Salomo: verschil tussen versies

3.926 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 19:
<blockquote>''Spr 4:3 Want toen ik nog als zoon bij mijn vader was, teder en een enig kind voor het aangezicht van mijn moeder, Spr 4:4 onderwees hij mij en zeide tot mij: Laat uw hart mijn woorden vasthouden onderhoud mijn geboden, opdat gij moogt leven.''</blockquote>
 
== Zijn heerlijkheid en regering ==
== Regering ==
'''Regeerperiode'''. Hij regeerde van ongeveer 971 - 930 v.Chr.
 
'''Zijn gebied'''. Zijn gebied is het grootste dat een koning van Israël of Juda ooit gehad heeft. <blockquote>''2Kr 9:26 Hij heerste over al de koningen, van de Rivier af tot aan het land der Filistijnen en de grens van Egypte. (NBG51)''</blockquote>'''Zijn heerlijkheid'''. De heerlijkheid van Davids zoon vertoonde zich in zijn maaltijden, de kleding van zijn knechten, zijn opgaan naar het huis van God (2 Kron. 9:4), zijn troon (2 Kron. 9:17v), de gouden drinkvaten (2 Kron. 9:20). Hij had 4000 paardenstallen, en wagens, en 12.000 ruiters (2 Kron. 9:25). De koningin van het Zuiden stond versteld ook over Salomo's heerlijkheid (2 Kron. 9:4). Hij was "groter dan alle koningen der aarde in rijkdom en wijsheid" (2 Kron. 9:22).
'''Op Gods troon'''. De koningin van het Zuiden beleed dat God Salomo op Zijn troon had gezet. <blockquote>''2Kr 9:8 Geloofd zij de HEERE, uw God, Die behagen in u heeft gehad, door u als koning voor de HEERE, uw God, op Zijn troon te zetten! Omdat uw God Israël liefheeft, om het voor eeuwig te doen standhouden, daarom heeft Hij u als koning over hen aangesteld, om recht en gerechtigheid te doen. (HSV)''</blockquote>'''Luisterrijke troon'''. David zoon had een prachtige troon, "voor geen enkel koninkrijk ooit gemaakt" (2 Kron 9:19). Opmerkenswaard zijn de dieren bij Salomo's troon: 14 beelden van leeuwen, waarvan 2 aan zijn hand, bij de leuningen van de troon, en 12 op de treden van de troon. <blockquote>''2Kr 9:17 Ook maakte de koning een grote ivoren troon en overtrok die met zuiver goud. 2Kr 9:18 Deze troon had zes treden en er was een voetbank van goud aan de troon bevestigd; en aan beide zijden naar de zitplaats toe zaten leuningen, en bij die leuningen stonden twee leeuwen. 2Kr 9:19 Er stonden daar dus twaalf leeuwen op de zes treden, aan beide zijden. Zoiets werd er voor geen enkel koninkrijk ooit gemaakt. (HSV)''</blockquote>[[Bestand:Koning Salomo op de troom.jpg|miniatuur|827x827px|Koning Salomo op zijn troon.|geen]]De twaalf leeuwen op de treden naar de troon zijn staan waarschijnlijk voor de 12 stammen van Israël staan. Van deze stam was Juda, voorgesteld door een leeuw, de leidende stam. Bij de Sinaï komt de stam Juda aan het hoofd van het leger voor, zij gaan aan de spits, Num. 2 : 3-9. Salomo was uit de stam van Juda. Voorvader Jacob zei van zijn zoon Juda: <blockquote>''Ge 49:9 Juda is een <u>leeuwenwelp</u>; van je prooi ben je opgestaan, mijn zoon. Hij heeft zich gekromd, zich als een <u>leeuw</u> neergelegd, als een <u>leeuwin</u>; wie zal hem doen opstaan?'' (HSV)</blockquote>
 
'''Op Gods troon'''. De koningin van het Zuiden beleed dat God Salomo op Zijn troon had gezet. <blockquote>''2Kr 9:8 Geloofd zij de HEERE, uw God, Die behagen in u heeft gehad, door u als koning voor de HEERE, uw God, op Zijn troon te zetten! Omdat uw God Israël liefheeft, om het voor eeuwig te doen standhouden, daarom heeft Hij u als koning over hen aangesteld, om recht en gerechtigheid te doen. (HSV)''</blockquote>'''Luisterrijke troon'''. David zoon had een prachtige troon, "voor geen enkel koninkrijk ooit gemaakt" (2 Kron 9:19). Opmerkenswaard zijn de dieren bij Salomo's troon: 14 beelden van leeuwen, waarvan 2 aan zijn hand, bij de leuningen van de troon, en 12 op de treden van de troon. <blockquote>''2Kr 9:17 Ook maakte de koning een grote ivoren troon en overtrok die met zuiver goud. 2Kr 9:18 Deze troon had zes treden en er was een voetbank van goud aan de troon bevestigd; en aan beide zijden naar de zitplaats toe zaten leuningen, en bij die leuningen stonden twee leeuwen. 2Kr 9:19 Er stonden daar dus twaalf leeuwen op de zes treden, aan beide zijden. Zoiets werd er voor geen enkel koninkrijk ooit gemaakt. (HSV)''</blockquote>"Leuningen", in het Hebreeuws letterlijk "handen". [[Bestand:Koning Salomo op de troom.jpg|miniatuur|827x827px|Koning Salomo op zijn troon.|geen]]De twaalf leeuwen op de treden naar de troon zijn staan waarschijnlijk voor de 12 stammen van Israël staan. Van deze stam was Juda, voorgesteld door een leeuw, de leidende stam. Bij de Sinaï komt de stam Juda aan het hoofd van het leger voor, zij gaan aan de spits, Num. 2 : 3-9. Salomo was uit de stam van Juda. Voorvader Jacob zei van zijn zoon Juda: <blockquote>''Ge 49:9 Juda is een <u>leeuwenwelp</u>; van je prooi ben je opgestaan, mijn zoon. Hij heeft zich gekromd, zich als een <u>leeuw</u> neergelegd, als een <u>leeuwin</u>; wie zal hem doen opstaan?'' (HSV)</blockquote>'''Geschenken.''' De koningin van het Zuiden bracht grote geschenken:<blockquote>''2Kr 9:9 Zij gaf de koning honderdtwintig talent goud en specerijen in zeer grote hoeveelheid, en edelstenen. Zoals deze soort specerij die de koningin van Sjeba aan koning Salomo gaf, is er nooit geweest. (HSV)''</blockquote><blockquote>''2Kr 9:14 ..., en de inkomsten aan goud en zilver voor Salomo van alle koningen van Arabië en van de landvoogden van het land.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''2Kr 9:23 En alle koningen der aarde zochten Salomo’s aangezicht, om zijn wijsheid te horen, die God in zijn hart gegeven had. 2Kr 9:24 En zij brachten een ieder zijn geschenk, zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen, harnas, en specerijen, paarden, en muilezelen, van elk van jaar tot jaar. (SV)''</blockquote>David zei in een gedicht opgedragen Salomo:<blockquote>''Ps 72:10 De koningen van Tharsis en de eilanden zullen geschenken aanbrengen; de koningen van Scheba en Seba zullen vereringen toevoeren. Ps 72:11 Ja, alle koningen zullen zich voor hem nederbuigen, alle heidenen zullen hem dienen. (...) Ps 72:15 En hij zal leven; en men zal hem geven van het goud van Scheba, en men zal geduriglijk voor hem bidden; den gansen dag zal men hem zegenen.'' ''(SV)''</blockquote>
== Wijsheid en godsdienst ==
'''Wijsheid'''. God schonk Salomo een "wijs en verstandig hart" (1 Kon. 3:12). Dit maakte van hem een uniek mens in de geschiedenis.<blockquote>''1Kon 3:12 zie, daarom doe Ik overeenkomstig uw woorden: zie, Ik geef u een wijs en verstandig hart, zodat uws gelijke er vóór u niet geweest is, en uws gelijke na u niet zal opstaan. (HSV)''</blockquote>De wijsheid Salomo was tot in het buitenland bekend. <blockquote>''2Kr 9:22 Zo werd koning Salomo, wat rijkdom en wijsheid betrof, aanzienlijker dan alle koningen van de aarde. 2Kr 9:23 En alle koningen van de aarde zochten Salomo op, om zijn wijsheid te horen, die God hem in zijn hart had gegeven. (HSV)''</blockquote>Uit zijn antwoorden en raadgevingen aan de koningin van Sjeba bleek haar Salomo's grote wijsheid (2 Kron. 9:3). <blockquote>''2Kr 9:6 .... Zie, nog niet de helft van uw grote wijsheid was mij verteld. U hebt het gerucht dat ik gehoord had, overtroffen. 2Kr 9:7 Gelukkig zijn uw mannen, en gelukkig deze dienaren van u, die voortdurend in uw dienst staan en uw wijsheid horen! (HSV)''</blockquote>'''Tempel.''' Hij bouwde de eerste [[tempel]] van [[God]] in [[Jeruzalem]].
Regel 58 ⟶ 59:
=== Wijsheid ===
De wijsheid Salomo, hem door God geschonken, was zeer groot. Zie boven. Jesaja voorzegde van de Heer Jezus:<blockquote>''Jes 11:2 En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, <u>de Geest der wijsheid</u> en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des HEEREN. Jes 11:3 En Zijn rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor Zijner oren niet bestraffen. (SV)''</blockquote>Zijn dorpsgenoten te [[Nazareth]] stonden versteld over de wijsheid van Jezus:<blockquote>''Lu 2:40 Het kind nu groeide op en werd gesterkt, vervuld met wijsheid; en de genade van God was op Hem. (...) Lu 2:52 En Jezus nam toe in de wijsheid en grootte en gunst bij God en mensen. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mr 6:2 En toen het sabbat was geworden, begon Hij te leren in de synagoge; en velen die Hem hoorden, stonden versteld en zeiden: Waar heeft Deze die dingen vandaan en wat is dat voor wijsheid die Hem gegeven is, en zulke krachten, die door zijn handen gebeuren?'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Mt 12:42 De koningin van het Zuiden zal worden opgewekt in het oordeel met dit geslacht en het veroordelen, want zij kwam van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen; en zie, meer dan Salomo is hier! (TELOS)''</blockquote>De Heer Jezus kan zijn leerlingen wijsheid geven:<blockquote>''Lu 21:15 Want Ik zal u mond en wijsheid geven, die al uw tegenstanders niet zullen kunnen weerspreken of weerstaan''. (TELOS)</blockquote>
 
=== Opgezocht om raad en wijsheid ===
<blockquote>''2Kr 9:23 En alle koningen van de aarde zochten Salomo op, om zijn wijsheid te horen, die God hem in zijn hart had gegeven. (HSV)''</blockquote>In de toekomst zullen vele heidenen naar Jeruzalem gaan om van Jahweh, dat is Jezus, te leren hoe zij hebben te handelen en te wandelen. <blockquote>''Mic 4:2 En vele heidenen zullen henengaan, en zeggen: Komt en laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, en ten huize van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en wij in Zijn paden wandelen; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem. Mic 4:3 En Hij zal onder grote volken richten, en machtige heidenen straffen, tot verre toe; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het [ene] volk zal tegen het [andere] volk geen zwaard opheffen, en zij zullen den krijg niet meer leren.''</blockquote>
 
=== Heerlijkheid ===
De heerlijkheid van Davids zoon was groot (zie boven). De Heer Jezus is "met eer en heerlijkheid gekroond" (Hebr. 2:9) en zal in grote heerlijkheid verschijnen in deze wereld. <blockquote>''Heb 2:9 maar wij zien Jezus, die een weinig minder dan de engelen gemaakt was vanwege het lijden van de dood met heerlijkheid en eer gekroond, .... (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mt 25:31 Wanneer nu de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en alle engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van zijn heerlijkheid; (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mt 19:28 Jezus nu zei tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal zitten op de troon van zijn heerlijkheid, u ook op twaalf tronen zult zitten om de twaalf stammen van Israel te oordelen. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mr 13:26 En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in wolken, met grote kracht en heerlijkheid. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Tit 2:13 in de verwachting van de gelukkige hoop en verschijning van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Jezus Christus, (TELOS)''</blockquote>
De koningin van het Zuiden stond versteld ook over Salomo's heerlijkheid die zich vertoonde in zijn maaltijden en de kleding van zijn knechten en zijn opgaan naar het huis van God (2 Kron. 9:4).
 
=== Op Gods troon ===