Voorhangsel: verschil tussen versies

218 bytes toegevoegd ,  8 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Het '''voorhangsel''' van het Heilige der Heiligen is het doek dat voor dit vertrek hing en dat afscheidde van het Heilige of voorste deel van de tabernakel en temp...')
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Het '''voorhangsel''' of de ''voorhang'' (Du. ''Vorhang'', Fr. ''voile'', Eng. ''veil)'' van het Heilige der Heiligen is het doek dat voor dit vertrek hing en dat het afscheidde van het Heilige of voorste deel van de tabernakel en tempel (Exod.26:3 vv.; Lev.16:2 vv.). Ook voor het Heilige hing een voorhangsel, dat het afscheidde van de voorhof.
 
Ook voor het Heilige hing een voorhangsel, dat het afscheidde van de voorhof. De twee voorhangsels waren buitengewoon prachtig (Ez. 26:31-37). Zij hingen aan houten met goud overtrokken zuilen. Voor het Heilige stonden vijf zuilen, voor het Allerheiligste vier op zilveren voetstukken. De voorhangsels hingen van boven aan gouden haken.
[[Bestand:Tabernacle.gif|centre|thumb|491x491px|Plattegrond van de tabernakel. De golvende lijnen stellen de voorhangsels voor.]]
 
== Voorhangsel van het Heilige ==
Aan de ingang der woning, de oostzijde, was eenhet tweedeeerste Voorhangselvoorhangsel, in het Hebreeuws ''masakh'' geheten, van dezelfde stof, maar zonder afbeeldingen van Cherubs. Dit voorhangende "deksel" (Ex. 36:37) was geborduurd van fijn getweernd linnen, hemelsblauwe (blauwpurperen), purperen (roodpurperen) en scharlaken draden.
 
Het hing aan vijf vergulde, acaciahouten '''pilaren'''. Ook aan deze pilaren waren gouden haken bevestigd, welke door gouden staven of roeden (Hebr. ''chasehukim''; Ex. 36:38 Statenvert. „banden") verbonden waren, waaraan dan dit Voorhangsel hing. Sommige uitleggers denken aan ringen, welke als kransen de pilaren versierden. In elk geval was het doelmatiger, dit Voorhangsel, dat dikwijls moest geopend worden, niet, als dat, hetwelk het Heilige van het Heilige der Heiligen scheidde, direct in de haken op te hangen, maar aan een staaf of roede, zodat het bij het in- en uitgaan gemakkelijk heen en weer geschoven kon worden. Uit Ex. 36:38 schijnt tevens te volgen, dat deze pilaren aan de ingang niet, zoals volgens Ex. 26:37 schijnt, in hun geheel, maar dat alleen de kapitelen met goud overtrokken werden. De pilaren stonden op ''koperen'' voetstukken (die van de binnenste voorhang stonden op gouden voeten). 
 
== Voorhangsel van het Allerheiligste ==
De binnenruimte van de heilige Woning werd in twee afdelingen afgedeeld door een Voorhangsel of Voorhang (Hebr. ''parocheth'' d. i. scheiding). Dit voorhangsel diende tot scheiding en tot bedekking (afscherming) van de ark. Vandaar de uitdrukking 'voorhang van het deksel' (SV), 'voorhangsel ter bedekking' (NBG51). 'voorhangsel ter afscherming' (HSV). <blockquote>''Ex 40:21 En hij bracht de ark in den tabernakel, en hij hing den <u>voorhang van het deksel</u> op, en bedekte de ark der getuigenis, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.'' (SV)</blockquote>Het was van dezelfde stof, kleur en maaksel als het byssuskleed, het onderste dekkleed. Het was dus van hemelsblauw, purper, scharlaken en fijn getweernd linnen, van "het allerkunstigste werk" (Ex. 36:35), met afbeeldingen van cherubs erop.
 
Deze voorhang '''hing''' onder de verbinding van de beide delen van het onderste dekkleed, dus 20 ellen van de ingang en 10 van de achterkant. Hij was door middel van gouden haken opgehangen aan vier met goud overtrokken acaciahouten '''kolommen''' of pilaren, die op gegoten zilveren voetstukken rustten (Ex. 36:36). 
Regel 11 ⟶ 17:
 
Dit binnenste voorhangsel is aan het andere, dat van het Heilige, nagenoeg gelijk, maar met dit verschil, dat het niet geborduurd, maar geweven was.  
 
== Voorhangsel van het Heilige ==
Aan de ingang der woning, de oostzijde, was een tweede Voorhangsel, in het Hebreeuws ''masakh'' geheten, van dezelfde stof, maar zonder afbeeldingen van Cherubs. Dit voorhangende "deksel" (Ex. 36:37) was geborduurd van fijn getweernd linnen, hemelsblauwe (blauwpurperen), purperen (roodpurperen) en scharlaken draden.
 
Het hing aan vijf vergulde, acaciahouten '''pilaren'''. Ook aan deze pilaren waren gouden haken bevestigd, welke door gouden staven of roeden (Hebr. ''chasehukim''; Ex. 36:38 Statenvert. „banden") verbonden waren, waaraan dan dit Voorhangsel hing. Sommige uitleggers denken aan ringen, welke als kransen de pilaren versierden. In elk geval was het doelmatiger, dit Voorhangsel, dat dikwijls moest geopend worden, niet, als dat, hetwelk het Heilige van het Heilige der Heiligen scheidde, direct in de haken op te hangen, maar aan een staaf of roede, zodat het bij het in- en uitgaan gemakkelijk heen en weer geschoven kon worden. Uit Ex. 36:38 schijnt tevens te volgen, dat deze pilaren aan de ingang niet, zoals volgens Ex. 26:37 schijnt, in hun geheel, maar dat alleen de kapitelen met goud overtrokken werden. De pilaren stonden op ''koperen'' voetstukken (die van de binnenste voorhang stonden op gouden voeten). 
 
== Zinnebeeldige betekenis ==