Vervolging van christenen: verschil tussen versies

17.160 bytes verwijderd ,  3 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(28 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Vervolging van christenen''' is het volgen of opzoeken van christenen met het oogmerk hen te straffen. Over de betekenis van 'vervolgen', zie [[Vervolging]]. Vanaf het begin zijn christenen vervolgd, in navolging van hun Heer en Heiland, met wie zij van lijden tot heerlijkheid gaan. Thans worden christenen vooral vervolgd in Islamitische landen en communistische landen.
 
== Vóórchristelijke vervolging ==
De vervolging van gelovigen begon niet pas in de eerste eeuw. Ook de profeten in de tijd van het Oude Testament werden vervolgd.<blockquote>''Hnd 7:52  Wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd? En zij hebben hen gedood die tevoren de komst van de Rechtvaardige aankondigden, van Wie u nu de verraders en moordenaars bent geworden,'' (Telos)</blockquote>De Rechtvaardige is de Messias Jezus, de Zoon des mensen.
__TOC__
== Leer en voorbeeld van de Heer ==
De '''Heer Jezus''' heeft, bij de uitzending van de twaalf, zijn leerlingen gewaarschuwd voor de mensen, die hen zouden vervolgen, overleveren en mishandelen (Matth. 10:16v). Leerlingen die huis en familie achterlaten terwille van de Heiland en het evangelie, zouden vervolgd worden.<blockquote>''Mr 10:29 Jezus zei: Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die zijn huis, broers, zusters, moeder, vader, kinderen of akkers heeft verlaten ter wille van Mij en ter wille van het evangelie,'' ''Mr 10:30 die niet honderdvoudig ontvangt, nu in deze tijd: huizen, broeders, zusters, moeders, kinderen en akkers, <u>met vervolgingen</u>, en in de toekomstige eeuw eeuwig leven.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Mt 23:34 Daarom, zie, Ik zend tot u profeten en wijzen en schriftgeleerden; van hen zult u er doden en kruisigen, en van hen zult u er in uw synagogen geselen en van stad tot stad <u>vervolgen</u>; (TELOS)''</blockquote>Hij heeft zijn leerlingen ook geleerd hoe ze zich hebben te houden. De Heiland, die in de gaten werd gehouden, aan enkele aanslagen ontkwam, maar later zelfwerd isverraden, overgeleverdopgepakt, mishandeldgegeseld en gekruisigd, heeft hen een voorbeeld nagelaten: Hij bleef van de waarheid getuigen, Hij bad aan het kruis voor hen die hem kruisigden en hoonden. <blockquote>''1Ti 6:13  Ik beveel je voor God die alles in leven houdt, en voor Christus Jezus die voor Pontius Pilatus de goede belijdenis betuigd heeft,'' (Telos)</blockquote>
 
<blockquote>''Lu 23:34  Jezus nu zei: Vader, vergeef hun, want zij weten niet wat zij doen. En om zijn kleren te verdelen wierpen zij het lot daarover.'' (Telos)</blockquote>
== Tegenwoordige verdrukking ==
Open Doors, een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen, houdt een ranglijst bij van landen waar christenen vervolgd en verdrukt worden.    
 
== Kerkelijke vervolging ==
Wereldwijd worden ongeveer 215 miljoen christenen vervolgd of verdrukt (stand 2017<ref name=":1">Bron: Nieuwsbrief Open Doors dd. 18 jan. 2018. </ref>). In 2009 waren dat 100 er miljoen<ref name=":0">Nieuwsbericht [http://www.trouw.nl/religie-filosofie/nieuws/article2956125.ece/Noord-Korea_weer_nummer_1_christenvervolging.html Noord-Korea weer nummer 1 christenvervolging] op Trouw.nl dd. 6 jan. 2010</ref>. 
In de tijd van de hervorming van de verbasterde en bedorven Kerk hebben gelovigen geleden door de handen van kerkleiders. Zie [[Vervolging van christenen/Geschiedenis]]. (Daarom werd het hoofd van de Kerk, de paus, door sommigen als de [[antichrist]] aangemerkt.)
[[Bestand:Open Doors Ranglijst Christenvervolging 2016.jpg|centre|thumb|940x940px|''Kaart: Ranglijst christenvervolging 2016 (bron: Open Doors). In de donkerrood gekleurde landen is de verdrukking het zwaarst.'']]<br>Noord-Korea stond van 2002 tot 2016 op nummer 1 van de ranglijst. Open Doors kent landen punten toe op basis van factoren als de wetgeving rond godsdienstvrijheid, de vrijheid om een gemeente te kunnen stichten en het aantal christenen dat wordt gemarteld en vermoord)<ref name=":0" />.
 
De Heiland Zelf is hen daarin voorgegaan: ook Hij werd vervolgd door de godsdienstige leiders van Zijn tijd. <blockquote>''Mr 10:32 Zij nu waren onderweg en trokken op naar Jeruzalem, en Jezus ging hun voor; en zij stonden verbaasd, ja, terwijl zij volgden, waren zij bang. En Hij nam opnieuw de twaalf tot Zich en begon hun te zeggen wat Hem zou overkomen: Mr 10:33  Zie, wij trekken op naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden aan de overpriesters en de schriftgeleerden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen en Hem overleveren aan de volken; Mr 10:34  en zij zullen Hem bespotten, Hem bespuwen, Hem geselen en doden; en na drie dagen zal Hij opstaan.'' (Telos)</blockquote>
In zeven van de tien landen waar de christenen het meest verdrukt worden (in 2008) is de Islam de staatsgodsdienst ([[Saoedi-Arabië]], [[Iran]], [[Afghanistan]], Somalië, de Malediven, Jemen en Oezbekistan). Twee landen hebben een communistische regering ([[Noord-Korea]] en Laos). Zie ook [[Egypte]]. 
 
== Tegenwoordige verdrukking ==
{| class="wikitable" style="border:1; float:right; width: 25%; margin-left: 20px; background-color: rgb(255,153,153);"
'''Omvang.''' Wereldwijd lijden, anno 2019, 260 miljoen christenen om hun geloof in Jezus Christus<ref name=":2">Bron: Nieuwsbrief van OpenDoors, 16 jan. 2020. </ref>.
| style="padding: 15px;"|'''Zes christenen gedood in Pakistan'''<br><br>In Pakistan zijn zes christenen, onder wie vier vrouwen en een kind, omgekomen nadat hun huizen door woedende moslims in brand waren gestoken. Moslims in de stad Gojra in de provincie Punjab vielen christelijke buurten aan na geruchten dat christenen een koran hadden ontheiligd. Ze staken veertig huizen en enkele kerken in brand. Enkele dagen eerder waren in een dorp in de buurt al tientallen huizen van christenen in brand gezet. Volgens de autoriteiten is het geweld een gevolg van misleiding door religieuze extremisten. Uit een eerste onderzoek blijkt dat er geen koran is ontwijd. Zo'n vier procent van de 170 miljoen Pakistanen is christen.
 
'''Trend.''' In 2017 werden ongeveer 215 miljoen christenen vervolgd of verdrukt <ref name=":1">Bron: Nieuwsbrief Open Doors dd. 18 jan. 2018. </ref>. In 2009 waren dat er 100 miljoen<ref name=":0">Nieuwsbericht [http://www.trouw.nl/religie-filosofie/nieuws/article2956125.ece/Noord-Korea_weer_nummer_1_christenvervolging.html Noord-Korea weer nummer 1 christenvervolging] op Trouw.nl dd. 6 jan. 2010</ref>. De verdrukking ven vervolging van christenen is de afgelopen jaren wereldwijd toegenomen, in omvang en hevigheid, zo constateerde Open Doors in het begin van het jaar 2020<ref name=":2" />. In het begin van 2021 deelde Open Doors mee dat voor het eerst in de geschiedenis van de ranglijst elk land in de top-50 is beoordeeld met 'zeer zware' of 'extreme' geloofsvervolging<ref>Bron: Open Doors, ''Ranglijst Christenvervolging 2021''. </ref>.
''Radio Nederland Wereldomroep'', nieuwsbericht 1 aug. 2009
|}
Vooral moslims die christen zijn geworden kunnen het zwaar te verduren krijgen in de moslimgemeenschap. Dat geldt ook voor '''ex-moslims''' in Westerse landen. Het volgende getuigenis van een ex-moslimmeisje (17 jaar) uit de Amerikaanse staat Ohio spreekt voor zichzelf. Ze is doodsbang om terug te keren naar haar ouderlijk huis: [http://www.youtube.com/v/B0P5IaIE_LI video] (Engels, 7 minuten, op Youtube.com).
 
'''Ranglijst van landen.''' Open Doors, een organisatie die zich inzet voor verdrukte en vervolgde christenen, houdt een ranglijst bij van landen waar christenen vervolgd en verdrukt worden. 
== Geschiedenis ==
In de eerste drie eeuwen werden de christenen vervolgd. De eerste vervolging van de gelovigen greep plaats in het Heilige Land, tegen de gemeente van Christus in Jeruzalem. Nadat Stefanus, de eerste bloedgetuige onder de leerlingen van de Heer Jezus Christus, gedood was, met instemming van Saulus, brak er een grote vervolging uit.<blockquote>''Hnd 8:1 Saulus nu stemde ermee in, dat hij werd gedood. Er ontstond nu in die tijd een grote vervolging tegen de gemeente die in Jeruzalem was; en allen werden verstrooid door de landstreken van Judea en Samaria, behalve de apostelen. (...) Hnd 8:3 Saulus echter verwoestte de gemeente, terwijl hij huis na huis binnenging en mannen en vrouwen meesleepte, en hij leverde hen over in de gevangenis. (TELOS)''</blockquote>De vervolging had weliswaar ''verstrooiing'' tot gevolg, maar geen ''verstomming''. Want: <blockquote>''Hnd 8:4 Zij dan die verstrooid waren, gingen het land door en verkondigden het woord. (TELOS)''</blockquote>De Romeinse keizers vervolgden de christenen van 64 tot 305, doch met lange tussenpozen: van 211 tot 235, van 240 tot 257 en van 260 tot 303. Niet weinige geloofsgetuigen stierven een gewelddadige, smartvolle, bloedige dood (zie [[Bloedgetuige]], [[Martelaar]]). 
 
<div class="thumb" style="margin: 0px; clear: both;"><div style="overflow: auto; overflow-x: scroll; width: 100%;">
'''Tiental.''' Onder de heidense keizers van Rome hebben meerdere bloedige vervolgingen van de christenen plaatsgevonden<ref>Ontleend aan: Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881. Online: http://www.iclnet.org/pub/resources/text/nederlandse/haemstedius-martelaren.htm</ref>. Het aantal van deze vervolgingen wordt gewoonlijk op tien geschat. Augustinus en Sulpitius Severus hebben deze overlevering gevestigd. Hierbij heeft men op het oog gehad de overeenkomst met de tien plagen van Egypte en de tien horens van het apocalyptische beest-uit-de-zee (Opb. 18: 1-4), waaronder men de tien kerkvervolgers verstond.
[[Bestand:Open Doors ranglijst 2020.jpg|geen|miniatuur|1300x1300px|De Open Doors ranglijst christenvervolging 2020]]
</div></div>
(Opmerking: Gebruik de horizontale schuifbalk om de kaart verder te bekijken.)
 
Noord-Korea stond van 2002 tot 2021 op nummer 1 van de ranglijst. Open Doors kent landen punten toe op basis van factoren als de wetgeving rond godsdienstvrijheid, de vrijheid om een gemeente te kunnen stichten en het aantal christenen dat wordt gemarteld en vermoord)<ref name=":0" />.
Men onderscheidt de volgende vervolgingen:
# De eerste vervolging onder keizer Nero, in de jaren 64 - 67<ref>H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk''. Venloo: G. Mosmans senior, 1926. </ref>.
# De tweede vervolging onder Domitianus (keizer 81 - 96)
# De derde vervolging onder Trajanus (keizer 98 - 117)
# De vierde vervolging onder Marcus Aurelius (keizer 161-180) en Commodus (keizer 177-192) (2e helft van de 2e eeuw)
# De vijfde vervolging onder keizer Septimus Severus
# De zesde vervolging onder keizer Maximinus
# De zevende vervolging onder keizer Decius (keizer 249-251 n.C.)
# De achtste vervolging onder de keizers Valerianus en Gallienus
# De negende vervolging christenen onder keizer Aurelianus
# De tiende grote en bloedige vervolging van de christenen, begonnen onder de keizers [[Diocletianus]] en Maximianus, en voortgezet onder Maxentius, Licinus en Maximinus, tot in het zevende jaar van Constantinus (of Constantijn) de Grote. 
Hieronder wordt van enkele vervolgingen iets meegedeeld.
 
'''Ideologische factor.''' In zeven van de tien landen waar de christenen in 2008 het meest verdrukt werden, is de Islam de staatsgodsdienst ([[Saoedi-Arabië]], [[Iran]], [[Afghanistan]], Somalië, de Malediven, Jemen en Oezbekistan). Twee landen in de top 10 van 2008 hebben een communistische regering ([[Noord-Korea]] en Laos). Verdrukking wordt ook ondervonden van de zijde van extremistische hindoes.
=== 1e eeuw ===
 
{| class="wikitable" style="border:1; float:right; width: 25%; margin-left: 20px; background-color: rgb(255,153,153);"
==== Eerste vervolging, onder Nero (64 — 67) ====
| style="padding: 15px;"|'''Zes christenen gedood in Pakistan'''<br><br>In Pakistan zijn zes christenen, onder wie vier vrouwen en een kind, omgekomen nadat hun huizen door woedende moslims in brand waren gestoken. Moslims in de stad Gojra in de provincie Punjab vielen christelijke buurten aan na geruchten dat christenen een koran hadden ontheiligd. Ze staken veertig huizen en enkele kerken in brand. Enkele dagen eerder waren in een dorp in de buurt al tientallen huizen van christenen in brand gezet. Volgens de autoriteiten is het geweld een gevolg van misleiding door religieuze extremisten. Uit een eerste onderzoek blijkt dat er geen koran is ontwijd. Zo'n vier procent van de 170 miljoen Pakistanen is christen.
De eerste van de tien vervolgingen onder de keizers van Rome vond plaats Nero. Aanleiding was de grote brand van Rome in het jaar 64. Het gerucht ging rond dat de keizer de brand had aangestoken om Rome in ongeëvenaarde luister te kunnen herbouwen. Om aan de volkswraak te ontkomen, wierp hij de schuld op de christenen.
 
''Radio Nederland Wereldomroep'', nieuwsbericht 1 aug. 2009
De wreedaard liet de beschuldigden in zakken naaien, die van binnen met hennep aangevuld en van buiten met pek en hars bestreken waren, en liet ze daarop 's nachts in zijn tuinen verbranden, terwijl de keizer bij het licht van deze „levende fakkels” in een wagen rondreed om zich door de menigte te laten toejuichen. Onder zijn regering verwierven de apostelen [[Petrus]] en [[Paulus]] de kroon der martelaren (67 na Chr.).
|}
'''Ex-moslims.''' Vooral moslims die christen zijn geworden kunnen het zwaar te verduren krijgen in de moslimgemeenschap. Dat geldt ook voor ex-moslims in Westerse landen. Het volgende getuigenis van een ex-moslimmeisje (17 jaar) uit de Amerikaanse staat Ohio spreekt voor zichzelf. Ze is doodsbang om terug te keren naar haar ouderlijk huis: [http://www.youtube.com/v/B0P5IaIE_LI video] (Engels, 7 minuten, op Youtube.com).
 
== Allerlei mensen ==
Sinds Nero was praktisch de stelling van kracht: „Christianos esse non licet: Het is niet geoorloofd, dat er christenen zijn”. Dit primitieve edikt wordt aan Nero toegeschreven.
Mensen van allerlei stand en soort, man en vrouw, jong en oud, rijk en arm, aanzienlijk en gering, hebben om de waarheid van het evangelie en het getuigenis van hun geloof geleden onder verachting, verdrukking en vervolging. Adrianus Hamsteadius (17<sup><small>de</small></sup> eeuw) merkt in zijn geschiedenis van de martelaren op:<ref>Adrianus Haemstedius, ''Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655'' (Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881), blz. 89. Spelling gemoderniseerd voor Christipedia. </ref> "''Opmerkelijk is het, dat om de getuigenis van het evangelie te vereren, geen stand of soort van mensen uitgesloten was, die door God geroepen waren, om van Hem en Zijn waarheid getuigenis te geven. Zo zijn er heerlijke voorbeelden van vrouwen, die, met mannelijke standvastigheid, allerlei pijnigingen en martelingen, om de naam van Jezus Christus, verduurden.''"
 
== Lijden om Christus' wil ==
De keizers Vespasianus (keizer 69 - 79 n.C.) en Titus (keizer 79 - 81 n.C.) lieten de christenen met rust.
Het is zeker, dat deze en anderen, die voor de naam van Jezus Christus sterven, om een geheel andere reden deze pijnigingen lijden dan dieven, rovers, moordenaars en andere misdadigers, die een rechtvaardige straf wegens hun boze daden moeten dragen. De gelovige christen wordt bewogen dit te lijden ter ere van God en tot stichting van zijn naaste. <blockquote>''1Pe 4:12 Geliefden, laat de vuurgloed in uw midden die tot uw beproeving dient, u niet bevreemden alsof u iets vreemds overkwam; 1Pe 4:13  maar naarmate u deel hebt aan het lijden van Christus, verblijdt u, opdat u zich ook verblijdt met vreugdegejuich bij de openbaring van zijn heerlijkheid. 1Pe 4:14  Als u in de naam van Christus smaad lijdt, bent u gelukkig, omdat de Geest van de heerlijkheid en kracht en Die van God op u rust. 1Pe 4:15  Maar laat niemand van u lijden als moordenaar, dief, boosdoener of als bemoeial. 1Pe 4:16  Als hij echter als christen lijdt, laat hij zich niet schamen, maar God verheerlijken in deze naam.'' (Telos) </blockquote>Doch de wereld sluit, volgens haar ge­wone ondankbaarheid en goddeloosheid, haar ogen, opdat zij deze heerlijke roeping van God en de be­lijdenis van het geloof in de martelaren niet zien zou; en wat nog erger is, zij meent in sommige landen dat zij God er een dienst mede bewijst en een offer brengt, wanneer zij aan deze dienstknechten van Christus zulke wreedheden pleegt.
 
En toch zal dit ongeloof van de mensen nimmer de waarheid van God te niet doen, noch de vromen beroven van de kroon der gerechtigheid, die in de hemel is weggelegd voor allen die de waarheid hebben voorgestaan; die, naar het voorbeeld van Mozes, liever wensten met Gods volk kwalijk be­handeld te worden, en in alle armoede en verdruk­king te verkeren, dan hier met de goddelozen eer, tijdelijk gewin en de wellusten van dit leven te genieten.
==== Tweede vervolging, onder Domitianus (81 — 96) ====
De tweede vervolger was keizer Domitianus. Deze had grote behoefte aan geld, daar de schatkist door weergaloze verkwistingen was uitgeput, terwijl de belastingen al uiterst hoog waren opgedreven, waardoor de handel zeer werd gedrukt. Door een uitgebreid klik-systeem wist hij dat het christendom zeer vele aanhangers telde onder de rijke patricische families. Het vermogen nu van ter dood veroordeelden en verbannenen verviel aan de keizer.
 
== Ervaringen ==
Bij zijn geldnood en zijn haat tegen de christennaaam kwam de vrees. De tot Christus bekeerde Jood en kroniekschrijver Hegesippus (2e eeuw n.C.), aangehaald door de kerkhistoricus Eusebius, verhaalt dat Domitianus „beducht was voor de komst van de Christus"<ref>Eusebius, ''Kerkelijke geschiedenis'', III, hoofdstuk XX, nr. 1.</ref>, want door heel het Oosten ging het gerucht dat de heerschappij der wereld aan een afstammeling van David zou toebehoren.
Een Iraanse kerkleider die in februari 2023 vervroegd vrijkwam uit de gevangenis, schreef:
 
"''Telkens als de gedachte bij me opkwam hoe ontzettend moeilijk het is om God in deze wereld te dienen, schoot me te binnen dat er eens een dag komt dat ik aan Zijn zijde mag zitten en met Hem zal regeren. Ook al ben ik als kind van God vele malen opgesloten vanwege Zijn naam, ik geloof nog steeds dat niemand ooit Zijn Woord kan opsluiten, waar dan ook. Gods Woord wordt overal verspreid. Ja, ik vertrouw op Zijn Woord.''"<ref>Bron: https://cvandaag.nl/95141-kerkleider-iran-schrijft-indrukwekkende-brief-na-vrijlating-niemand-kan-ooit-zijn-woord-opsluiten , nieuwsbericht van 7 maart 2023.</ref>
In de christenen, inzonderheid in Jezus' bloedverwanten, zag hij een dreigend gevaar voor zijn troon. Daarom beval hij, volgens Eusebius, de verwanten van de Heer in Palestina op te sporen en naar Rome te voeren. Spoedig evenwel liet hij, bij het zien van hun vereelte handen, zijn ongegronde vrees varen en zond hen naar hun vaderland terug. Niettemin deed hij talrijke christenen folteren en ter dood brengen, onder wie zijn eigen neef Flavius Clemens<ref>Uit de opschriften van de catacomben weet men, dat het christendom reeds in de eerste eeuw tot in de hoogste geslachten was doorgedrongen. Men treft er namen aan uit de huizen der Cornelii, Ceeilii, Emilii enz.</ref>.
 
'''"Dit kleine lijden".''' Een oude broeder uit China schreef:
=== 2e eeuw ===
 
''"Ik ben broeder G, ik woon in China en ben zeventig jaar. In het verleden zat ik drie jaar gevangen. De overheid heeft geprobeerd met geweld om mij mijn geloof af te laten zweren, maar ik ben God trouw gebleven. Als ik mijn ogen richt op Christus, dan stelt het niets voor wat ik meemaak. Al mijn lijden kon mij niet doen struikelen. Ik ervoer Gods heerlijkheid toen ik leed voor Hem. (...) Dit kleine lijden is niets vergeleken met de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden.''"<ref>Bron: brief van Stichting De Ondergrondse Kerk van sept. 2023. G staat voor een naam die veiligheidshalve is weggelaten.</ref>
==== Derde vervolging, onder Trajanus (98 — 117) ====
De derde vervolging had plaats onder keizer Trajanus (keizer 98 - 117 n.C.) De vervolging begon op zijn bevel. Hij was opgehitst door Mamertinus, stadhouder te Rome, en Tarquinus, overste van de heidense afgoderijen. De afgodendienaars brachten ook geld op, en gaven schatting om de Christenen te vervolgen en uit te roeien, alles onder het voorwendsel, dat de christenen onwillig waren om de goden te aanbidden en met offeranden te vereren, en dat zij vijanden van hen en van de Romeinse republiek waren. Onder de regering van Trajanus moesten christenen Christus vervloeken om verder te mogen leven.
 
== Gods oordeel ==
Omstreeks het jaar 112 vroeg Plinius, stadhouder van [[Bithynië]], de keizer om raad. Deze antwoordde, dat Plinius goed gehandeld had met allen gevangen te nemen en terecht te stellen, die het christendom standvastig bleven belijden.
Laat God al die verdrukking en vervolging toe, zonder dat Hij zijn kinderen beschermt en de goddelozen bestraft? Wel, God laat veel toe, maar soms beschermt hij en straft de zondaar die zijn schapen vervolgt.
 
Wij zullen hier een voorbeeld verhalen<ref>Ontleend aan: Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; ''Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881. Blz. 93-94. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 9 apr. 2022. </ref>, waarin de almacht en rechtvaardigheid van God zich duidelijk hebben getoond. Hierin zullen wij ook zien dat God dikwijls zijn rechtvaardig oordeel in het openbaar bewijst, en wel in het straffen van de vervolgers van zijn uitverkoren schapen, die om de naam van Christus liever alles leden, en gewillig allerlei martelingen uitstonden, dan de waarheid te verzaken.
Hij verbood opsporingen van de christenen. Ook wees hij een niet ondertekende (anonieme) beschuldiging af; niemand mocht anoniem een christen aangeven. Wettig aangebrachten liet hij straffen, als ze bleven weigeren het christendom te verloochen en de goden te vereren (edikt van 112). De christenen werden dus niet aangeklaagd en gestraft als schuldig aan eenheid misdrijf, doch enkel en alleen omdat ze christenen waren, die hun geloof en hun Heer trouw bleven. Daardoor zijn er vele christenen onder deze Romeinse keizer vermoord.
 
In Chepingsadbery, een stad in Engeland, in het jaar van onze enige Zaligmaker en Heiland Jezus Christus 1508, werd een zeer godzalige vrouw, om de belijdenis van het evangelie, ver­brand, en wel onder de regering van Hendrik de zevende, koning van Engeland (1485-1509). Gelijk de stand­vastigheid van deze godzalige vrouw zeer heerlijk en troostrijk is voor alle christenen, die zich daar­over zullen verwonderen; zo is ook de straf, de onrechtvaardige rechter, de kanselier van de bisschop, overkomen, voor alle vervolgers, die niet ophouden de leden van Christus' gemeente te vervolgen, een afgrijselijk schouwspel, waarin zij kunnen zien, dat God niet alleen in de toekomende, maar ook in deze tegenwoordige wereld zulke tirannen in het openbaar straft.
Onder de beroemdsten, welke als offers vielen, behoorde: [[Simeon van Jeruzalem|Simeon]], opziener van de gemeente van Christus te Jeruzalem (marteldood omstreeks 107 of later), en [[Ignatius van Antiochië|Ignatius]], opziener van de gemeente van de Heer te Antiochië. 
 
De naam van deze vrouw, die, om de wil van het evangelie, de wrede vuurdood niet vreesde, is niet bekend. De kanselier, die haar onrechtvaardig ter dood veroordeelde, heette Dr. Whytington. Nadat deze godzalige vrouw en manmoedige mar­telares, om de belijdenis der waarheid, door hem ter dood veroordeeld was, en de tijd aangebroken dat deze vrouw naar de plaats zou gebracht worden, waar zij zich zou opofferen, had er een grote toeloop van volk plaats, door de lieden die van alle kanten en dorpen, in de omtrek liggend, en vooral uit de stad samen kwamen, om getuige te zijn van de volbrenging van het vonnis. Onder de menigte volgde ook Dr. Why­tington, de kanselier, ten einde het vonnis dat hij over deze onschuldige had uitgesproken, geheel te zien uitvoeren.
==== Hadrianus (117-138) ====
Keizer [[Hadrianus]], die regeerde van 117 tot 138, was de christenen niet zeer vijandig. Het keizerlijke besluit van 112 bleef echter van kracht. Toen keizer Hadrianus de Joden de besnijdenis verbood, brak een hevige opstand van de Joden uit, die na drie jaar (132-135) werd gebroken. Geheel het land van Israël werd verwoest en op de bodem van Jeruzalem werd een heidense stad met heidense tempels gebouwd. Daar het christendom door de heidenen beschouwd werd als een Joodse sekte, prikkelde deze opstand tot vervolging van de christenen. Quadratus, die leefde in Klein-Azië<ref>Niet te verwarren met een naamgenoot die in dezelfde tijd leefde en opziener was van de gemeente van Christus in Athene. Zie http://www.heiligen.net/heiligen/09/21/09-21-0200-quadratus-athene.php</ref>, bood de keizer een apologie (verdedigingsschrift) van het christendom aan. „De daden van onze Verlosser - — schrijft hij o.a. — zijn steeds zichtbaar geweest. De door Hem genezenen en van de dood opgewekten leefden nog geruime tijd na zijn tocht op deze aarde; velen hebben zelfs tot in onze dagen geleefd".
 
Toen men op de gerechtsplaats kwam, werd deze gelovige vrouw en dienstmaagd van Jezus Christus aan een paal gebonden. Nadat men om haar lichaam stro en riet geplaatst had, bereidde zij zich vrijwillig als een onschuldig lam tot de vuurdood, en na God, haar almachtige Vader, ziel en lichaam te hebben aanbevolen, ont­sliep zij godzalig in de Heer.
==== Antoninus Pius (138-161) ====
Ook onder keizer [[Antoninus Pius]], die regeerde 138 — 161, bleef het edikt van Trajanus uit het jaar 112 zijn kracht behouden. Wel was hij voor de christenen niet wreed en verbood hij elke volksoploop tegen hen, doch de toestand bleef hachelijk. [[Justinus de Martelaar|Justinus]] (100/114-ca. 165) bood de keizer een verdedigingsschrift (apologie) aan. In Klein-Azië viel de [[Polycarpus van Smyrna|Polycarpus]], opziener van de gemeente van Christus te [[Smyrna]], als offer der vervolging.
 
Toen het volk van de gerechtsplaats naar huis ging, gebeurde het, dat op die tijd een slachter in de stad bezig was een stier te slachten, dien hij, zoals men gewoonlijk doet, met touwen gebonden had, om het beest te beter te kunnen bedwingen. Maar toen deze slachter, die, naar het scheen, niet zo ervaren was in het doden van beesten, als de pausgezinden toen waren in het vermoorden van de vrome christenen, zijn bijl ophief om het beest op de kruin van het hoofd te treffen, sloeg hij mis, en raakte de stier op de neus of daaromtrent.
==== Vierde vervolging ====
[[Bestand:Mosaic of St. Justin Martyr, Mount of the Beatitudes.jpg|miniatuur|Mozaïek voorstellend de onthoofding van Justinus]]
'''Marcus Aurelius.''' Marcus Aurelius (keizer van 161-180), de opvolger van Antoninus Pius, was een aanhanger van de stoïcijnse wijsbegeerte. Hij liet zich zowel door de ophitsingen van de heidense wijsgeren als uit politieke beweegredenen tot vervolging van de christenen verleiden. In de verspreiding van het christendom zag hij 't grootste gevaar voor het bestaan van de Romeinse staat. De vervolging was dan ook algemeen en zeer hevig. Te Rome werd o.a. de christelijke wijsgeer en [[apologeet]] Justinus, die ook deze keizer een verweerschrift of apologie had aangeboden, onthoofd.
 
De slag had het beest wel enigermate gekwetst, maar niet minder ver­schrikt, zodat het met geweld de touwen verbrak, de slachter ontliep, en de straat in vluchtte, waar het volk zich bevond, dat van de gerechtsplaats naar de stad keerde. Zodra de lieden deze os zagen aankomen, vluchtten zij, niet wetend wat het beest deerde, in de grootste haast uit de straat waar de os liep, terwijl ieder op eigen lijfsbehoud bedacht was. Men meende dat het beest dol was, wat, naar men vermoeden kan, niet veel scheelde, en wel ten gevolge van de slag die het op de mond had gekregen. Nochtans liep de stier zo voorzichtig door al het volk, dat hij niemand kwetste.
Het ergst woedde de vervolging in Gallië. Celcus schreef (178): men zag de christenen opgejaagd, langs alle kanten ronddolend, zwervend, opgespoord, omdat men ze wilde uitroeien.
 
Toen hij een tamelijke lengte van de straat, door het gedrang van het volk heen, had afgelegd, en wel met een voorzichtigheid alsof hij de mensen met opzet vermeed, liep hij eindelijk naar Whytington, de Kanselier, die, met enige anderen, zich in een hoekje verborg. Te ver­geefs, want zodra de stier hem zag, liep hij liep regelrecht met de hoornen op hem toe, en scheurde hem derwijze de buik open, dat hij dood op de grond bleef liggen; terwijl het beest wegliep met de darmen van de kanselier op zijn hoornen, en maakte allen die het zagen, onder grote verwon­dering, verschrikt, zeer verbaasd en beschaamd.
Te Lyon, waar heidense slaven op de pijnbank hun christelijke meesters van de afschuwelijkste misdaden besehuldigden, stierven onder anderen de 90-jarige bisschop Photinus, de diaken Sanctus en de maagd en slavin Blandina na de vreselijkste folteringen.
[[Bestand:Whytington en de stier 1508.jpg|geen|miniatuur|940x940px|Whytington aangevallen door de stier. Daarachter is de godzalige vrouw in de vuurvlammen te zien. ]]
Zie hier het wonderwerk van de Heer. Inderdaad, al zijn wij ook door onze vleselijke gezindheden geheel blind, en hebben geen juist inzien in de daden van de Heer, zodat wij soms aan het noodlot, of aan het blinde fortuin, toeschrijven wat eigenlijk Gods voorzienigheid heeft gedaan; nochtans, welk mens zou zo plomp en onwetend kunnen zijn, die in dit zeldzaam en openbaar voorbeeld niet zou opmerken, dat dit een bijzonder werk en een straf van God is, waarmee de Heer zijn almacht en zijn rechtvaardig oordeel toonde, in het straffen van deze goddeloze kanselier? Het was een waarschuwend voorbeeld voor alle andere vervolgers van de christenen, opdat zij de rechtvaardige hand van de Heer zonden vrezen, wanneer zij zodanige tirannie aan de on­schuldige christenen plegen. <blockquote>''Ro 12:19  Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn; want er staat geschreven: ‘Aan Mij de wraak, Ik zal vergelden, zegt de Heer’.'' (Telos)</blockquote>
 
== Geschiedenis ==
'''Commodus'''. Commodus (keizer van 177-192), die stond onder de invloed stond van zijn christelijke gemalin Marcia, was persoonlijk geen vervolger van de christenen; doch hij hinderde de stadhouders niet in hun christenvervolging.
In de eerste drie eeuwen werden de christenen vervolgd, maar ook later, in de tijd van de kerkhervorming, en onder communistische dictatuur, hadden christenen geen rust. De eerste vervolging van de gelovigen greep plaats in het Heilige Land, tegen de gemeente van Christus in Jeruzalem.
 
Zie [[Vervolging van christenen/Geschiedenis]] voor het hoofdartikel.
=== 3e eeuw ===
 
== Meer informatie ==
==== Vijfde vervolging (202-211) ====
De Amerikaanse afdeling van Open Doors vermeldt in haar landenlijst het ideologisch motief van de verdrukking: https://www.opendoorsusa.org/christian-persecution/world-watch-list/
De vijfde vervolging van de christenen barstte uit in het begin van de 3e eeuw, in het tiende jaar der regering van Septimius Severus, Romeins keizer van 193 — 211. De aanleiding tot deze vervolging was, dat de eerrovers en lasteraars allerlei valse beschuldigingen uitstrooiden jegens de christenen, namelijk, dat zij oproerige lieden waren, die zich jegens de keizerlijke majesteit misdroegen, doodslagers, tempelrovers, bloedschenders, die in hun samenkomsten de kaarsen uitbliezen en zich aan allerlei ontucht en ondeugd overgaven, kindermoordenaars, menseneters gelijk, dat zij een ezelskop als God vereerden, maar bovenal dat zij de goden verachtten, en dat daarom vanwege hen ongeluk en rampen de mensen was overkomen. 
 
[https://www.sdok.nl/ Stichting De Ondergrondse Kerk] zet zich in voor verdrukte en vervolgde christenen.
Keizer Severus verbood door het edikt van 202 onder zware straffen, christen te worden. De vervolging woedde het ergst in Afrika, nadat de gelovigen Eusebius en Tertullianus daar hun geschriften hadden opgesteld. Een grote menigte christenen werd naar Alexandrië, in Egypte, gebracht, waar zij om de naam van Christus op velerlei wijzen gedood werden. Te Carthago stierven o.a. [[Perpetua van Carthago|Perpetua en Felicitas]] (203) de marteldood. Tot de voornaamste martelaren van die tijd behoren Leonidas (te Alexandrië), de vader van kerkleraar [[Origenes]], en Irenaeüs, opziener. Mogelijk is ook [[Albanus van Engeland]] in deze periode onthoofd.
 
[https://opendoors.nl/ OpenDoors] zet zich in voor verdrukte en vervolgde christenen.
De vier volgende keizers waren de christenen gunstig gezind. Alexander Severus plaatste zelfs naast Abraham en Orpheus de beeltenis van Christus. Ook liet hij Bijbelspreuken op de paleiswanden aanbrengen. En het terrein, dat herbergiers de christenen betwistten, wees hij dezen toe met de woorden: „Het is beter, dat de Godheid op welke wijze ook daar vereerd wordt, dan dat die grond geschonken wordt aan herbergiers”.<ref name=":2">Aangehaald in H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk''. Venloo: G. Mosmans senior, 1926.</ref>
 
[https://www.persecution.org/ International Christian Concern (ICC)]. Zet zich sinds 1995 in voor verdrukte en vervolgde christenen.
==== Zesde Vervolging ====
De zesde vervolging greep plaats onder keizer Maximinus I Trax, die regeerde van 235 tot 238. Zijn edikt beval, de overheden der Kerk terecht te stellen, en daardoor de kudde te verstrooien. Paus Pontianus (gestorven 235), en de beroemde priester en tegenpaus Hippolytus (gestorven 235), naar Sardinië verbannen, bezweken in de mijnen. Het edikt werd niet overal en niet in zijn volle gestrengheid uitgevoerd.
 
Na die vervolging genoot de Kerk weer rust. In deze jaren van vrede nam het getal van Jezus' volgelingen aanzienlijk toe. Vele voorname families omhelsden de leer van de Verlossers. Overal begonnen de christenen tempels te bouwen en openlijk godsdíenstoefeningen te houden. Vrij talrijk waren de gelovigen, die gewichtige staatsambten bekleedden, of leefden en verkeerden aan het keizerlijk hof.
 
Deze lange vrede had bij vele christenen verslapping ten gevolge gehad. Toen kwam de storm der vervolging de Kerk zuiveren. Zeer velen bleven trouw, doch ook velen vielen af. Hevige strijd ontstond er over het weer opnemen van deze laatsten in de Kerk.
 
==== Zevende vervolging ====
De zevende vervolging van de christenen begon in 249. Het was een zeer grote en wrede vervolging, en wel onder de regering van keizer Decius, die regeerde van 249-251. Decius vervolgde uit ''politiek'', van 249 - 250. Hij wilde de oude Romeinse wereldmacht herstellen op de grondslag van de oude Romeinse godsdienst. In zijn oog was het christendom de gevaarlijkste vijand van de Romeinse staat. Door algemene wetten wilde hij het christendom uitroeien. „Liever - zei hij - een mede-keizer in Rome, dan een paus.”<ref>Cyprianus, Ep. 52. Aangehaald door H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk'' (Venloo: G. Mosmans senior, 1926) blz. 42. </ref>
 
Het christendom moest dus vernietigd, alle christenen tot offeren aan de afgoden gedwongen worden. Door openbare, langdurige martelingen trachtte men de christenen tot afval te brengen. Men wilde geen martelaren meer maken, maar apostaten (afvalligen). Daarin slaagde men niet zelden.
 
Sommigen dachten dat hij de vervolging beval uit haat jegens keizer Filippus, die de christelijke godsdienst had aangenomen. Maar Cyprianus, die in die tijd leefde, schrijft de aanleiding tot deze vervolging aan de christenen zelf toe. ''"Men moet (zegt hij) het inzien en belijden, dat de grimmige en vernielende benauwdheid, die onze kudde voor het merendeel verwoest heeft en nog zonder ophouden verwoest, om onze zonden ons is overkomen, omdat wij de weg des Heeren niet bewandelen, en de hemelse geboden ons tot onze zaligheid gegeven, niet bewaren. Onze Heere heeft de wil Zijns Vaders volbracht, en wij volbrengen de wil van onze Heere niet. Ieder onzer benaarstigt zich om geld en goederen te vergaderen, de hovaardij na te jagen; men maakt zich schuldig aan afgunst en tweedracht, verzaakt de eenvoudigheid en verloochent de boze wereld alleen niet woorden en niet met daden, behaagt zichzelf en mishaagt allen. Wij worden aldus geslagen, gelijk wij verdienen; want welke plagen, welke slagen verdienen wij niet?"'' etc.
 
En elders schrijft hij: ''"Indien men de oorzaak van de jammer en het ongeluk kent, zal men gemakkelijk een geneesmiddel vinden voor de wond. De Heere heeft Zijn huisgezin willen beproeven; en, aangezien de langdurige vrede, de lering en tucht, die ons van de hemel gegeven waren, bedorven had, zo heeft de hemelse straf het onmachtige, ja bijna had ik gezegd het slapende geloof, wederopgewekt. En, daar wij door onze zonden nog meer verdienden te lijden, heeft nochtans de allerbarmhartigste Heere zo genadig met ons gehandeld, dat al wat er is geschied, veeleer een bezoeking scheen dan een vervolging. Ieder benaarstigde zich, om zijn bezittingen te vermeerderen, en men vergat wat de gelovigen of de Christenen in de tijd der Apostelen. gedaan hebben, of altijd behoorden te doen; men wendde, integendeel, alle naarstigheid aan, om als door een onverzadigbare brand van gierigheid de rijkdommen op te hopen en te vermeerderen. Onder de priesters vond men geen behoorlijken ijver om God te dienen; onder de dienaars geen oprecht geloof, in de werken geen barmhartigheid, in de zeden geen tucht."'' Tot dusverre Cyprianus.
 
In deze bloedige vervolging werden vele Christenen, uit de aanzienlijken en uit de lage stand, in vele landen en steden van het gehele keizerrijk onder ongehoorde pijnigingen ter dood gebracht. Van de martelaren kunnen genoemd worden: [[Alexander van Jeruzalem|Alexander]], opziener van de gemeente te Jeruzalem; [[Babylas van Antiochië|Babylas]], opziener van de gemeente te Antiochië. Alexandrië was als het ware de schouwplaats van alle tirannie. Daar werd onder anderen omgebracht de bejaarde man [[Metranus van Alexandrië|Metranus]], de vrouw [[Coïntha van Alexandrië|Coïntha]], de bejaarde maagd Apollonia, en Serapion.
 
Onmenselijk was de marteling van de Godgewijde maagd Agatha, een aanzienlijke vrouw van het eiland Sicilië. Nadat zij lang gefolterd, met fakkels geschroeid, gruwelijk verminkt, boven gloeiende kolen geblakerd en op potscherven gewenteld was, stierf zij eindelijk (ca. 250) in de kerker met de woorden: „Heer, die mij van de jeugd af bewaard, de liefde tot de wereld van mij weggenomen en mij over alle folteringen hebt doen zegevieren, neem mij op in uw eeuwige woning.”<ref name=":2" />
 
Ook de geleerde [[Origenes]] werd te Tyrus gruwelijk gepijnigd, zodat hij enige jaren later, ca. 254, aan de gevolgen van de doorstane mishandelingen bezweek.
 
Na een jaar schorste de keizer de uitvoering van zijn edikt. Nu volgde een periode van rust tot 257, toen Valerianus I, Romeins keizer van 253 tot 260, een minder bloedige, doch meer doordachte vervolging inzette. De tovenaar Macrianus was zijn boze genius. De vervolging was vooral gericht tegen de christelijke Romeinse adel. Op de weigering aan de Romeinse goden te offeren volgden verbanning, verbeurdverklaring van goederen en terechtstelling. [[Cyprianus]] van Carthago was een van de slachtoffers evenals de diaken Laurentius. De vervolging, begonnen in 257, werd in 260 door Gallienus, Romeins keizer van 253 tot 268, beëindigd.<ref>https://nl.wikipedia.org/wiki/Valerianus_I#Christenvervolging Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 3 maart 2019.</ref>
 
==== Achtste vervolging ====
De achtste vervolging vond plaats onder de keizers Valerianus I (keizer 253 - 260 n.C.) en Gallienus (keizer 256 - 258 n.C.). Een eerste edict verbood de bijeenkomsten van de christenen en het betreden van de begraafplaatsen en godshuizen op straffe van onthoofding, Ook gebood het aan alle opzieners, oudsten en dienaren (diakenen) te offeren op straffe van verbanning. Een tweede edict verordende de terechtstelling van de hele 'geestelijkheid', terwijl de ambtenaren uit hun ambt ontzet, van hun goederen beroofd, en, indien zij volhardden, onthoofd zouden worden. Hun vrouwen en kinderen werden verbannen. Ontelbaar velen van elke stand en leeftijd ondergingen de marteldood.
 
In deze vervolging stierven te Carthago de opziener en kerkleraar [[Cyprianus]] (258 n.C.). In datzelfde jaar stierf in Rome de marteldood opziener ('paus') Sixtus II samen met vier diakens. Drie dagen later onderging de diaken [[Laurentius van Rome|Laurentius]] daar de marteldood. 153 christenen werden in ongebluste kalk geworpen.
 
Gallienus, (keizer 260 - 260 n.C.) was de christenen gunstig gezind. De verbeurd verklaarde goederen en de begraafplaatsen werden teruggegeven, de godsdienstoefeningen, behoudens enige beperkingen, toegestaan (tolerantie-edict).
 
==== Negende vervolging ====
De negende vervolging onder Aurelianus (keizer 270 - 275 n.C.) was minder hevig en duurde slechts kort.
 
Daarna genoot de Kerk weer geruime tijd rust. Deze schonk haar een wonderbare bloei. Overal verrezen prachtige kerken. In Rome waren omstreeks het jaar 300 meer dan 40 kerken. Het geloof won veld, ook onder de hoogste kringen. Keizerlijke ambtenaren, zelfs stadhouders van provincies, behoorden tot de christenen; zij werden van het offeren aan de goden vrijgesteld.
 
Constantius I Chlorus, in 293 lid geworden van een vierhoofdig keizerschap en heersend in het West-Romeinse rijk, voelde niets voor een vervolging. Hij zei dat men niet kon vertrouwen op mensen, die ontrouw waren aan hun God. Ook keizer Diocletianus (regeerde 284 — 305), heersend in het Oost-Romeinse rijk, toonde zich eerst welwillend voor het christendom, tot in 303 een edikt van hem en zijn medekeizers de vreselijkste van alle vervolgingen deed losbarsten. Subregent Caesar Calerius, ook lid van het vierhoofdig rijksbestuur, die geheel onder de invloed stond van zijn moeder Romula, priesteres van de godin Cybele, was zijn boze geest.
 
=== 4e eeuw ===
 
==== Tiende vervolging (303-313) ====
De tiende grote en bloedige vervolging van de christenen begon in het begin van de 4e eeuw onder de keizers [[Diocletianus]] (keizer 284 — 305) en [[Maximianus]] (medekeizer 286 — 305), en werd voortgezet onder Maxentius, Licinus en Maximinus, tot in het zevende jaar van Constantinus (of Constantijn) de Grote. 
 
In het jaar 302 na Christus' geboorte, in het 19e jaar der regering van keizer [[Diocletianus]], gaf deze bevel tot een grote en wrede vervolging van de christenen. Van deze vervolging, die de tiende genoemd wordt, zegt de gelovige schrijver [[Sulpicius Severus]] (leefde 363 — ca. 422) het volgende: 
''Omtrent 50 jaren na hem'' (te weten, keizer Valerianus)'', onder de regering van Diocletianus en Maximianus, brak de allerhevigste vervolging uit, die tien jaren achtereen Gods volk plaagde. In die tijd was genoegzaam de gehele wereld be­smet met het heilig bloed van de martelaren, want men liep als om strijd tot deze heerlijke en beroemde martelingen. Door op een waardige en heerlijke wijze te sterven, werd toen de eer, die een martelaar toekomt, met grotere ijver gezocht, dan men nu, door ongepaste en zondige eergierig­heid gedreven, de bisschoppelijke ambten najaagt. De wereld werd nimmer door enige oorlog meer onderdrukt; nimmer hebben wij met groter triomf overwinningen behaald, dan toen wij door tienja­rige verdrukking en geweld toch niet konden overwonnen worden.'' 
In deze vervolging werd Diocletianus ook aange­zet en geholpen door zijn mederegent [[Maximianus]]. Diocletianus woedde tegen de christenen in het oosten, Maximianus tegen die in het westen van het rijk. Eerst woedde Diocletianus tegen de christensoldaten, die reeds een groot deel van het leger uitmaakten. Een geheel legioen, met de gelovige Mauritius aan het hoofd, werd ter dood gepijnigd<ref>Dat was het Thebaanse legioen (Legio Thebaïca), volgens de overlevering in het Egyptische Thebaïs gerecruteerd, en dat geheel bestond uit christenen. Het werd ± 300 bij Agaunum (Saint-Maurice in het Zwitserse kanton Wallis) gemarteld, omdat het, onder aanvoering van de gelivige Mauritius, weigerde de christenen te vervolgen. Volgens een latere overlevering zouden ook Gereon met 318 gezellen te Keulen en Victor met 330 gezellen te Xanten en een groot aantal Trierse martelaren tot het Thebaanse legioen behoord hebben. De oudste legende van bisschop Eucherius van Lyon (± 400) bewijst in elk geval, dat in Agaunum een groot aantal Romeinsche soldaten de marteldood geleden hebben.</ref>. In het jaar 303 echter begon de algemene vervolging. Edikt volgde op edikt. Het eerste beval de verwoesting van alle christenkerken en het verbranden van de heilige boeken, het tweede verordende de kerkering van alle opzieners en ouderlingen; het derde bedreigde alle gelovigen die weigerden aan de goden te offeren, met pijnbank en dood. Het vierde, dat in 304 verscheen, gebood op doodstraf aan alle christenen het offeren aan de afgoden.
 
In de vervolging, door Diocletianus en Maximianus begonnen, en die op buitengewoon wrede wijze plaats had, onderscheidde zich vooral Maximianus, die haar op ontzettende wijze voort­zette. Door de stadhouders Peucetius, Quintianus, Theotecus en anderen liet hij de christenen zeer wreed mishandelen. Zij werden levend verbrand, aan de wilde dieren voorgeworpen om vernield te worden, aan kruisen genageld, in grote menigte in de zee verdronken, met de hongerdood in de gevangenis gestraft, onthoofd, handen en voeten afgehouwen en aldus in het leven gelaten; terwijl het genade most heten wanneer zij in de grootste ellende bleven verkeren, en van al hun bezit­tingen beroofd werden.<ref>Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; ''Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881, blz. 46-47. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 10 maart 2019,</ref>
 
Onder de martelaren in het eerste jaar van de vervolging (303) zijn te noemen de lector Procopius van Scythopolis<ref>Ook genoemd Procopius van Caesarea, niet te verwarren met een latere naamgenoot. Over hem, zie het artikel http://www.heiligen.net/heiligen/07/08/07-08-0303-procopius-caesarea.php</ref>, onthoofd te [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]], de eerste martelaar onder Diocletianus<ref>Volgens http://www.heiligen.net/heiligen/07/08/07-08-0303-procopius-caesarea.php</ref>, verder de hofbeambte [[Petrus (hofbeambte)|Petrus]], de kamerheren [[Dorotheüs en Gorgoneüs]], [[Anthimus]] opziener te Nicomedië, Tyrannion opziener te Tyrus, Zenobius te [[Sidon]], Silvanus te [[Gaza]], secretaris [[Eustrathius]], de militair [[Georgius van Cappadocië]].
[[Bestand:Agnes van Rome schilderij in kathedraal van Pisa.jpg|miniatuur|Schilderij van Agnes in de kathedraal van Pisa, Italië. Ze wordt vaak met een lam afgebeeld.]]
In 303 of 304 stierf te [[Antiochië (Syrië)]] de diaken [[Romanus van Caesarea]] een gruwelijke marteldood. In 304 werden te Bologna (Italië) om hun geloof omgebracht [[Agricola en Vitalis|Agricola en zijn dienaar Vitalis]] en in Mérida (Spanje) de 13-jarige maagd [[Eulalia van Merida|Eulalia]]. Omstreeks deze tijd werd [[Cassianus van Imola|Cassianus]], onderwijzer te Imola (Italië), met priemen gestoken en omgebracht. Kort na 303 is mogelijk ook [[Albanus van Engeland]] onthoofd. In 304 stierf als martelaar Marcellinus<ref>Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Marcellinus</ref>, opziener van de gemeente te Rome. Euplius van Catania in Sicilië, Italië, diaken, stierf ca. 304 als martelaar, omdat hij in het openbaar met de vier evangeliën rondliep en er voor belangstellenden uit voorlas. Toen hij weigerde aan de goden Apollo, Mars en Aesculapius te offeren, omdat hij alleen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest wilde eren, werd hij gruwelijk gefolterd en stierf<ref>[http://www.heiligen.net/heiligen/08/12/08-12-0304-euplius.php Euplius van Catania], Heiligennet, geraadpleegd 4 nov. 2018. Volgens Adrianus Haemstedius, aangehaald werk, werd hij onthoofd.</ref>. In 304 werd [http://www.heiligen.net/heiligen/01/03/01-03-0304-gordius.php Gordius van Caesarea] (in [[Cappadocië]], in het huidige Turkije) gedood, nadat hij openlijk zijn geloof tijdens een volksfeest had beleden en hij gefolterd was om hem van zijn geloof af te brengen. Circa 304 werd te Rome de Godgewijde maagd Soteris, die weigerde de goden te offeren, geslagen en eindelijk onthoofd. [[Ambrosius van Milaan]], een verwante van haar, heeft haar martelaarschap beschreven. In 304 of 305 onderging te Rome het 12- of 13-jarige meisje Agnes, om de naam van Christus, en wel onder stadhouder Sempronius, de marteldood.
 
In 305 werd zekere Lucius, een jongeman van 20 jaren, bij [[Caesarea Maritima|Caesarea]] in de zee geworpen en aldus omgebracht<ref>Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; ''Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881, blz. 46. </ref>. Dorothea, een maagd, werd onthoofd. Omstreeks 305 werd Januarius, opziener van de gemeente van God te Napels en te Benevento, in Pozzuoli - volgens de overlevering samen met andere christenen - onthoofd.
 
In 306 stierf als martelaar te Alexandrië door onthoofding [[Phileas van Thmuïs|Phileas]], opziener van de gemeente te Thmuïs (Egypte). In datzelfde jaar <ref>Dit jaartal wordt genoemd door http://www.heiligen.net/heiligen/08/19/08-19-0306-timotheus.php. Adrianus Haemstedius, ''Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. (Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881) blz. 43, dateert de marteldood van Timotheüs, Thecla en Agapius in het tweede jaar van de vervolging, dat is in het jaar 304. </ref> stierven de marteldood omwille van Christus: Timotheus van Gaza, die in het vuur werd verbranding; Thecla, die in het theater aan de wilde dieren werd prijsgegeven; Agapius, die niet lang daarna in de buurt van [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]] in zee werd gegooid en verdronk. In Tarsus, in de provincie Cilicië, werden van het leven beroofd de gelovige vrouwen Cyrenia en Juliana.
 
In 309 stierf als martelaar door onthoofding [[Pamphilus van Caesarea|Pamphilus]], ouderling te Caesarea. Omstreeks die tijd stierf door onthoofding ook [http://www.heiligen.net/heiligen/11/11/11-11-0295-menas.php Menas], een soldaat, afkomstig uit [[Egypte]].
[[Bestand:Martyrs Silvanus the Bishop of Emesa, Luke the deacon, and Mocius (Mucius) the reader (Menologion of Basil II).jpg|links|miniatuur|430x430px|Silvanus, Lukas en Mocius aan de wilde dieren voorgeworpen. Schildering uit 985.]]
In 312 liet men Silvanus (ook Silvinus genoemd), opziener te Emesa, een stad bij Apamea, in Syrië, met de diaken Lukas en de voorlezer Mocius (of Mucius) in de gevangenis verhongeren. Daarna werden zij aan de wilde dieren ter verslinding voorgeworpen, maar die lustten ze niet. Achtergelaten stierven deze christenen van uitputting. Medechristenen haalden de ontslapenen 's nachts op en begroeven ze. Kort daarna werd de arts Julianus aangehouden en gekruisigd. Misschien was hij een van de gelovigen die het lichaam van Silvanus hadden geborgen. Men doodde de Julianus door een spijker door zijn hoofd te drijven.<ref>Silvanus van Emesa, Heiligen.net, geraadpleegd 10 maart 2019.</ref>
 
=== 2017 ===
De invloed van islamitisch fundamentalisme neemt toe. In overwegend boeddhistische en hindoeïstische landen komt een religieus nationalisme op<ref name=":1" />.
 
== Meer informatie ==
Anoniem, ''Het Offer des Heeren'', 1570. Brieven van doopsgezinde vervolgden uit het midden van de 16e eeuw. [http://www.dbnl.org/tekst/_off001offe01_01/ Online tekst].
 
[https://morningstarnews.org/ Morning Star News]. "Morning Star News is the only independent news service focusing exclusively on persecution of Christians."<ref>Bron: https://morningstarnews.org/about-us/ Geraadpleegd 15 sept. 2021.</ref>
Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881. Online: http://www.iclnet.org/pub/resources/text/nederlandse/haemstedius-martelaren.htm
 
''[https://voiceofthepersecuted.wordpress.com/ Voice of the Persecuted]'' (VOP) = 'Stem van de Vervolgden', is een Amerikaanse organisatie die informeert over vervolgde christenen en hen hulp biedt.
Willem Westerbeke, ''Martelaren in het Romeinse rijk''. Uitgever: Lulu.Com, 2011. Omvang: 507 pagina's. Dit boek, dat put uit het boek van Adrianus Haemstede, geeft de getuigenissen weer van een groot aantal martelaren in het Romeinse rijk, uit de periode vanaf de apostelen tot 312.
 
[https://open.spotify.com/episode/2kqqebfi8EEpr1HmAXD0fo Ex-moslima Mira is continu op de vlucht]. Spotify.com: De Stem - Inspirerende verhalen van vervolgde christenen, Podcastserie van Stichting De Ondergrondse Kerk, aflevering 2, juni 2020. Indrukwekkend verslag aangaande Mira (schuilnaam), die om haar geloof in Jezus wordt vervolgd en steeds ontkomt.
== Bronnen ==
Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; ''Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881. Online: http://www.iclnet.org/pub/resources/text/nederlandse/haemstedius-martelaren.htm. Hieraan is tekst ontleend en onder wijziging verwerkt. 
 
== Bron ==
H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk''. Venloo: G. Mosmans senior, 1926. Enige tekst van blz. 37-45 is onder wijziging verwerkt in 2018-2019.
Adrianus Haemstedius, ''Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655'' (Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881), blz. 103. Een alinea over het lijden om christus' wil (en niet als dief e.d.) is overgenomen en onder wijziging verwerkt op 10 sept. 204.
 
== Voetnoten ==