Vrijstad: verschil tussen versies

150 bytes toegevoegd ,  6 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 5:
 
In een vrijstad kon een ieder die een medemens per ongeluk gedood had, zijn toevlucht nemen. De oudsten van een vrijstad moesten oordelen of de dood per ongeluk was veroorzaakt. Zo ja, dan was het bloedwreker niet toegestaan om de dader te doden. De doodslager moest in de vrijstad blijven tot de dood van de hogepriester ‘die was gezalfd met de heilige olie,’ en dan kon hij terugkeren naar zijn bezitting. Als de doodslager echter voortijdig buiten de stad kwam en de bloedwreker vond hem, dan mocht hij gedood worden (Num. 35:6-32; Joz. 20:2-9; 21:13-38; 1 Kron. 6:57, 67). Binnen de stad was hij veilig, buiten de stad liep zijn leven gevaar.
[[Bestand:Vlucht naar de vrijstad - Jan van 't Hoff.jpg|miniatuur|379x379px|Vlucht naar de vrijstad. Schilderij door Jan van 't Hoff (GospelImages.nl).]]
 
De vrijsteden aan de westkant van de Jordaan waren (Joz. 20:7):
* '''[[Kedes]]''' in Galiléa, op het gebergte van Nafthali;
Regel 27:
Typologisch staat de doodslager ongetwijfeld voor de Joden: zij brachten de Heer Jezus ter dood, maar ze werden niet dadelijk gedood als moordenaars. Petrus zegt dat de Joden in onwetenheid gehandeld hebben (Hand 3:17):
 
<blockquote>''Hnd 3:15 de Vorst van het leven echter hebt u gedood, die God heeft opgewekt uit de doden, van Wie wij getuigen zijn.<br> Hnd 3:17 En nu, broeders, ik weet dat u het uit onwetendheid hebt gedaan, zoals ook uw oversten;''<br>(TELOS)</blockquote>
 
In genade bejegent God hen als doodslagers, voor wie de gemeente van Jezus Christus een toevluchtsoord is.