Vrijstad: verschil tussen versies

1.817 bytes toegevoegd ,  5 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(5 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1:
[[Bestand:Cities of refuge.jpg|miniatuur|427x427px|De doodslager (in rood gekleed) bereikt de vrijstad op het nippertje. De bloedwrekers worden bij de vrijstad tegengehouden. ]]
Een '''vrijstad''' , ook genoemd ''asielstad'' of ''vluchtstad'', is een stadLevietenstad waarheen een doodslager, die per ongeluk iemand gedood had, in bijbelseBijbelse tijden in [[Israël]] de wijk kon nemen en binnen de stad bescherming genoot en vrij was van vervolging.
 
Onder de wet van Mozes werden zes vrijsteden aangewezen, drie aan elke zijde van de Jordaan. Daar kon een ieder die een medemens per ongeluk gedood had, zijn toevlucht nemen. De vrijstedenZij werden gegeven aan de Levieten. De oudsten vanlevitische deze steden moesten oordelen of de dood per ongelukvrijstad was veroorzaakt.geen Zo'gewone' jastad, danmaar waszij het bloedwreker niet toegestaan om de dader te doden. De doodslager moestdiende in de vrijstadeerste blijvenplaats totals de dood vanwoonplaats ''voor de hogepriester ‘die was gezalfd met de heilige olieLevieten'',’ en dan kon hij terugkeren naar zijn bezitting. Als de doodslagerdienaars echter voortijdig buitenvan de stad kwampriesters en de bloedwrekergodsdienstige vondleraars hem,van danhet mocht hij gedood worden (Numvolk. 35:6-32;Eén Joz.van 20:2-9;de 21:13-38;functies 1 Kron. 6:57, 67). Binnenvan de stadLevieten was hijom veilig,het buitenvolk deGods stadwet liepte zijnleren. leven gevaar.
 
In een vrijstad kon een ieder die een medemens per ongeluk gedood had, zijn toevlucht nemen. De oudsten van een vrijstad moesten oordelen of de dood per ongeluk was veroorzaakt. Zo ja, dan was het bloedwreker niet toegestaan om de dader te doden. De doodslager moest in de vrijstad blijven tot de dood van de hogepriester ‘die was gezalfd met de heilige olie,’ en dan kon hij terugkeren naar zijn bezitting. Als de doodslager echter voortijdig buiten de stad kwam en de bloedwreker vond hem, dan mocht hij gedood worden (Num. 35:6-32; Joz. 20:2-9; 21:13-38; 1 Kron. 6:57, 67). Binnen de stad was hij veilig, buiten de stad liep zijn leven gevaar.
[[Bestand:Vlucht naar de vrijstad - Jan van 't Hoff.jpg|miniatuur|379x379px|Vlucht naar de vrijstad. Schilderij door Jan van 't Hoff (GospelImages.nl).]]
De vrijsteden aan de westkant van de Jordaan waren (Joz. 20:7):
* '''[[Kedes]]''' in Galiléa, op het gebergte van Nafthali;
* '''[[Sichem]]''', op het gebergte van Efraïm;
* '''Kirjath'''[[Kirjat-'''arbaArba]]''', deze is Hebron, op het gebergte van Juda.
En aan oostzijde van de Jordaan (Joz. 20:8):
* '''[[Bezer]]''' in de woestijn, in het platte land, voor de stam van Ruben; Deut. 4:43.
* '''[[Ramoth]]''' in Gilead, voor de stam van Gad; Deut. 4:43.
* '''[[Golan]]''' in Bazan, voor de stam van Manasse; Deut. 4:43.<br><br>
[[Bestand:Levitische steden en Vrijsteden.jpg|centre|thumb|1024x1024px|Fig. de zes vrijsteden (gemarkeerd door rode blokjes)|geen]]
 
Er is berekend dat de afstand tussen de vrijsteden maximaal ongeveer 70 mijl zou zijn, zodat geen Israëliet verder dan ongeveer 35 mijl van een van der steden verwijderd was.
 
== Typologisch ==
De 'levitische vrijstad' is een type van de gemeente van God. Zoals de stad een beeld is van de Gemeente van God in het algemeen, als Gods bestuurszetel, zo tekent de levitische vrijstad haar in een specifiek karakter.
 
'''Kennis van de waarheid.''' De levitische vrijstad was geen 'gewone' stad, maar zij diende in de eerste plaats als woonplaats ''voor de Levieten''. In deze stad was kennis van Gods gedachten te vinden, goddelijk licht. Want één van de functies van de Levieten was om het volk Gods wet te leren. Zo zijn er ook nu dienstknechten in de Gemeente van God (collectief gezien, maar ook in iedere plaatselijke gemeente), die de gelovigen onderwijzen uit Gods Woord. Wij zien de Gemeente hier als de pilaar en de grondslag van de waarheid (vgl. 1 Tim. 3:15).
 
'''Vrijstad.''' Het tweede kenmerk van de levitische vrijstad was dat zij als toevluchtsoord diende voor de ''doodslager''. Dit is ook van betekenis zowel voor Israël zelf als voor de Gemeente van God in onze dagen.
 
Typologisch staat de doodslager ongetwijfeld voor de Joden: zij brachten de Heer Jezus ter dood, maar ze werden niet dadelijk gedood als moordenaars. Petrus zegt dat de Joden in onwetenheid gehandeld hebben (Hand 3:17):
 
<blockquote>''Hnd 3:15 de Vorst van het leven echter hebt u gedood, die God heeft opgewekt uit de doden, van Wie wij getuigen zijn.<br> Hnd 3:17 En nu, broeders, ik weet dat u het uit onwetendheid hebt gedaan, zoals ook uw oversten;''<br>(TELOS)</blockquote>
 
In genade bejegent God hen als doodslagers, voor wie de gemeente van Jezus Christus een toevluchtsoord is.
Regel 31 ⟶ 40:
Hugo Bouter, ''Veilig in de vrijstad.''<nowiki> Gouda: Boeken om de Bijbel, 2003. ISBN 90-70926-28-8. </nowiki>[http://www.oudesporen.nl/Download/HB230.pdf Digitaal] (gratis) en op papier verkrijgbaar.
 
== BronBronnen ==
In dit artikel is vertaalde tekst gebruikt uit ''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899). Enige tekst hieruit is vertaald en verwerkt.
 
Hugo Bouter, ''Veilig in de vrijstad'' (Gouda: Boeken om de Bijbel, 2003), blz .24-26. Tekst hiervan is onder toestemming verwerkt op 18 juli 2016.