Tollenaar: verschil tussen versies

365 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
Een '''tollenaar''' of ''tolgaarder''  (Duits ''Zöllner''; Eng. ''publican''; Frans ''publicain)'' is iemand die tolgelden int of als pachter láát innen. In het Nieuwe Testament verwijst ‘tollenaar’ naar de ambtenaar die belasting (tol) inde voor de Romeinen. Tollenaars gingen vaak onrechtvaardig te werk, zodat de benaming ‘tollenaar’ gelijkstond met die van ‘afperser’. De Heer Jezus werd genoemd ‘een vriend van tollenaars en zondaars’ (Matth. 11:19).
[[Bestand:Overzicht voorgevel van de Tollenaarswoning - Heilig Land-stichting - 20531397 - RCE.jpg|miniatuur|318x318px|Tollenaarswoning — Heilig Land-stichting.]]
 
Van de tollenaar wordt geschreven in Matth. 5: 46 v.; 9: 10 v.; 10: 3; 11: 19; 18 : 17 ; 21: 31 v.; Mark. 2: 15 v.; Luk. 3: 12; 5: 27 vv.; 7: 29, 34; 15: 1; 18 : 10 vv.)
 
Regel 6:
 
De tollenaar die direct belast was met de inning van de belasting, was ondergeschikt aan de Romeinse '''pachters''' van die belasting. Deze pachters heetten ''publicani'' (vergelijk Engels: ''publicans)''. Zij waren gewoonlijk ridders of verenigingen van ridders, aan welke de Romeinse staat de tollen van een provincie voor een jaar verpachtte. Deze ontvangers van de belasting (''exactores, postitores'') waren niet altijd Romeinen, maar meestal behoorden zij tot de provincie waar zij de belasting inden.
[[Bestand:Interieur van de Tollenaarswoning, linker kamer aan de voorzijde - Heilig Land-stichting - 20531399 - RCE.jpg|miniatuur|316x316px|Interieur van de Tollenaarswoning — Heilig Land-stichting]]
 
Daar echter niet alleen de voorname pachters, de oversten van de tollenaren, maar ook de tollenaren zelf zich hierbij zochten te verrijken, waren zij, afgezien van het hatelijke van hun ambt in het algemeen, dat meermalen oponthoud op de weg, doorwoelen van de koopwaren, openen van brieven veroorzaakte , ook door allerhande ongerechtigheden, hebzucht, bedriegerij (te hoge berekening) werden zij in het hele romeinse rijk niet zonder reden met schuine ogen aangezien. Zij waren door iedereen gehaat.