Sprinkhanenplaag: verschil tussen versies

254 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
Een '''sprinkhanenplaag''' is een plaag door zwermen sprinkhanen die een landstreek afvreten. Een van de plagen van Egypte was een sprinkhanenplaag. In het bijbelboekBijbelboek Openbaring treedt een horde van (figuurlijke?) sprinkhanen op die veel mensen zullen pijnigen.<br />
[[Bestand:PikiWiki Israel 18551 Wildlife and Plants of Israel.jpg|links|miniatuur|''Sprinkhaan bij het meer van Galiea, Israel, 2011'']]
<br />
 
{| class="wikitable" style="border:1; float:right; width: 25%; margin-left: 20px;"
| style="padding: 15px;"|'''Alarm om vraatzuchtige sprinkhanen'''
Regel 16 ⟶ 13:
Bron: ''Radio Nederland Wereldomroep'', 17 aug. 2004.
|}
[[Bestand:PikiWikiLocust Israelfrom 18551the Wildlifeplague andin Plants ofPalestine, Israel1915.jpg|links|miniatuur|''Sprinkhaan bijuit de plaag in het meerland van GalieaIsraël, Israel, 2011''1915.]]
 
 
Voor mens en natuur kunnen zwermen van sprinkhanen een plaag vormen. De sprinkhanen vormden een van de plagen van Egypte, Ex. 10:4-19. Ze vallen op door hun enorme aantallen die plotseling in zwermen op een landstreek neerstrijken. In korte tijd richten ze een enorme verwoesting aan de vegetatie aan. De sprinkhanenzwermen zijn dan ook een van de verderfelijkste, van tijd tot tijd terugkerende landplagen van het Oosten (1 Kon. 8: 37; 2 Kron. 6: 28, waar op een boetvaardig gebed in de door Salomo gebouwde tempel hulp tegen landplagen wordt toegezegd), die zich ook wel eens van daar naar Europese landen, (bijv. in het jaar 1748), uitgebreid heeft.<blockquote>''2Kr 7:12  En de HEERE verscheen Salomo des nachts, en Hij zeide tot hem: Ik heb uw gebed verhoord, en heb Mij deze plaats verkoren tot een offerhuis.  2Kr 7:13  Zo Ik den hemel toesluite, dat er geen regen zij, of <u>zo Ik den sprinkhaan gebiede, het land te verteren</u>, of zo Ik pest onder Mijn volk zende; 2Kr 7:14  En Mijn volk, over dewelken Mijn Naam genoemd wordt, zich verootmoedigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zich bekeren van hun boze wegen; zo zal Ik uit den hemel horen, en hun zonden vergeven, en hun land genezen.'' ''2Kr 7:15  Nu zullen Mijn ogen open zijn, en Mijn oren opmerkende op het gebed dezer plaats.'' (SV) </blockquote>Joël 2:2-10 schildert uitvoerig en aangrijpend de verschrikkelijke verschijning van de sprinkhanenzwermen, hoewel hij het woord 'sprinkhanen' niet gebruikt. In het vorige hoofdstuk echter noemt hij vraatzuchtige insecten, waaronder de sprinkhaan, die voor een plaag zorgen (Joel 1:4). Met Joëls schildering van wat op een sprinkhanenplaag lijkt, stemmen de verhalen van ooggetuigen geheel overeen. De beestjes worden wegens hun overeenkomst met een paard, bovenal aan den kop en wegens de snelheid van hun tocht met een stormend ruiterenleger (Joël 2:4), wegens het ontzettend geweld, dat deze biljoenen dieren door schuring van hun vleugels met de achterpoten veroorzaken (2:10) met ratelende strijdwagens vergeleken (2:5; Openb. 9 : 9). Zij komen, door de wind gedreven (alzo naar Egypte in Exod. 10 : 13 door de oostenwind uit Arabië) in zulk een getal, dat het dikwijls verschillende uren lengte en breedte en meerdere voeten hoogte beslaat; zij gaan altijd rechtuit, over alles heen, dringen ook in de woningen van de mensen (Joël 2: 7-9; Exod. 10: 6), verduisteren de lucht (Joël 2:10; Exod. 10 : 15); bedekken, waar zij zich neerlaten, de grond ter hoogte van een el (Exod. 10 : 5) en verdelgen met hun scherpe tanden en grote vraatzucht in enkele uren elk spoor van gras en kruid en van het loof en de vruchten van de bomen, waarvan zij zelfs de schors en de wortel opeten.
[[Bestand:The terrible plague of locusts in Palestine, March-June 1915. Unusual sight; olive grove stripped of all leaves. LOC matpc.01898.jpg|links|miniatuur|Olijvenbomen kaalgevreten tijdens de sprinkhanenplaag van maart - juni 2015 in het land van Israël.]]
Joël 2:2-10 schildert uitvoerig en aangrijpend de verschrikkelijke verschijning van de sprinkhanenzwermen, hoewel hij het woord 'sprinkhanen' niet gebruikt. In het vorige hoofdstuk echter noemt hij vraatzuchtige insecten, waaronder de sprinkhaan, die voor een plaag zorgen (Joel 1:4). Met Joëls schildering van wat op een sprinkhanenplaag lijkt, stemmen de verhalen van ooggetuigen geheel overeen. De beestjes worden wegens hun overeenkomst met een paard, bovenal aan den kop en wegens de snelheid van hun tocht met een stormend ruiterenleger (Joël 2:4), wegens het ontzettend geweld, dat deze biljoenen dieren door schuring van hun vleugels met de achterpoten veroorzaken (2:10) met ratelende strijdwagens vergeleken (2:5; Openb. 9 : 9). Zij komen, door de wind gedreven (alzo naar Egypte in Exod. 10 : 13 door de oostenwind uit Arabië) in zulk een getal, dat het dikwijls verschillende uren lengte en breedte en meerdere voeten hoogte beslaat; zij gaan altijd rechtuit, over alles heen, dringen ook in de woningen van de mensen (Joël 2: 7-9; Exod. 10: 6), verduisteren de lucht (Joël 2:10; Exod. 10 : 15); bedekken, waar zij zich neerlaten, de grond ter hoogte van een el (Exod. 10 : 5) en verdelgen met hun scherpe tanden en grote vraatzucht in enkele uren elk spoor van gras en kruid en van het loof en de vruchten van de bomen, waarvan zij zelfs de schors en de wortel opeten.
 
Zij waren een der plagen van Egypte (Ex. 10 : 12-15; Ps. 78 : 46; 105 : 34 v,) en zijn als strafwerktuigen bij het grote gericht Gods over de aarde, figuurlijk genoemd (Openb. 9 : 7 10). Met hen bedreigt de Heer de afval van het volk (Deut. 28 : 38; Joel 2 : 2-10).