Uzzia: verschil tussen versies

198 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
Zijn regeerperiode wordt gedateerd van 789 - 749 v.Chr.<ref>Volgens ''Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten'' ([[Stichting De Oude Wereld]], 2009). 787 - 763 v.C. volgens de tijdrekenkundige tabel in de editie van de Statenvertaling van Jongbloed uit 1995. William F. Albright dateerde 783 - 742 v.Chr. . ''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Uzziah, heeft 810-759 v.C. De [http://www.newadvent.org/cathen/11379a.htm Catholic Encyclopedia] geeft als periode 809-759 (sinds de uitgave van 1911)</ref>. Hij heeft 52 jaar geregeerd, 2 Kon. 15:2, één van de langste regeerperiodes in de geschiedenis van Juda. Hij heerste voor een groot deel gelijktijdig tegelijk met Jerobeam II die van ca. 780 - 751 v.C.<ref>786 - 746 v.C. volgens de tijdrekenkundige tabel in de editie van de Statenvertaling van Jongbloed uit 1995.</ref> in het koninkrijk Israël regeerde en met wie hij goede betrekkingen onderhield. De opgave in 2 Kon. 15:1 echter levert een moeilijkheid op. Daar staat dat hij in het 27e jaar van Jerobeam (= Jerobeam II) koning werd. <blockquote>''2Kon 15:1 In het zeven en twintigste jaar van Jerobeam, den koning van Israël, werd koning Azaria, de zoon van Amazia, den koning van Juda. (SV)''</blockquote>{{Tijdbalk Israël 800-700 v.C.}}
 
In het begin van zijn regeerperiode deed hij wat goed was in de ogen van Jahweh, en de HEER maakte hem voorspoedig. Helaas bleven onder zijn bewind de offerhoogten (→ [[Hoogte (offerplaats)|Hoogte]]) bestaan, 2 Kon. 15:4.
In het begin van zijn regeerperiode deed hij wat goed was in de ogen van Jahweh, en de HEER maakte hem voorspoedig. In zijn dagen heerste vrede en een relatieve opbloei tot half 8e eeuw v.Chr. Uzzia was een doortastende en goede vorst. Hij zorgde voor een groot en sterk leger en bouwde verschillende verdedigingswerken, zoals verschillende wachttorens in de stadsmuur van Jeruzalem. Hij versterkte de zuidelijke havenstad Eilat en bracht haar weer onder Juda (Kon. 14:22). Hij voerde met succes oorlogen tegen de Filistijnen, de Arabieren en de Meünieten. Daarnaast kreeg hij schatting (een afkoopsom voor oorlog) van de Ammonieten. Op het hoogtepunt van zijn macht reikte zijn rijk tot aan de grens met Egypte en zijn roem werd in het buitenland verbreid.
 
In het begin van zijn regeerperiode deed hij wat goed was in de ogen van Jahweh, en de HEER maakte hem voorspoedig. In zijn dagen heerste vrede en een relatieve opbloei tot half 8e eeuw v.Chr. Uzzia was een doortastende en goede vorst. Hij zorgde voor een groot en sterk leger en bouwde verschillende verdedigingswerken, zoals verschillende wachttorens in de stadsmuur van Jeruzalem. Hij versterkte de zuidelijke havenstad Eilat en bracht haar weer onder Juda (Kon. 14:22). Hij voerde met succes oorlogen tegen de Filistijnen, de Arabieren en de Meünieten. Daarnaast kreeg hij schatting (een afkoopsom voor oorlog) van de Ammonieten. Op het hoogtepunt van zijn macht reikte zijn rijk tot aan de grens met Egypte en zijn roem werd in het buitenland verbreid.
Hij werd geadviseerd door een profeet genaamd Zacharia. Uzzia deed het goed zolang de profeet leefde, maar na de dood van de profeet werd hij sterk en zijn hart verhief zich tot zijn ondergang, want hij ging in de tempel om wierook te offeren. De priesters weerstonden hem, en toen hij volhardde werd hij geslagen met melaatsheid. De laatste jaren van zijn leven moest Uzzia daarom in afzondering leven in een huis buiten de stad daar melaatsen onrein waren en niet in contact met anderen mochten komen. Zijn zoon Jotham was in deze periode regent van Juda.
 
Hij werd geadviseerd door een profeet genaamd Zacharia. Uzzia deed het goed zolang de profeet leefde, maar na de dood van de profeet werd hij sterk en zijn hart verhief zich tot zijn ondergang, want hij ging in de tempel om wierook te offeren. De priesters weerstonden hem, en toen hij volhardde werd hij geslagen met melaatsheid, 2 Kon. 15:5. De laatste jaren van zijn leven moest Uzzia daarom in afzondering leven in een huis buiten de stad, 2 Kon. 15:5, daar melaatsen onrein waren en niet in contact met anderen mochten komen. Zijn zoon Jotham was in deze periode regent van Juda, 2 Kon. 15:5.
Na zijn dood werd hij begraven in een apart graf in het veld waar ook zijn voorouders waren begraven. Hij werd als koning opgevolgd door Jotham.
 
Uzzia bleef melaats tot zijn dood, 2 Kon. 15:5. Na zijn dood werd hij begraven in een apart graf in het veld waar ook zijn voorouders waren begraven. Hij werd als koning opgevolgd door Jotham.
 
Uzzia is een ernstig voorbeeld van een die goed wandelt totdat hij 'sterk' werd, een ook van een die, hoewel niet door God voor het priesterambt bestemd, de priesterlijke dienst poogt uit te oefenen. Zijn geschiedenis getuigt van de waarheid dat "het vreselijk is te vallen in de handen van de levende God."