Toekomst van Israël: verschil tussen versies

479 bytes toegevoegd ,  5 maanden geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 16:
== Hervergadering in hun land ==
Israël wordt en zal worden hervergaderd in het land der belofte.<blockquote>
''Eze 11:17  Zeg daarom: Zo zegt de Heere HEERE: Ik zal u verzamelen uit de volken, en Ik zal u <u>bijeenbrengen</u> uit de landen waarover u verspreid bent, en Ik zal u het land van Israël geven.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Eze 34:13  En Ik zal ze uitvoeren van de volken, en zal ze <u>vergaderen</u> uit de landen, en brengen ze in hun land; en Ik zal ze weiden op de bergen Israëls, bij de stromen en in alle bewoonbare plaatsen des lands.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Eze 36:24 Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen <u>bijeenbrengen</u>. Dan zal Ik u naar uw land brengen.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Jer 16:14 Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat er niet meer zal gezegd worden: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE leeft, Die de kinderen Israëls uit Egypteland heeft opgevoerd! Jer 16:15  Maar: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE leeft, Die de kinderen Israëls heeft opgevoerd uit het land van het noorden, en uit al de landen waarhenen Hij hen gedreven had! want Ik zal hen wederbrengen in hun land, dat Ik hun vaderen gegeven heb.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Jer 32:37  Ziet, Ik zal hen <u>vergaderen</u> uit al de landen, waarhenen Ik hen zal verdreven hebben in Mijn toorn, en in Mijn grimmigheid, en in grote verbolgenheid; en Ik zal hen tot deze plaats <u>wederbrengen</u>, en zal hen zeker doen wonen.  Jer 32:38  Ja, zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn.  Jer 32:39  En Ik zal hun enerlei hart en enerlei weg geven, om Mij te vrezen al de dagen, hun ten goede, mitsgaders hun kinderen na hen.  Jer 32:40  En Ik zal een eeuwig verbond met hen maken, dat Ik van achter hen niet zal afkeren, opdat Ik hun weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, dat zij niet van Mij afwijken. Jer 32:41  En Ik zal Mij over hen verblijden, dat Ik hun weldoe; en Ik zal hen getrouwelijk in dat land planten, met Mijn ganse hart en met Mijn ganse ziel.  Jer 32:42  Want zo zegt de HEERE: Gelijk als Ik over dit volk gebracht heb al dit grote kwaad, alzo zal Ik over hen brengen al het goede, dat Ik over hen spreke.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Jes 11:10  Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isaï, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn.  Jes 11:11  Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om <u>weder te verwerven</u> het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. Jes 11:12  En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen, en de verstrooiden uit Juda <u>vergaderen</u>, van de vier eilanden des aardrijks.'' (SV)</blockquote>Deze hervergadering is gaande. Een deel van Israël is al terug in het land, maar in druk en benauwdheid. En in ongeloof aan de gekruisigde Gezalfde van de HEER. De hervergadering en de staatkundige opbouw hebben de vijandschap van de omringende volkeren opgewekt.
 
De hervergadering gaat door en het land wordt gebouwd. In 1948 is de staat Israël weer opgericht. In de synagogale eredienst is een gebed toegevoegd: „Onze Vader in de hemel, rotsvaste steun en verlosser van Israël, zegen de staat Israël, het ontluikend begin van onze verlossing.”<ref>Gelijk zijn komst uit Egypte een vervulling was van de uitroeping van Israël uit Egypte. De Heer verbleef immers als kind in Egypte tot de dood van Herodes, "opdat vervuld werd wat door de Heer gesproken is door middel van de profeet, die zei’: Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen’." (Matth. 2:15)</ref>. In 2018 was de 'joodse gemeenschap' in Israël de grootste joodse gemeenschap in de wereld geworden; zij was de Jodenheid in Amerika in omvang gepasseerd.