Zegenen: verschil tussen versies

1.146 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Zegenen''' is de '''zegen''' uitspreken, de zegen geven: het goede door een woord toewensen. God brengt het goede ook tot stand. 
 
Het Grieks werkwoord in het Nieuwe Testament vertaald met 'zegenen' betekent: goede woorden zeggen.
 
== Zegenen door God ==
Regel 24 ⟶ 26:
 
== Zegenen door mensen ==
Niet alleen God zegent, ook mensen zegenen. Die zegent is in zeker opzicht de meerdere van hem of hen die gezegend worden.
 
'''Door priesters'''. De bekende, priesterlijke gebedszegen, waarin een aanduiding van de heilige Drievuldigheid verborgen ligt, moest des daags tweemaal na het morgen- en avondoffer over het volk worden uitgesproken (Num. 6 : 24 v).<blockquote>''Nu 6:22 En de HEERE sprak tot Mozes: Nu 6:23 Spreek tot Aäron en zijn zonen en zeg: Zo moet u de Israëlieten zegenen, door tegen hen te zeggen: Nu 6:24 De HEERE zegene u en behoede u! Nu 6:25 De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig! Nu 6:26 De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede! Nu 6:27 Zo moeten zij Mijn Naam op de Israëlieten leggen; en Ík zal hen zegenen. (HSV)''</blockquote>'''Door andere mensen'''. Naast de priesters kunnen ook andere mensen elkaar zegenen. Zij doen dat als zij elkaar iets goeds naar lichaam en ziel wensen (Gen. 27 : 34, 36; Hebr. 12 : 17; Num. 23 : 20; 24 : 9; Spr. 30 : 11; Luk. 6 : 28; Rom.12 : 14; 1 Kor. 4 : 12). Dit moet naar Gods voorbeeld een met weldoen verbonden zegenen zijn (Spr. 11 : 25; 2 Kor. 9: 6). Zo zegende Melchizedek Abraham, de grotere de kleinere (Hebr. 7: 7), Izak Jakob (Gen. 27 : 27), Salomo geheel Israël (1 Kon. 8 : 14).
 
De vrouw van Job zette hem, gelukkig tevergeefs, aldus aan: <blockquote>''Job 2:9 Toen zeide zijn huisvrouw tot hem: Houdt gij nog vast aan uw oprechtigheid? Zegen God, en sterf. Job 2:10 Maar hij zeide tot haar: Gij spreekt als een der zottinnen spreekt; ja, zouden wij het goede van God ontvangen, en het kwade niet ontvangen? In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet.'' (SV)</blockquote>Ze bedoelde wellicht: neem afscheid van God met (ongemeende of louter plichtmatige) lof of zegenwens en maak een eind aan uw leven. Wij kunnen afscheid van mensen nemen terwijl wij hen het goede toewensen: "Tot ziens! Het ga je goed!".
Izak, menend dat hij Ezau bij zich had, zegende in diens plaats zijn zoon Jacob aldus:<blockquote>''Ge 27:27 Hij kwam dichterbij en kuste hem. Toen rook hij de geur van zijn kleren en zegende hem. Hij zei: Zie, de geur van mijn zoon is als de geur van het veld, dat de HEERE gezegend heeft.'' ''Ge 27:28 Moge God je geven van de dauw van de hemel, van de vruchtbare streken van de aarde: overvloed van koren en nieuwe wijn.'' ''Ge 27:29 Volken zullen je dienen, naties zullen zich voor je buigen. Wees heerser over je broers, de zonen van je moeder zullen zich voor je buigen. Vervloekt [moet zijn] wie jou vervloekt, en gezegend wie jou zegent! Ge 27:30  En het gebeurde, toen Izak gereed was met het zegenen van Jakob, en Jakob nog maar net bij Izak weggegaan was, toen gebeurde het dat Ezau, zijn broer, van zijn jacht [terug] kwam.'' (HSV)</blockquote>Daarna zegende Jacob zijn oudste zoon Ezau aldus:<blockquote>''Ge 27:39 Toen antwoordde zijn vader Izak en zei tegen hem: Zie, van de vruchtbare streken van de aarde zal je woongebied zijn, en van de dauw van de hemel van boven.'' ''Ge 27:40 Van je zwaard zul je leven en je broer zul je dienen. Maar als je tot macht komt, zul je zijn juk van je nek afrukken.'' (HSV)</blockquote>De oude Jacob (130 jaar) zegende Farao tweemaa;:<blockquote>''Ge 47:7 Jozef bracht zijn vader Jakob mee en stelde hem aan de farao voor; en Jakob <u>zegende</u> de farao. (...) Ge 47:10 En Jakob <u>zegende</u> Farao, en ging uit van Farao’s aangezicht.'' (SV)</blockquote>De maaiers in dienst van Boaz wensten hun heer de zegen van Jahweh toe. <blockquote>''Ru 2:4 En zie, Boaz kwam uit Bethlehem, en zei tegen de maaiers: De HEERE zij met u! En zij zeiden tegen hem: De HEERE zegene u! (HSV)''</blockquote>
 
Izak, menend dat hij Ezau bij zich had, zegende in diens plaats zijn zoon Jacob aldus:<blockquote>''Ge 27:27 Hij kwam dichterbij en kuste hem. Toen rook hij de geur van zijn kleren en zegende hem. Hij zei: Zie, de geur van mijn zoon is als de geur van het veld, dat de HEERE gezegend heeft.'' ''Ge 27:28 Moge God je geven van de dauw van de hemel, van de vruchtbare streken van de aarde: overvloed van koren en nieuwe wijn.'' ''Ge 27:29 Volken zullen je dienen, naties zullen zich voor je buigen. Wees heerser over je broers, de zonen van je moeder zullen zich voor je buigen. Vervloekt [moet zijn] wie jou vervloekt, en gezegend wie jou zegent! Ge 27:30  En het gebeurde, toen Izak gereed was met het zegenen van Jakob, en Jakob nog maar net bij Izak weggegaan was, toen gebeurde het dat Ezau, zijn broer, van zijn jacht [terug] kwam.'' (HSV)</blockquote>Daarna zegende Jacob zijn oudste zoon Ezau aldus:<blockquote>''Ge 27:39 Toen antwoordde zijn vader Izak en zei tegen hem: Zie, van de vruchtbare streken van de aarde zal je woongebied zijn, en van de dauw van de hemel van boven.'' ''Ge 27:40 Van je zwaard zul je leven en je broer zul je dienen. Maar als je tot macht komt, zul je zijn juk van je nek afrukken.'' (HSV)</blockquote>De oude Jacob (130 jaar) zegende Farao tweemaa;:<blockquote>''Ge 47:7 Jozef bracht zijn vader Jakob mee en stelde hem aan de farao voor; en Jakob <u>zegende</u> de farao. (...) Ge 47:10 En Jakob <u>zegende</u> Farao, en ging uit van Farao’s aangezicht.'' (SV)</blockquote>De maaiers in dienst van Boaz wensten hun heer de zegen van Jahweh toe. <blockquote>''Ru 2:4 En zie, Boaz kwam uit Bethlehem, en zei tegen de maaiers: De HEERE zij met u! En zij zeiden tegen hem: De HEERE zegene u! (HSV)''</blockquote>'''Mogen gelovigen elkaar zegenen?''' Hierover is verschil van mening. Sommigen wijzen erop dat (1) gelovigen gelijk zijn (de een is niet meerder dan de ander) en (2) de mens geen bron van zegen is, God alleen is dat. Daarom kunnen gelovigen elkaar niet zegenen. Wel kunnen zij elkaar een zegen van God toewensen. "God zegene u!"
 
== Varia ==