Vreze Gods: verschil tussen versies

405 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 15:
'''Vreze Gods en verlossing.''' Een vrees voor God kan door de Geest in het hart van een mens worden gewekt om hem tot bekering te leiden. De vrees en siddering is dat heilige gevoel dat de zondige mens krijgt als hij in aanraking komt met de goddelijke majesteit. Vooral in het werk van zijn verlossing moet hij bedenken: nu werkt de Heilige God zelf in mij; Hij roept mij tot zich, om mij een volheid van leven, vrede en kracht te schenken - hoe vreselijk wanneer ik Zijn werk verhinderde! Het is echter zelfmisleiding om de bekering ''uit te stellen'' tot je een zeker gevoel van Godsvreze of een ellendig gevoel over jezelf hebt. Bekering moet je nooit uitstellen, bekering moet je ''doen''. Gods liefde vraagt geen uitstel.
 
'''In de vreze Gods wandelen, leven'''. Met ontzag voor God wandelen wij, leiden wij ons leven, gedragen wij ons in deze wereld. <blockquote>''2Co 7:1 Daar wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bevlekking van het vlees en van de geest, en <u>de heiligheid volbrengen in de vrees van God</u>. (TELOS)''</blockquote>'''Vreze Gods in de rechtspraak'''. Koning [[Josafat]] van Juda vermaande de rechters met vrees voor God recht te spreken. <blockquote>''2Kr 19:6 Hij zei tegen de rechters: Let op wat u doet, want u oordeelt niet voor een mens, maar voor de HEERE. Hij is bij u als u rechtspreekt. 2Kr 19:7 Nu dan, laat <u>grote vrees voor de HEERE</u> over u komen; neem uw plichten waar, en doe ze, want bij de HEERE, onze God, is geen onrecht, geen partijdigheid of aanneming van geschenken. 2Kr 19:8 Bovendien stelde Josafat in Jeruzalem enkelen van de Levieten en de priesters, en enkelen van de familiehoofden van Israël aan voor de rechtspraak van de HEERE en voor de rechtszaken van de inwoners van Jeruzalem. 2Kr 19:9 Hij gebood hun: Dit moet u in <u>de vreze des HEEREN</u>, in trouw en met een volkomen hart doen.'' (HSV)</blockquote>De Statenvertaling heeft "de verschrikking des HEEREN". Deze vrees of verschrikking moest de rechters afhouden van onrechtvaardigheid en omkoperij en bewegen om rechtvaardig te oordelen. "Als u zo handelt, zult u niet schuldig worden." (2 Kron. 19:10 HSV).
 
== Vreze Gods en mensenvrees ==