Tattenai: verschil tussen versies

192 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
 
'''Naam'''. De Hebreeuwse naam is תתני, Tatenai. De eigennaam is van vreemde herkomst en betekent in het Hebreeuws "gave"<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>. De naam is waarschijnlijk afgeleid van de Perzische naam Oestanoe, een woord dat in Zoroastrische geschriften 'onderwijzen' betekent. In het Hebreeuws is de naam niet te onderscheiden van een uitdrukking van het werkwoord נתן ''natan'' = 'geven'. De naam komt 4x in de Bijbel voor. Het Strongnummer is 08674. De King James vertaling heeft 'Tatnai'. In het apocriefe geschrift 3 Ezra, hoofdstuk 6, hij genoemd "Sisinnes, de ondervoogd van Syrië en Fenicië".
 
Vanuit het land van Israël gezien wordt hij genoemd "de landvoogd aan deze zijde der rivier" (Ezra 5:3). Koning Darius duidde hem aan als "landvoogd aan gene zijde der rivier" (Ezr. 6:6).
 
'''De herbouw van de tempel.''' De landvoogd was over het algemeen vriendelijk tegen de joden. Hij vroeg koning Darius over de wederopbouw van een tempel der Joden te Jeruzalem. Deze wederopbouw werd geleid door de hogepriester Jozua en Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, en was bevolen door koning [[Kores]] (Cyrus I). Tattenai schreef een brief aan koning Darius om te vragen of de wederopbouw door Kores bevolen was, waarop koning Darius in een brief dat bevestigde. In deze brief vroeg Darius dat men alles zou doen om deze herbouw financieel te ondersteunen, en dat ze niets zouden doen om de bouw te verhinderen.