jezus Christus.
=== Antwoord op raadsels ===
'''Antwoord op raadsels'''. De koningen van [[Scheba|Sjeba]] kwam tot hem met veel raadsels en "sprak met hem al wat in haar hart was" (2 Kron. 9:1). Hij verklaarde al haar vragen (2 Kron 9:2). <blockquote>''2Kr 9:1 Toen de koningin van Sjeba het gerucht over Salomo hoorde, kwam zij naar Jeruzalem om Salomo met raadsels op de proef te stellen, met een zeer groot gevolg, en met kamelen, beladen met specerijen, met goud in grote hoeveelheid, en met edelstenen. Zij kwam bij Salomo en sprak met hem over alles wat zij op haar hart had. 2Kr 9:2 En Salomo verklaarde haar al haar vragen. Geen ding was voor Salomo verborgen dat hij haar niet kon verklaren. (HSV)''</blockquote>De Heer Jezus verklaarde veel aan zijn discipelen. <blockquote>''Mr 4:34 maar zonder gelijkenis sprak Hij niet tot hen, maar afzonderlijk verklaarde Hij alles aan zijn eigen discipelen.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Joh 15:15 Ik noem u niet meer slaven, want de slaaf weet niet wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van mijn Vader heb gehoord, bekend gemaakt heb. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Joh 16:12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar u kunt het nu niet dragen. Joh 16:13 Maar wanneer Hij is gekomen, de Geest van de waarheid, zal Hij u in de hele waarheid leiden; want Hij zal vanuit Zichzelf niet spreken, maar alles wat Hij zal horen, zal Hij spreken en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen. Joh 16:14 Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal uit het mijne nemen en het u verkondigen. (TELOS)''</blockquote>'''Wijsheid'''. De wijsheid Salomo, hem door God geschonken, was zeer groot. Zie boven. Jesaja voorzegde van de Heer Jezus:<blockquote>''Jes 11:2 En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, <u>de Geest der wijsheid</u> en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des HEEREN. Jes 11:3 En Zijn rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor Zijner oren niet bestraffen. (SV)''</blockquote>Zijn dorpsgenoten te [[Nazareth]] stonden versteld over de wijsheid van Jezus:<blockquote>''Lu 2:40 Het kind nu groeide op en werd gesterkt, vervuld met wijsheid; en de genade van God was op Hem. (...) Lu 2:52 En Jezus nam toe in de wijsheid en grootte en gunst bij God en mensen. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mr 6:2 En toen het sabbat was geworden, begon Hij te leren in de synagoge; en velen die Hem hoorden, stonden versteld en zeiden: Waar heeft Deze die dingen vandaan en wat is dat voor wijsheid die Hem gegeven is, en zulke krachten, die door zijn handen gebeuren?'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Mt 12:42 De koningin van het Zuiden zal worden opgewekt in het oordeel met dit geslacht en het veroordelen, want zij kwam van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen; en zie, meer dan Salomo is hier! (TELOS)''</blockquote>De Heer Jezus kan zijn leerlingen wijsheid geven:<blockquote>''Lu 21:15 Want Ik zal u mond en wijsheid geven, die al uw tegenstanders niet zullen kunnen weerspreken of weerstaan''. (TELOS)</blockquote>'''Heerlijkheid'''. De koningin van het Zuiden stond versteld ook over Salomo's heerlijkheid die zich vertoonde in zijn maaltijden en de kleding van zijn knechten en zijn opgaan naar het huis van God (2 Kron. 9:4). ▼
De koningen van [[Scheba|Sjeba]] kwam tot hem met veel raadsels en "sprak met hem al wat in haar hart was" (2 Kron. 9:1). Hij verklaarde al haar vragen (2 Kron 9:2). <blockquote>''2Kr 9:1 Toen de koningin van Sjeba het gerucht over Salomo hoorde, kwam zij naar Jeruzalem om Salomo met raadsels op de proef te stellen, met een zeer groot gevolg, en met kamelen, beladen met specerijen, met goud in grote hoeveelheid, en met edelstenen. Zij kwam bij Salomo en sprak met hem over alles wat zij op haar hart had. 2Kr 9:2 En Salomo verklaarde haar al haar vragen. Geen ding was voor Salomo verborgen dat hij haar niet kon verklaren. (HSV)''</blockquote>De Heer Jezus verklaarde veel aan zijn discipelen. <blockquote>''Mr 4:34 maar zonder gelijkenis sprak Hij niet tot hen, maar afzonderlijk verklaarde Hij alles aan zijn eigen discipelen.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Joh 15:15 Ik noem u niet meer slaven, want de slaaf weet niet wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van mijn Vader heb gehoord, bekend gemaakt heb. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Joh 16:12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar u kunt het nu niet dragen. Joh 16:13 Maar wanneer Hij is gekomen, de Geest van de waarheid, zal Hij u in de hele waarheid leiden; want Hij zal vanuit Zichzelf niet spreken, maar alles wat Hij zal horen, zal Hij spreken en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen. Joh 16:14 Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal uit het mijne nemen en het u verkondigen. (TELOS)''</blockquote>
=== Wijsheid ===
▲
=== Heerlijkheid ===
De koningin van het Zuiden stond versteld ook over Salomo's heerlijkheid die zich vertoonde in zijn maaltijden en de kleding van zijn knechten en zijn opgaan naar het huis van God (2 Kron. 9:4).
=== Op Gods troon ===
Vergelijk:<blockquote>''Opb 12:5 En zij baarde een zoon, een mannelijk kind, die alle naties zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd weggerukt naar God en <u>naar zijn troon</u>. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 3:21 Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, zoals ook Ik overwonnen en Mij gezet heb met mijn Vader <u>op zijn troon</u>. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 5:6 En ik zag <u>in het midden van de troon</u> en van de vier levende wezens en in het midden van oudsten <u>een Lam</u> staan als geslacht; ... (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 7:17 want <u>het Lam dat in het midden van de troon</u> is, zal hen weiden en hen leiden naar bronnen van levenswateren, ...'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Opb 19:5 En van de troon ging een stem uit die zei: Prijst onze God, al zijn slaven, en u die Hem vreest, kleinen en groten! (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 22:1 En hij toonde mij een rivier van levenswater, blinkend als kristal, die uitging vanuit <u>de troon van God en van het Lam</u>. (...) Opb 22:3 En er zal geen enkele vervloeking meer zijn; en <u>de troon van God en van het Lam</u> zal daarin zijn en zijn slaven zullen Hem dienen, (TELOS)''</blockquote>
=== Luister van zijn troon ===
▲'''Op Gods troon'''. De heidense koningin beleed dat God Salomo op Zijn troon had gezet, 2 Kron. 9:8.
Salomo had een luisterrijke troon, "voor geen enkel koninkrijk ooit gemaakt" (2 Kron 9:17-19).
=== Geschenken ===
De kleine Jezus, de toekomstige koning der Joden, werden geschenken gebracht door wijzen uit het Oosten (Matth. 2:8, 11). <blockquote>''Mt 2:11 En toen zij het huis waren binnengegaan, zagen zij het kind met Maria, zijn moeder, en zij vielen neer en huldigden het; en zij openden hun schatten en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre.'' ''(TELOS)''</blockquote>Wanneer het Licht (= de Heer Jezus) over Israël is opgegaan, als de Zon der gerechtigheid, en Israël zich bekeerd zal hebben, zullen heidenvolken hun vermogen toebrengen:<blockquote>''Jes 60:11 Uw poorten zullen steeds openstaan; dag en nacht zullen ze niet gesloten worden, opdat men het vermogen van de heidenvolken naar u toe zal brengen en hun koningen naar u toe geleid zullen worden. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Jes 61:6 Ú echter zult genoemd worden: priesters van de HEERE, men zal u noemen: dienaren van onze God. U zult het vermogen van heidenvolken eten, u zult u beroemen in hun luister. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Jes 45:14 Zo zegt de HEERE: De arbeidsopbrengst van de Egyptenaren en de koophandel van de Cusjieten, en de Sabeeërs, mannen van grote lengte, zullen naar u overgaan en zullen van u zijn. Zíj zullen u navolgen, in boeien zullen zij overkomen en voor u zullen zij zich buigen, zij zullen u smeken en zeggen:Voorzeker, God is bij u, en niemand anders; er is geen andere God. (HSV)''</blockquote>
|