k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(6 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''Tamar''' (= "palmboom") of ''Thamar'' is in de Bijbel de naam van vier vrouwen en van een plaats in het zuiden van Israël.
[[Bestand:Judah and Tamar by J.Tissot.jpg|miniatuur|450x450px|"De ontmoeting van Juda en Tamar". Schilderij door James Tissot.]]
'''Naam.''' De Hebreeuwse naam is תמר, Tamar, en betekent "palmboom". Het [[strongnummer]] is H8559. De naam komt 24x voor in het Oude Testament.
1. Tamar was eerst de vrouw van [[Er]], een zoon van Juda. Zij was een Filistijnse (vgl. Gen. 38 en Gen 49:8-12; 1 Kron. 2:4)<ref>Aldus Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht.'' Boekencentrum, 1987. Commentaar bij Matth. 1:3. Onduidelijk is de grond waarop dit wordt beweerd. </ref>.
<blockquote>''Ge 38:6 Juda nu nam een vrouw voor Er, zijn eerstgeborene, en haar naam was Thamar. (SV)''</blockquote>
Zij en haar zoon Perez worden vermeld in Mattheüs' [[Mattheüs 1|geslachtsregister]] van onze Heer Jezus Christus. [[Bestand:Desolation of Tamar by J.Tissot.jpg|miniatuur|502x502px|Tamar ontredderd na haar verkrachting door haar halfbroer Amnon. ]]
2. Tamar de knappe dochter van [[David]] en [[Maächa]]. Haar broer was [[Absalom]], de derde zoon van David.
|