Zadok: verschil tussen versies

1.262 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
'''Zadok''' (= 'rechtvaardige') of ''Sadok'' is in de Bijbel de naam van de volgende mannen:
# de zoon van Ahitub, afstammeling van Eleazar.
# de grootvader van koning Jotham;
Regel 15:
<blockquote>''2Sa 15:24 En zie, <u>Zadok</u> was daar ook en al de Levieten met hem, die de ark van het verbond van God droegen, en zij zetten de ark van God neer. En Abjathar klom naar boven, totdat al het volk uit de stad het oversteken beëindigd had. 2Sa 15:25 Toen zei de koning tegen <u>Zadok</u>: Breng de ark van God terug in de stad. (...) 2Sa 15:27 Verder zei de koning tegen de priester Zadok: Bent u niet een ziener? Keer in vrede terug naar de stad, en de zonen van u beiden met u: uw zoon Ahimaäz en Jonathan, de zoon van Abjathar. 2Sa 15:28 Zie, ik zal in de vlakten van de woestijn blijven wachten, totdat er van uw kant iets komt om mij over in te lichten. 2Sa 15:29 Zo bracht <u>Zadok</u> met Abjathar de ark van God terug in Jeruzalem, en zij bleven daar. (HSV)''</blockquote>
 
Zadok zalfde Salomo tot koning. Hijzelf werd, aan het eind van Davids regeerperiode, ook tot hogepriester gezalfd.<blockquote>''1Kr 29:22 Zij aten en dronken op die dag voor het aangezicht van de HEERE met grote blijdschap. En zij maakten Salomo, de zoon van David, voor de tweede keer koning en zalfden hem voor de HEERE tot vorst, en <u>Zadok</u> tot priester. (HSV)''</blockquote>Zadok wordt tot hogepriester gezalfd, tegelijk met Salomo, omdat Abjathar het met Adonia had gehouden. Hij was op dat moment een van de twee hogepriesters (2 Sam.8:17), maar hij alleen werd gezalfd; misschien opdat Salomo later des te meer in zijn recht was toen hij Abjathar verstootte (1 Kon.2:26 vv). Dat Zadok nu door het volk gezalfd werd, is om te bewijzen, dat hij in zijn ambt gehandhaafd werd tegenover de van Salomo en David afgevallen hogepriester Abjathar.<ref>Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 1 Kron. 29:21. Enige tekst hiervan is verwerkt. </ref>
Zadok zalfde Salomo tot koning. Zadok, een afstammeling van Eleazar, een zoon van de eerste hogepriester Aäron, kwam in de plaats van Abjathar (1 Kon. 2: 26,27,35), een afstammeling van Ithamar, eveneens een zoon van Aäron. Zadok was de eerste hogepriester die dienst deed in de ''tempel''. In zijn geslacht is het hogepriesterschap tot de ballingschap gebleven.
 
Zadok zalfde Salomo tot koning. Zadok, een afstammeling van Eleazar, een zoon van de eerste hogepriester Aäron, kwam zo in de plaats van Abjathar (1 Kon. 2: 26,27,35), een afstammeling van Ithamar, eveneens een zoon van Aäron. Zadok was de eerste hogepriester die dienst deed in de ''tempel''. In zijn geslacht is het hogepriesterschap tot de ballingschap gebleven.
 
== Toekomst ==