Salomo: verschil tussen versies

1.343 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
Regel 20:
[[Bestand:Koninkrijk van David en Salomo Acces-Foundation 53.jpg|miniatuur|1024x1024px|''Salomo's invloed reikte tot de rivier Eufraat''|geen]]
[[Bestand:Salomo economische ondernemingen - Access Foundation 54.jpg|miniatuur|1024x1024px|''Salomo's economische ondernemingen.''|geen]]
 
'''Zijn paleis.''' Na voltooiing van de tempelbouw, terwijl de arbeid tot de aanleg van de buitenste voorhof voortgaat, liet Salomo in het tijdsverloop van de volgende dertien jaar voor zichzelf een prachtig paleis bouwen op de noordoostzijde van de heuvel Sion, dat uit meerdere afzonderlijke gebouwen en zalen bestond; zij volgden van voren naar achteren of van het oosten naar het westen in deze orde op elkaar:
 
* het huis van het woud van Libanon (1 Kon. 7:2-5 )
* het voorhuis van pilaren (zuilengang) met zijn voorhuis (voorportaal) (1 Kon. 7:6 )
* het voorhuis van de troon en het voorhuis van het gericht (1 Kon. 7:7),
* het koninklijk paleis en dat van de koningin (1 Kon 7:8 ).
 
Deze gebouwen waren ingesloten door twee voorhoven, een voorste en een achterste voorhof en uit even kostbare als zorgvol bewerkte stenen vervaardigd.<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 1 Kon. 7:1. Enige tekst hiervan, betreffende het paleis van Salomo, is onder wijziging verwerkt op 13 mei 2019. </ref>
 
'''Zijn heerlijkheid'''. De heerlijkheid van Davids zoon vertoonde zich in zijn maaltijden, de kleding van zijn knechten, zijn opgaan naar het huis van God (2 Kron. 9:4), zijn troon (2 Kron. 9:17v), de gouden drinkvaten (2 Kron. 9:20). Hij had 4000 paardenstallen, en wagens, en 12.000 ruiters (2 Kron. 9:25). De koningin van het Zuiden stond versteld ook over Salomo's heerlijkheid (2 Kron. 9:4). Hij was "groter dan alle koningen der aarde in rijkdom en wijsheid" (2 Kron. 9:22).