Wereldbeeld van de Bijbel: verschil tussen versies

144 bytes verwijderd ,  3 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 67:
God noemde het uitspansel 'hemelen' (Gen. 1:8) (een meervoud in het Hebreeuws; in Nederlandse vertaling met het enkelvoud 'hemel' vertaald. Hoe moeten we dat uitspansel, dat gewelf, die hemel(en) begrijpen? Als een vaste (metalen) koepel? Elihu, de vriend van Job, zei tegen hem: <blockquote>''Job 37:18  Heb je [samen] met Hem de hemel uitgespannen, die vast is als een gegoten spiegel?  ''(HSV)</blockquote>In de gehele oudheid had men slechts spiegels van gepolijst metaal<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Job. 37:18. </ref>. Mogelijk dacht Elihu zich het uitspansel als een metalen koepel. Het gaat Elihu echter om de vastheid, niet om de stof van het uitspansel. De vastheid vergelijkt hij met die van een gegoten (metalen) spiegel. Trouwens, de woorden van Elihu zijn niet alle de woorden van God, want later zegt God dat de vrienden van Job niet recht van Hem gesproken hebben.
 
In Ps. 104 wordt beelsprakig gezegd dat God de hemel als een tentkleed uitspant. <blockquote>''Ps 104:2  Hij hult Zich in het licht als in een mantel, Hij spant de hemel uit als een tentkleed. Ps 104:3  Hij maakt de zoldering van Zijn hemelzalen op de wateren, maakt van de wolken Zijn wagen, wandelt op de vleugels van de wind.''(HSV) </blockquote>De profeet Jesaja zegt dat God de 'hemelen' (Statenvertaling) uitspant als een dunne doek en uitspreidt als een tent. <blockquote>''Jes 40:22  Hij isdie het Die zetelt bovenhoogboven de omtrek van deaardschijf aardetroont, voor waarvanwie de bewoners als sprinkhanen zijn. Hij is het Die de hemel uitspantuitvouwt als een dunne doek, enhaar uitspreidtspant als een tent om in tede wonen.;'' (HSVGNB84)</blockquote>Deze beschrijving komt dichter bij onze alledaagse waarneming, zeker nu we vanuit ruimtevaartuigen foto's kunnen maken.
 
[[Bestand:Thin Line of Earth's Atmosphere and the Setting Sun.jpg|geen|miniatuur|447x447px|Atmosfeer van de aarde. Op de achtergrond de 'ondergaande' zon.]]
[[Bestand:Yurt in Tos Bulak.jpg|thumb|geen|miniatuur|447x447px|De vorm van een tent van nomaden.]]
 
 
De Heer Jezus spreekt in Mt. 24:31 van 'de uitersten van de hemelen', vanwaar de uitverkorenen bij zijn wederkomst verzameld zullen worden. <blockquote>''Mt 24:31  En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het [ene] uiterste van de hemelen tot het [andere] uiterste ervan.'' (HSV)</blockquote>Merk op dat hier het meervoud 'hemelen' staat. Sommigen denken dat Jezus spreekt over een 'hemelkoepel'. Dat is echter niet duidelijk. Jesaja spreekt van 'het einde der hemelen', vanwaar God de heidenen zal verzamelen en doen komen.<blockquote>''Jes 13:5  Zij komen eraan, uit een ver land, van het einde van de hemel: de HEERE en de instrumenten van Zijn gramschap, om heel het land te gronde te richten.'' (HSV). </blockquote>Ons woord 'hemelstreken' is synoniem van 'windstreken'.
 
Regel 74 ⟶ 77:
 
In de Babylonische mythe werden de hemelen gemaakt van verschillende edelstenen. Vergelijk hiermee bijvoorbeeld Exodus 24:10, waar volgens sommigen de oudsten van Israël God op de saffiervloer van de hemel zien, met de sterren in hun oppervlak gegraveerd<ref> Walton 2003, pp. 158–59. Walton, John H. (2003). "Creation" In T. Desmond Alexander, David Weston Baker. Dictionary of the Old Testament: Pentateuch. InterVarsity Press. ISBN 9780830817818 </ref>. <blockquote>''Ex 24:10  En zij zagen de God van Israël. Onder Zijn voeten was [er iets] als plaveisel van saffier, zo helder als de hemel zelf. (HSV)''</blockquote>God was op de berg. Er staat echter niet dat het plaveisel dat van de hemel was. Er staat dat het zo helder als de hemel zelf was. Bij Ezechiël (1:26) heeft de troon van God het aanzien van saffiersteen. De bedoeling is hier de heerlijkheid en reinheid en zuiverheid van de hemel te schilderen, de plaats waar God Zijn heerlijkheid het luisterrijkst openbaart. De voetbank was als het ware van zuivere, heldere saffieren en zo zuiver als de gestalte van de hemel, wanneer de lucht doorschijnend blauw is.<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ex. 24:10. Enige tekst van het commentaar is onder wijziging verwerkt.</ref>
 
[[File:Clouds over Africa.jpg|thumb|Wolken in de atmosfeer]]
 
 
Het uitspansel, firmament, is als een onmetelijk groot koepeldak, als een enorme tent uitgespannen<ref>Bij de Bron, oude testament, J. Ten Have, 11e druk, P 29, ISBN 90 297 0080 7</ref>. Zoals bedoeïnen een doek uitspannen als een tentzijl, spant God het hemelgewelf (Hebr. 'hemelen') uit over de aarde (Jes. 40:22, Jer. 10:12).<ref>Bijbel in de nieuwe vertaling van het nederlandse bijbelsgenootschap met verklarende kanttekeningen Jesaja, Jeremia, klaagliederen, ds Wiersinga, P100, 1959 Bosch en Keuningen NV , Baarn </ref><blockquote>''Jer 10:12  Hij maakte de aarde door Zijn kracht, grondvestte de wereld door Zijn wijsheid, Hij heeft de hemel door Zijn inzicht uitgespannen.'' (HSV)</blockquote>De hoogte van de hemel (Hebr. 'hemelen') is niet te doorgronden.<blockquote>''Spr 25:3  De hoogte van de hemel, de diepte van de aarde en het hart van de koningen zijn niet te doorgronden. (HSV)''</blockquote>