k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
De '''scheiding van kerk en staat''' is de scheiding tussen twee instituten, opdat zij niet over elkaar heersen. Sommigen verstaan de scheiding onterecht als een scheiding tussen [[religie]] en [[politiek]].
Nadat het [
De situatie dat een staatshoofd tevens hoofd van de kerk is, is een onwenselijke vermenging. Hiervan vinden we een parallel in het Oude Testament: koning Saul die als [
In [
'''Scheiding van kerk en staat.''' De scheiding van kerk en staat in Nederland is niets anders dan de scheiding tussen twee instituten, het instituut 'kerk' en het instituut 'staat'. Een kerk is een georganiseerde vorm van christelijke godsdienst. Een staat is een georganiseerde vorm van landsbestuur. De scheiding van kerk en staat is ingesteld om te zorgen dat ze niet over elkaar heersen. De rijksoverheid stelt geen kerkelijke ambtsdragers aan noch mengt zich in kerkelijke aangelegenheden; de staat bemoeit zich niet met de organisatie van de kerk en benoemt geen dominees, bisschoppen en andere kerkelijke beambten. De kerk op haar beurt heeft geen politieke macht,
De institutionele scheiding sluit vertegenwoordiging van het gelovige deel van de bevolking niet uit. Politieke overtuigingen mag men in Nederland overal op baseren, levensbeschouwing is daarvan niet uitgezonderd. Als in een dorp de christelijke meerderheid graag de zondagsrust wil handhaven, dan mag een democratisch gekozen gemeentebestuur daartoe besluiten.
Regel 23:
De verdergaande ontkerstening van de maatschappij gaat gepaard met een ontkerstening van de wetten van staat. Als de kerk verkondigt of handelt in strijd met zekere beginselen van de staat, doemt het gevaar van staatsbemoeienis op.
'''
Scheiding van kerk en staat houdt derhalve niet in dat er een scheiding van geloofs-/levensovertuiging en beleidsvorming, politiek moet zijn.
== Voetnoot ==
|