Tijdrekenkunde van Ezra en Nehemia: verschil tussen versies

geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 19:
'''597-538'''  Periode van de Babylonische ballingschap der Joden. 
:593-570  Optreden van de profeet Ezechiël.<br>592 De profeet Ezechiël geroepen middels een visioen.<br>589 Koning Zedekia van Juda sluit een verbond met farao Apries van Egypte.<br>588 De Babylonische Koning Nebukadnezar II valt Juda binnen en belegert Jeruzalem om de opstandige vazal Zedekia te straffen.<br>587 Start van de fasegewijze verovering van Juda door Nebukadnezar II. - Optreden van de profeet Obadja.<br>586 Juda wordt definitief veroverd door koning Nebukadnezar II, de Joden worden als balling gedeporteerd naar Babylon. De tempel wordt verwoest, in Jeruzalem worden de huizen verbrand en de stadsmuren afgebroken.<br>583 Koning Nebukadnezar II verovert het koninkrijk Edom en lijft dit in bij het Babylonische Rijk.<br>582 Een aantal van 745 Joden worden in ballingschap weggevoerd naar Babylonië. - De Babylonische gouverneur van Jeruzalem wordt door volgelingen van de profeet Jeremia vermoord.<br>561 Ex-koning Jojachin van Juda vrijgelaten. Al de dagen van zijn overige leven at hij aan de tafel van de koning van Babel.
 
:560-530  Kores (of ''Cyrus II de Grote'') koning van Perzië (559-529, of 560-530).
 
::556-539  Nabonidus koning van het Babylonische rijk (556-539).<br>553  De Babylonische koning Nabonidus maakt zijn zoon [[Belsazar]] mede-regent en draagt hem de verdediging van Babylon op.<br>550-539  Belsazar koning van Babel. In deze tijd bereikt het Babylonische rijk onder koning Nabonidus zijn grootste omvang.<br>539  Babel valt in de handen van de perzische koning Kores.
 
:<font color="blue">'''538-450 Periode waarop het boek Ezra betrekking heeft'''</font>
 
::538  Kores wekt de Joodse ballingen op terug te keren naar het land van Israël. Eerste terugkeer van Joodse ballingen naar Juda onder leiding van Zerubbabel en Jesúa.
 
Regel 31 ⟶ 27:
 
::'''537-516'''  Herbouw van Gods huis te Jeruzalem
 
:::537, waarschijnlijk 6e maand (maand Elloel, aug./sept.), herbouw van het brandofferaltaar (Ezr. 3:1-2).<br>537, 7e maand (maand Tisjrie, sept./okt.), herstel van de offerdienst (Ezr.3:1v). Vanaf de 1e dag (het feest van het geklank) offeren van brandoffers (Ezr. 3:6).<br>537, 15-23 Tisjrie viering van het Loofhuttenfeest (Ezr. 3:4)<br>536  In het tweede jaar van de terugkeer worden Levieten als opzichters over het werk van Jhwh's huis aangesteld (Ezr. 3:8) en begint de herbouw, die echter spoedig komt stil te liggen en pas weer in 520 wordt hervat. 
 
:::530-522  Cambyses (of Kambyses) II koning van het Perzische rijk. Onder hem wordt Susan de hoofdstad van het rijk. 
 
::::525  Tweede terugkeer van Joodse ballingen naar Juda; de eerste terugkeer was 13 jaren eerder (538). De Perzische koning Cambyses verovert Egypte.
 
:::522  Darius I (Darius de Grote) koning van Perzië (522/521-486/485).
 
::::522/521 '''Daniël''' doet belijdenis, in het eerste jaar van Darius I.<br>521/520 In zijn tweede regeringsjaar geeft Darius bevel dat het huis van 'de God des hemels' in Jeruzalem verder gebouwd moet worden. Ook beval hij voorzieningen voor de offerdienst en vroeg hij om voorbede voor zichzelf en zijn kinderen (Ezr. 6:6v).<br>ca. 520  Optreden van de profeten '''Haggaï''' en '''Zacharia''' (Ezr. 5:1).<br>520 - 516/5  Vervolg van de herbouw van Gods huis, na een onderbreking van zo'n 17 jaren (Ezr. 5:2v).
:::::520 In het 2e regeringsjaar van Darius I wordt de tempelbouw weer ter hand genomen.
::::::Een poging om het werk te verhinderen heeft een tegengestelde uitwerking (Ezr. 5:3v).  
:::::516/515  Herbouw van de tweede tempel te Jeruzalem voltooid.
 
:486 Ahasveros (= Xerxes I) koning van Perzië (486-464 v.C.)
 
::479 De Jodin '''Esther''' wordt gemalin van koning Ahasveros<br>473 Hamans plan om de Joden uit te roeien mislukt
 
:464 Arthahsasta (= Artaxerxes I) koning van Perzië (464-424 v.C.)
 
::458 In het 7e jaar van koning Arthahsasta (Ezr. 7:7), op de 1e dag van de 1e maand (Ezr. 7:9), d.i. de maand Abib (maart/april), valt het besluit tot de tweede optocht van Joodse ballingen uit Babel. Onder hen zijn meer dan 1700 manspersonen. Ezra heeft de leiding.<br>Op de 12e dag van de 1e maand (Ezr. 8:31) vertrekken ze van hun verzamelplaats aan de rivier Ahava. De reisweg naar Jeruzalem is ongeveer 1400 km lang.<br>Op de 1e dag van de 5e maand (Ezr. 7:8-9), dus na 4 maanden reizen, is de aankomst te Jeruzalem. Volksvergadering te Jeruzalem.<br>Op de 20e van de 9e maand (ongeveer december) (Ezr. 10:9) verzamelen zich alle mannen van Juda en Benjamin, om zich af te scheiden van de volken en de vreemde vrouwen met hun kinderen weg te zenden.<br>457 Op de 1e dag der 1e maand (ongeveer april) (Ezr. 10:11) wordt de afscheiding voleindigd. Dus hadden Ezra en de zijnen drie maanden werk, om alles te onderzoeken en de zaak tot een goed einde te brengen. 
 
::450  Optreden van '''Maleachi'''<br>ca. 450 Een groep Judeeërs, wellicht onder leiding van Hanani, broer van Nehemia (Neh 1:3) begint de muren van Jeruzalem te herstellen.<br>ca. 450 Brief van de tegenstanders aan Arthahsasta tegen de herbouw van de 'oproerige stad' Jeruzalem (Ezr. 4:8-16). Daarop laat Arthahsasta de herbouw stilleggen (Ezr. 4:17v).