k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 20:
Hij werd tot koning gezalfd door [[Samuël]], onder Gods leiding, toen de Israëlieten een koning eisten. Als de koning die zij hadden gekozen en gewenst, werd hem 'een nieuw hart' gegeven.
Hij regeerde van
Zijn regering begon goed; maar later faalde hij door ongehoorzaamheid aan God. Hij was geen succesvol koning. Door eigenzinnig optreden en regelrechte ongehoorzaamheid aan God verspeelde hij zijn positie.
Regel 26:
Saul werd verworpen en in zijn plaats werd David, de zoon van Isaï, door God verkozen en door Samuël gezalfd.
'''Kinderen.''' Saul kreeg acht kinderen, te weten zes zonen en twee dochters:
* van zijn vrouw Ahinoam, de dochter van Ahimaäz had hij drie zonen: Jonathan, Malchi-Sua, Abinadab (of Isvi), en twee dochters: Merab en Michal.
* Isboseth (of Esbaäl) was waarschijnlijk<ref>Zo P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling.'' (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866), s.v. 'Saul'.</ref> de zoon van een andere vrouw
Regel 38:
Zo faalde het koningschap, aan de Israëlieten naar hun begeerte toevertrouwd, bij de eerste koning.
{{Tijdbalk
== Bron ==
|