Salomo: verschil tussen versies

122 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
{{Stamboom David}}
 
'''Regering'''. Hij regeerde van ongeveer 975/970971 - 925930 v.Chr.
 
{{Koningen van Israël}}
 
[[Bestand:Koning Salomo op de troom.jpg|gecentreerd|miniatuur|827x827px|Koning Salomo op zijn troon.]]
Regel 32 ⟶ 30:
<blockquote>''1Kon 11:1 En de koning Salomo had veel vreemde vrouwen lief, en dat benevens de dochter van Farao: Moabietische, Ammonietische, Edomietische, Sidonische, Hethietische; 1Kon 11:2 Van die volken, waarvan de HEERE gezegd had tot de kinderen Israëls: Gijlieden zult tot hen niet ingaan, en zij zullen tot u niet inkomen; zij zouden zekerlijk uw hart achter hun goden neigen; aan deze hing Salomo met liefde. 1Kon 11:3 En hij had zevenhonderd vrouwen, vorstinnen, en driehonderd bijwijven en zijn vrouwen neigden zijn hart. 1Kon 11:4 Want het geschiedde in den tijd van Salomo’s ouderdom, [dat] zijn vrouwen zijn hart achter andere goden neigden; dat zijn hart niet volkomen was met den HEERE, zijn God, gelijk het hart van zijn vader David. 1Kon 11:5 Want Salomo wandelde Astoreth, den god der Sidoniërs, na, en Milchom, het verfoeisel der Ammonieten. 1Kon 11:6 Alzo deed Salomo, dat kwaad was in de ogen des HEEREN; en volhardde niet den HEERE te volgen, gelijk zijn vader David. 1Kon 11:7 Toen bouwde Salomo een hoogte voor Kamos, het verfoeisel der Moabieten, op den berg, die voor Jeruzalem is, en voor Molech, het verfoeisel der kinderen Ammons. 1Kon 11:8 En alzo deed hij voor al zijn vreemde vrouwen, die haar goden rookten en offerden. (SV)'' </blockquote>De straf, door God op deze afgoderij aangekondigd, was de scheuring van het rijk Israël (1 Kon. 11:9v).
 
In de dagen van [[Nehemia (persoon)|Nehemia]] (5e eeuw v. Chr.) waren er ''"Joden die Asdoditische, Ammonitische en Moabitische vrouwen bij zich hadden doen wonen. Hun kinderen spraken voor de helft Asdoditisch, en ze konden geen Judees spreken, maar spraken overeenkomstig de taal van elk volk."'' (Neh. 13:23-24, HSV) Nehemia werd toornig over dit kwaad en herinnerde de Joden aan de zonden van Salomo: <blockquote>''Ne 13:26 Is het niet met betrekking tot deze dingen dat Salomo, de koning van Israël, gezondigd heeft? Terwijl er onder veel heidenvolken geen koning was zoals hij, en hij zijn God lief was en God hem tot koning gesteld had over heel Israël? Ook hem deden de uitheemse vrouwen zondigen. Ne 13:27 Zullen wij dan naar u luisteren door al dit grote kwaad te doen door onze God ontrouw te zijn door uitheemse vrouwen bij u te doen wonen? (HSV)''</blockquote>'''Scheuring van zijn rijk.''' <blockquote>''1Kon 11:9 Daarom vertoornde Zich de HEERE tegen Salomo, omdat hij zijn hart geneigd had van den HEERE, den God Israëls, Die hem tweemaal verschenen was. 1Kon 11:10 En hem van deze zaak geboden had, dat hij andere goden niet zou nawandelen; doch hij hield niet, wat de HEERE geboden had. 1Kon 11:11 Daarom zeide de HEERE tot Salomo: Dewijl dit bij u geschied is, dat gij niet hebt gehouden Mijn verbondOpvolging en Mijn inzettingen, die Ik u geboden heb; Ik zal gewisselijk dit koninkrijkscheuring van uzijn scheuren, en datzelve uw knecht gevenrijk. 1Kon 11:12 In uw dagen nochtans zal Ik dat niet doen, om uws vaders Davids wil, van de hand uws zoons zal Ik het scheuren. 1Kon 11:13 Doch Ik zal het gehele koninkrijk niet afscheuren; een stam zal Ik uw zoon geven, om Mijns knechts Davids wil, en om Jeruzalems wil, dat Ik verkoren heb. (SV)'' </blockquote>'''Voorafbeelding.''' Salomo is in menig opzicht (wijsheid, omvang van zijn rijk, vrede, welvaart) een voorafbeelding van de toekomstige koning van Israël en zijn rijk, van de Vredevorst Jezus Christus.
 
Hij werd opgevolgd door zijn zoon Rehabeam, zoon van de Ammonietische Naäma. Onder Rehabeam scheurde het rijk. <blockquote>''1Kon 11:9 Daarom vertoornde Zich de HEERE tegen Salomo, omdat hij zijn hart geneigd had van den HEERE, den God Israëls, Die hem tweemaal verschenen was. 1Kon 11:10 En hem van deze zaak geboden had, dat hij andere goden niet zou nawandelen; doch hij hield niet, wat de HEERE geboden had. 1Kon 11:11 Daarom zeide de HEERE tot Salomo: Dewijl dit bij u geschied is, dat gij niet hebt gehouden Mijn verbond en Mijn inzettingen, die Ik u geboden heb; Ik zal gewisselijk dit koninkrijk van u scheuren, en datzelve uw knecht geven. 1Kon 11:12 In uw dagen nochtans zal Ik dat niet doen, om uws vaders Davids wil, van de hand uws zoons zal Ik het scheuren. 1Kon 11:13 Doch Ik zal het gehele koninkrijk niet afscheuren; een stam zal Ik uw zoon geven, om Mijns knechts Davids wil, en om Jeruzalems wil, dat Ik verkoren heb. (SV)'' </blockquote>{{Koningen van Israël}}
 
'''Voorafbeelding.''' Salomo is in menig opzicht (wijsheid, omvang van zijn rijk, vrede, welvaart) een voorafbeelding van de toekomstige koning van Israël en zijn rijk, van de Vredevorst Jezus Christus.