Simson: verschil tussen versies

257 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
Simson was een zoon van Manoach, een Daniet (= iemand uit de stam van Dan) uit Zora. Zijn geboorte was vooraf aangekondigd door een engel aan zijn moeder, die al lange tijd kinderloos was. De engel zei tegen zijn ouders dat hun toekomstige zoon een Nazireeër (dat wil zeggen, een afgezonderde) moest zijn vanaf zijn geboorte. 
 
Toen Israël in slavernij aan de Filistijnen, de 'interne' vijanden van Gods volk, verkeerdeover Israël heersten (Richt. 14:5), moest een Nazireeër door God worden verwekt om de bevrijding tot stand te brengen. Simson was een Nazireeër voor zijn hele leven. 
 
Vóór zijn geboorte was van Simson gezegd: "Hij zal beginnen Israel te verlossen uit de hand der Filistijnen." De uitspraak "hij richtte Israel twintig jaar" betekent ongetwijfeld het zuidwestelijk deel van het land, nabij het land van de Filistijnen.
[[Bestand:Richteren-Access Foundation.jpg|centre|thumb|1331x1331px|''Kaart: Het land van Simson, het stamgebied van Dan, grensde aan het land van de Filistijnen met hun steden Ashdod, Ashkelon, Ekron, Gaza en Gath.<br> Simson kwam uit Zora. De Geest van Jhwh begon Simson aan te drijven in het leger van Dan (Machane-dan) tussen Zora en Estaol, Richt. 13:25.<br> Simson huwde met een Filistijnse vrouw uit Timna (Thimnath), Richt. 14:2. Simson sloeg 30 mannen uit Ashkelon en nam hun wisselklederen, Richt. 14:19. <br> In Gaza ging Simson in tot een hoer, Richt. 16:1 en droeg daarna de deuren van de stadspoort weg naar een berg die vanaf Hebron te zien was (Richt. 16:3).<br> In die Filistijnse stad werd hij gevangen gezet (Richt. 16:21) en deed hij de tempel van de filistijnse god Dagon instorten, waarbij hij ook zelf omkwam. <br> Simson werd tussen Zora en Estaol begraven, in het graf van zijn vader Manoah.'' ]]
[[Bestand:Simson verscheurt leeuw.jpg|thumb|432x432px|Simson verscheurt een leeuw.]]
Simson trof in Timna een Filistijnse vrouw aan met wie hij wilde trouwen. Toen hij met zijn ouders bij Timna kwam, kwam een jonge leeuw hem brullend tegemoet. Simson doodde de leeuw. Simson huwde - tegen de wens van zijn ouders - met een de ''Filistijnse'' vrouw uit Timna. Zijn huwelijk was in zoverre "van de Heer" dat het in de wegen van God een gelegenheid werd tegen de Filistijnen. Toen hij een keer naar de vrouw ging, doodde hij een leeuw. Dit leidde hem tot een raadsel, en dit raadsel tot het doden van dertig Filistijnen.
 
Het karkas van de leeuw, waarin een bijenzwerm was getrokken en honing werd gemaakt, leidde hem tot een raadsel voor dertig hem toegewezen bruiloftsmetgezellen, en dit raadsel tot het doden van die dertig Filistijnse mannen.
 
Toen zijn Filistijnse vrouw aan een andere man gegeven werd, verbrandde Simson uit wraak hun koren, hun wijngaarden, en hun olijven, en sloeg de Filistijnen met 'een grote slachting.'