Vervolging van christenen: verschil tussen versies

k
Regel 47:
 
=== Tiende vervolging ===
De tiende grote en bloedige vervolging van de christenen begon in het begin van de 4e eeuw onder de keizers [[Diocletianus]] (keizer 284 — 305) en [[Maximianus]] (mederegent 286 — 305), en werd voortgezet onder Maxentius, Licinus en Maximinus, tot in het zevende jaar van Constantinus (of Constantijn) de Grote. 
 
In het jaar 302 na Christus' geboorte, in het 19e jaar der regering van keizer [[Diocletianus]] (keizer 284 — 305), gaf deze bevel tot een grote en wrede vervolging van de christenen. Van deze vervolging, die de tiende genoemd wordt, zegt [[Sulpicius Severus]] het volgende: 
''Omtrent 50 jaren na hem'' (te weten, keizer Valerianus)'', onder de regering van Diocletianus en Maximianus, brak de allerhevigste vervolging uit, die tien jaren achtereen Gods volk plaagde. In die tijd was genoegzaam de gehele wereld be­smet met het heilig bloed van de martelaren, want men liep als om strijd tot deze heerlijke en beroemde martelingen. Door op een waardige en heerlijke wijze te sterven, werd toen de eer, die een martelaar toekomt, met grotere ijver gezocht, dan men nu, door ongepaste en zondige eergierig­heid gedreven, de bisschoppelijke ambten najaagt. De wereld werd nimmer door enige oorlog meer onderdrukt; nimmer hebben wij met groter triomf overwinningen behaald, dan toen wij door tienja­rige verdrukking en geweld toch niet konden overwonnen worden.''